De Huizen van Oranje en Nassau

Het Koninklijk Huis
Vlag BelgieVlag NederlandGouden KroonGouden KroonVlag LuxemburgVlag Duitsland
Bronvermelding

Majesteitelijke Begroting

Begroting Koning 2021

De Grondwet bepaalt in artikel 40 dat de Koning een uitkering van de Staat ontvangt. De Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (WFSKH) werkt deze bepaling in de Grondwet verder uit. De wet regelt de uitkering voor de Koning, zijn opvolger (als deze  meerderjarig is) en de Koning die afstand heeft gedaan van het Koningschap. Ook hun echtgenoten (of weduwen/weduwnaars) krijgen een uitkering.

De WFSKH bepaalt ook dat de personele en materiële kosten van het koningschap door het Rijk worden betaald. Dat zijn bijvoorbeeld kosten voor het personeel van de Dienst van het Koninklijk Huis, de kosten voor het wagenpark van de Dienst van het Koninklijk Huis, enz.

De uitwerking van deze bepalingen in de Grondwet en de WFSKH vindt jaarlijks plaats via de begroting van de Koning. De begroting van de Koning bevat de verwachte uitgaven voor de uitoefening van het koningschap. Deze uitgaven zijn opgenomen in drie artikelen

De WFSKH bepaalt ook dat de personele en materiële kosten van het koningschap door het Rijk worden betaald. Dat zijn bijvoorbeeld kosten voor het personeel van de Dienst van het Koninklijk Huis, de kosten voor het wagenpark van de Dienst van het Koninklijk Huis, enz.

De uitwerking van deze bepalingen in de Grondwet en de WFSKH vindt jaarlijks plaats via de begroting van de Koning. De begroting van de Koning bevat de verwachte uitgaven voor de uitoefening van het koningschap. Deze uitgaven zijn opgenomen in drie artikelen:

  1. Grondwettelijke uitkeringen aan de leden van het Koninklijk Huis;
  2. Functionele uitgaven van de Koning;
  3. Doorbelaste uitgaven van andere begrotingen.

Deze artikelen worden hierna verder toegelicht:

Momenteel ontvangen Koning Willem-Alexander, Koningin Máxima, Prinses Beatrix, alsmede de oudste dochter van het Koninklijk echtpaar, de Prinses van Oranje - voor het eerst - een grondwettelijke uitkering. Andere leden van het Koninklijk Huis ontvangen geen uitkering van de Staat.

KoningkoninginPrinses Beatrixkroonprinses
Koning Willem-Alexander, Koningin Màxima, Prinses Beatrix en Kroonprinses Amalia.

Voor 2021 worden de volgende uitgaven geraamd.

begroting 2021

De totale uitgaven op de begroting van de Koning worden voor het jaar 2021 begroot op 45.684.000 euro. Het volgende overzicht laat alle bedragen zien (in miljoenen), die op de begroting van de Koning staan in 2021. In het bovenstaande overzicht staan de bedragen uit andere begrotingen binnen de Rijksbegroting die met het Koningschap te maken hebben.

Andere Begrotingen

Andere begrotingen binnen de Rijksbegroting Ook op andere begrotingen dan de begroting van de Koning staan uitgaven die te maken hebben met de uitoefening van het koningschap. Dit zijn de uitgaven voor staatsbezoeken (Buitenlandse Zaken), paleizen (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) en beveiliging (Justitie en Veiligheid, en Defensie). Daarnaast worden door Defensie uitgaven gedaan voor het onderhoud aan de Groene Draeck. Staatsbezoeken Ter beschikking gestelde paleizen Beveiliging Koninklijk Huis Groene Draeck. Met ingang van de begroting van 2016 zijn deze uitgaven ook te vinden in de zogeheten extracomptabele bijlage van de begroting van de Koning. Hierdoor zijn de uitgaven voor het Koningschap die niet op de begroting van de Koning staan makkelijker en duidelijker terug te vinden.

Staatsbezoeken

In 2021 wordt 2 miljoen euro geraamd voor uitgaande staatsbezoeken, officiële bezoeken en werkbezoeken van het Koninklijk Huis en inkomende bezoeken van hoogwaardigheidsbekleders. Het betreft hier kosten voor activiteiten waarbij de Koning optreedt als staatshoofd, namens Nederland. Het budget staat op de begroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Het is onderdeel van de uitgaven voor 'Bezoeken hoogwaardigheidsbekleders en Corps Diplomatique en Internationale Organisaties'. De volgende uitgaven worden uit het budget voor staatsbezoeken betaald: Reiskosten Verblijfkosten Ontvangst Nederlandse Gemeenschap Contraprestatie Banket/Lunch/Recepties/Cadeaus/Onderscheidingen /Overige Personele Kosten/Tolken Overige Kosten/onvoorzien.

Ter beschikking gestelde Paleizen

Volgens de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (artikel 4) zijn drie paleizen door de staat ter beschikking gesteld aan de Koning. Dit zijn Paleis Huis ten Bosch, Paleis Noordeinde en het Koninklijk Paleis te Amsterdam. De uitgaven voor het in stand houden van de paleizen zijn te vergelijken met uitgaven voor monumenten met een erfgoedfunctie en monumentale panden van het Rijk waarin Staatsinstellingen en delen van de Rijksoverheid gehuisvest zijn. De kosten van dit soort overheidsgebouwen staan op de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (bij het Rijksvastgoedbedrijf RVB). Ook het onderhoud van de paleizen staat dus op deze begroting, net als de gebouwen rond het Binnenhof (incl. de gebouwen van de beide Kamers). De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor aanpassingen en onderhoud aan de paleizen.

Voor 2021 wordt op haar begroting een bedrag van 15,8 miljoen euro geraamd voor het reguliere onderhoud (inclusief rente en afschrijving) aan de drie paleizen. De uitgaven voor de paleizen zijn ook te vinden in de zogeheten extracomptabele bijlage van de begroting van de Koning. Hierdoor zijn de uitgaven voor het Koningschap die niet op de begroting van de Koning staan makkelijker en duidelijker terug te vinden. Overigens staan de uitgaven voor het gebruik van de paleizen (inclusief verwarming en verlichting) op de begroting van de Koning, als onderdeel van de materiële uitgaven van de Dienst van het Koninklijk Huis.

Beveiliging Koninklijk Huis

Beveiliging Koninklijk Huis De minister van Justitie en Veiligheid is verantwoordelijk voor het bewaken en beveiligen van personen en objecten. Hij bepaalt welke personen en objecten in aanmerking komen voor beveiliging en welk niveau van beveiligingsmaatregelen daarbij past. In deze functie is de minister verantwoordelijk voor de veiligheid van de leden van het Koninklijk Huis en de beveiliging van hun woon- en werkverblijven. De minister van J&V en de minister van Defensie zorgen beiden voor de (personele) uitvoering van de beveiliging. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zorgt voor de fysieke beveiliging van woon- en werkverblijven, voor zover dit in specifieke situaties nodig is.

De genoemde ministers hebben het budget voor de beveiligingsuitgaven op hun begrotingen staan. Uit dit budget worden uitgaven voor alle beveiliging van personen en objecten gedaan, dus voor zowel leden van het Koninklijk Huis als leden van het kabinet en de Eerste en Tweede Kamer. Het budget laat niet zien hoe de uitgaven in het budget worden verdeeld over de verschillende personen en objecten. Dat zou veiligheidsrisico’s kunnen opleveren, omdat dit ongewenst informatie over de beveiliging zou kunnen geven. De begrotingspost voor de beveiliging is te vinden in de zogeheten extracomptabele bijlage van de begroting van de Koning.

Groene Draeck

De Groene Draeck is een Lemsteraak, die door de Nederlandse bevolking aan Prinses Beatrix is geschonken ter gelegenheid van haar 18e verjaardag. Daarbij heeft de Staat haar ook het onderhoud aan de Groene Draeck geschonken.

Het kabinet heeft naar aanleiding van de evaluatie van de begroting van de Koning (juni 2015) besloten om de uitgaven voor de Groene Draeck weer onder de begroting van Defensie te brengen. Defensie doet het onderhoud aan het schip. De Groene Draeck stond op de begroting van de Koning, maar omdat het schip is verbonden met Prinses Beatrix, is het logisch om de uitgaven hiervoor niet meer op de begroting van de (huidige Koning te plaatsen. Voor het onderhoud en het gebruik van de Groene Draeck is per jaar een bedrag van 87.000 euro geraamd.

Meerkosten periode 2011-2015

Bij de uitvoering van het onderhoud is de afgelopen jaren aanvullend onderhoud noodzakelijk gebleken. Dit heeft in de periode 2011-2015 geleid tot extra kosten. Defensie leverde hiervoor de budgettaire dekking vanuit de eigen begroting, waardoor de Rijksbegroting als geheel niet omhoog is gegaan. In het jaarverslag 2015 is opgenomen dat deze meerkosten in totaal 212.000 euro bedroegen. De extra kosten die in de afgelopen tijd zijn gemaakt, hebben onder meer betrekking op: Voortstuwingsinstallatie; Roefdek; Drinkwatersysteem; Tuigage en zeilen; Mast herstellen. Vanaf 2016 bevat de raming voor het onderhoud aan de Groene Draeck een onderdeel voor aanvullend standaard onderhoud. Hiermee wordt tegengegaan dat piekuitgaven boven het geraamde bedrag uitkomen.

Second Opinion Groene Draeck

Naar aanleiding van de motie Van der Burg (Kamerstukken II, 2015-2016, 34300-I, nr. 6) heeft in het voorjaar van 2016 een second opinion onderzoek plaatsgevonden naar het onderhoud van de Groene Draeck. Daarbij is gekeken naar wat het onderhoud zou kosten indien dit in de markt zou plaatsvinden. De motie Van der Burg verzoekt de regering het laagste reële onderhoudskostenniveau dat uit de second opinion komt op te nemen in de begroting van Defensie.

Het onderzoek geeft aan dat de markt het onderhoud voor een lager bedrag (gemiddeld 8.000 euro per jaar lager) kan uitvoeren met een hogere kwaliteit. Om invulling te geven aan de motie Van der Burg is het jaarlijks onderhoudsbudget naar beneden bijgesteld, naar 87.000 euro per jaar. Er zullen jaarlijks wel verschillen optreden in de daadwerkelijke uitgaven, maar gemiddeld moet dit uitkomen op 87.000 euro per jaar. Defensie blijft het onderhoud verzorgen zolang Prinses Beatrix gebruikmaakt van de Groene Draeck. Door het onderhoud bij Defensie uit te voeren en niet Europees aan te besteden worden de kosten van een Europese aanbesteding bespaard en wordt de continuïteit van het onderhoud geborgd tegen een marktconforme prijs.