De Huizen van Oranje en Nassau

Het Koninklijk Huis
Vlag BelgieVlag NederlandGouden KroonGouden KroonVlag LuxemburgVlag Duitsland
Bronvermelding

Majesteitelijke Begroting

Begroting Koning 2017

Vervolg I

Ons land is een constitutionele Monarchie, hetgeen inhoudt dat de positie van de Koning in de Grondwet werd vastgelegd. In artikel 40 van die Wet wordt bepaald dat de Koning een uitkering van de Staat ontvangt. Daarvoor hebben we een Wet goedgekeud die de 'Wet Financieel Statuut van het Koninklijk Huis' heet, oftewel WFSKH genoemd. In 2008 werd de WFSKH, die uit 1972 dateert, aangepast en geactualiseerd, nadat de Eerste en Tweede Kamer deze met algemene stemmen hadden aangenomen.


De %extracomptabele Begroting van de Koning 2017

Staatsbezoeken

In 2017 wordt 2 miljoen euro geraamd voor uitgaande staatsbezoeken, officiële bezoeken en werkbezoeken van het Koninklijk Huis en inkomende bezoeken van hoogwaardigheidsbekleders. Het betreft hier kosten voor activiteiten waarbij de Koning optreedt als staatshoofd, namens Nederland.

Het budget staat op de begroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Het is onderdeel van de uitgaven voor 'Bezoeken hoogwaardigheids-bekleders en Corps Diplomatique en Internationale Organisaties'.

De volgende uitgaven worden uit het budget voor staatsbezoeken betaald:

Met ingang van de begroting van 2016 zijn de uitgaven voor staatsbezoeken ook te vinden in de zogeheten extracomptabele bijlage van de begroting
van de Koning. Hierdoor zijn de uitgaven voor het Koningschap die niet op de begroting van de Koning staan
makkelijker en duidelijker terug te vinden.

Ter beschikking gestelde paleizen

Volgens de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (artikel 4) zijn drie paleizen door de staat ter beschikking gesteld aan de Koning.
Dit zijn Paleis Huis ten Bosch, Paleis Noordeinde en het Koninklijk Paleis te Amsterdam.

Paleis Noordeinde
Paleis Noordeinde, den Haag.

De uitgaven voor het in stand houden van de paleizen zijn te vergelijken met uitgaven voor monumenten met een erfgoedfunctie en monumentale panden van het Rijk waarin Staatsinstellingen en delen van de Rijksoverheid gehuisvest zijn. De kosten van dit soort overheidsgebouwen staan op de begroting van Wonen en Rijksdienst (bij het Rijksvastgoedbedrijf RVB). Ook het onderhoud van de paleizen staat dus op deze begroting, net als de gebouwen rond het Binnenhof (incl. de gebouwen van de beide Kamers).

De minister voor Wonen en Rijksdienst is verantwoordelijk voor aanpassingen en onderhoud aan de paleizen. Voor 2017 wordt op zijn begroting een bedrag van circa 15 miljoen euro geraamd voor het reguliere onderhoud (inclusief rente en afschrijving) aan de drie paleizen.

In de begroting voor 2016 zijn de uitgaven voor de paleizen voor het eerst, en met een toelichting, te vinden in de zogeheten extracomptabele bijlage van de begroting van de Koning. Hierdoor zijn de uitgaven voor het Koningschap die niet op de begroting van de Koning staan makkelijker en duidelijker terug te vinden.

Overigens staan de uitgaven voor het gebruik van de paleizen (inclusief verwarming en verlichting) op de begroting van de Koning, als onderdeel van de materiële uitgaven van de Dienst van het Koninklijk Huis.

Beveiliging Koninklijk Huis

De minister van Veiligheid & Justitie (V&J) is verantwoordelijk voor het bewaken en beveiligen van personen en objecten. Hij bepaalt welke personen en objecten in aanmerking komen voor beveiliging en welk niveau van beveiligingsmaatregelen daarbij past. In deze functie is de minister verantwoordelijk voor de veiligheid van de leden van het Koninklijk Huis en de beveiliging van hun woon- en werkverblijven.

De minister van V&J en de minister van Defensie zorgen beiden voor de (personele) uitvoering van de beveiliging. De minister voor Wonen& Rijksdienst zorgt voor de fysieke beveiliging van woon- en werkverblijven, voor zover dit in specifieke situaties nodig is.

De genoemde ministers hebben het budget voor de beveiligingsuitgaven op hun begrotingen staan. Uit dit budget worden uitgaven voor alle beveiliging van personen en objecten gedaan, dus voor zowel leden van het Koninklijk Huis als leden van het kabinet en de Eerste en Tweede Kamer. Het budget laat niet zien hoe de uitgaven in het budget worden verdeeld over de verschillende personen en objecten. Dat zou veiligheidsrisico's kunnen opleveren, omdat dit ongewenst informatie over de beveiliging zou kunnen geven.

De Groene Draeck

De Groene Draeck is een Lemsteraak, die door de Nederlandse bevolking aan Prinses Beatrix is geschonken ter gelegenheid van haar 18e verjaardag. Daarbij heeft de Staat haar ook het onderhoud aan de Groene Draeck geschonken.

Het kabinet heeft naar aanleiding van de evaluatie van de begroting van de Koning (juni 2015) besloten om de uitgaven voor de Groene Draeck weer onder de begroting van Defensie te brengen. Defensie doet het onderhoud aan het schip. De Groene Draeck stond op de begroting van de Koning, maar omdat het schip is verbonden met Prinses Beatrix, is het logisch om de uitgaven hiervoor niet meer op de begroting van de (huidige) Koning te plaatsen. Voor het onderhoud en het gebruik van de Groene Draeck is per jaar een bedrag van 87.000 euro geraamd. Dit is een gemiddelde verwachting over de jaren heen voor de kosten van het jaarlijkse standaardonderhoud en aanvullend standaardonderhoud (en correctief onderhoud).

Standaardonderhoud

Standaardonderhoud omvat de onderhoudsactiviteiten die ieder jaar worden uitgevoerd. Dit bestaat onder meer uit schoonmaak-, schuur-, lak- en schilderwerk, werkzaamheden aan romp, boeisel en roef en transport en winterstalling.

Aanvullend standaardonderhoud

Bij aanvullend standaardonderhoud gaat het om onderhoudsactiviteiten die niet standaard ieder jaar worden uitgevoerd. Het betreft vaak gebreken die tijdens de (voorafgaande) inspectie of tijdens de uitvoering van het standaardonderhoud naar voren komen. Dit is voor een deel te plannen en voor een deel ook niet (correctief onderhoud).

Kajuit Groene Draeck
Prinses Beatrix op het schip en de kajuit van de Groene Draeck

Second opinion Groene Draeck

Naar aanleiding van de motie Van der Burg (Kamerstukken II, 2015-2016, 34300-I, nr. 6) heeft in het voorjaar van 2016 een second opinion onderzoek plaatsgevonden naar het onderhoud van de Groene Draeck. Daarbij is gekeken naar wat het onderhoud zou kosten indien dit in de markt zou plaatsvinden. De motie Van der Burg verzoekt de regering het laagste reële onderhoudskostenniveau dat uit de second opinion komt op te nemen in de begroting van Defensie.

Het onderzoek geeft aan dat de markt het onderhoud voor een lager bedrag (gemiddeld 8.000 euro per jaar lager) kan uitvoeren met een hogere kwaliteit. Om invulling te geven aan de motie Van der Burg is het jaarlijks onderhoudsbudget naar beneden bijgesteld, naar 87.000 euro per jaar. Er zullen jaarlijks wel verschillen optreden in de daadwerkelijke uitgaven, maar gemiddeld moet dit uitkomen op 87.000 euro per jaar. Defensie blijft het onderhoud verzorgen zolang Prinses Beatrix gebruikmaakt van de Groene Draeck. Door het onderhoud bij Defensie uit te voeren en niet Europees aan te besteden worden de kosten van een Europese aanbesteding bespaard en wordt de continuïteit van het onderhoud geborgd tegen een marktconforme prijs.

Waarom betaalt de overheid het onderhoud aan de Groene Draeck, en niet Prinses Beatrix zelf?

De Groene Draeck is in 1957 door de Nederlandse bevolking aan toenmalig kroonprinses Beatrix geschonken. De Staat gaf bij deze gelegenheid ook het onderhoud van de Groene Draeck als geschenk.

Overigens zijn in 2010/2011 op initiatief van (toen nog) Koningin Beatrix de kosten voor het incidenteel groot onderhoud aan het casco eenmalig door de Koningin betaald.

Belastingen en fiscale vrijstellingen

De leden van het Koninklijk Huis zijn belastingplichtig. Alleen de drie uitkeringsgerechtigde leden van het Koninklijk Huis hebben volgens artikel 40 van de Grondwet enkele fiscale vrijstellingen, die een functie hebben voor de uitvoering van het koningschap.

Fiscale vrijstelling grondwettelijke uitkeringen en Fiscale vrijstelling vermogensbestanddelen die dienstbaar zijn aan de Koninklijke functie en Schenk- en erfbelasting Schenkingen uit hoofde van de functie van de Koning

Historische ontwikkeling belastingvrijdom
Vrijstelling BPM voor AA-auto's
Vrijstellingen van rechten bij invoer voor staatshoofden

De vrijstellingen betreffen:

grondwettelijke uitkeringen;
delen van het vermogen die van belang zijn bij de uitoefening van de functie; successierechten, uitsluitend voor de Koning en zijn vermoedelijke opvolger.

Verder is bepaald (artikel 33 Successiewet) dat schenkingen door uitkeringsgerechtigde leden van het Koninklijk Huis aan burgers of instellingen onbelast zijn.

Er is geen volledige belastingvrijdom voor het Koninklijk Huis. Andere leden van het Koninklijk Huis zijn belastingplichtig over hun inkomen. Zij krijgen immers geen uitkering van de Staat. Allen moeten voor zover aan de orde belastingen betalen, zoals onroerende zaakbelasting, vermogensrendementsheffing (als onderdeel van de inkomstenbelasting), omzetbelasting, motorrijtuigenbelasting etc.

Evaluatie begroting de Koning

In 2015 heeft een evaluatie plaatsgevonden van de begroting van de Koning. Het evaluatierapport bevat een uitgebreide analyse van de belasting vrijdom en de grondwettelijke uitkeringen. Op basis van deze analyse is het kabinet van mening dat beide ongewijzigd kunnen blijven.

Uitgaven overige leden Koninklijk Huis

Volgens de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (WFSKH) ontvangen alleen de Koning, zijn opvolger en de afgetreden Koning (en hun echtgenoten en weduwen/weduwnaars), een grondwettelijke uitkering van de Staat.

Momenteel zijn dit dus drie leden van het Koninklijk Huis: Koning Willem-Alexander, Koningin Máxima en Prinses Beatrix.

Andere leden van het Koninklijk Huis krijgen geen uitkering van de Staat.

Representatieve kosten en openbaar belang

De Staat betaalt vervoers- of verblijfkosten van andere leden van het Koninklijk Huis als zij namens de Koning optreden.

Als er uitgaven worden gedaan voor activiteiten met een openbaar belang, bijvoorbeeld als het gaat om een bepaald beleidsveld van een ministerie, dan worden deze betaald door het betreffende ministerie.

Kosten VN-activiteiten Koningin Máxima Inclusive Finance

Koningin Máxima is in 2009 benoemd tot Speciale pleitbezorger van de VN secretaris-generaal voor inclusieve financiering voor ontwikkeling (Secretary-General's Special Advocate for Inclusive Finance for Development- afgekort UNSGSA).

In eerste instantie ligt de inhoudelijke ondersteuning van haar VN-werkzaamheden bij het UNSGA-kantoor van de VN in New York. Deze ondersteuning bestaat onder meer uit de inhoudelijke voorbereiding, organisatie en opvolging van haar werkzaamheden, activiteiten en reizen, het schrijven van speeches en andere teksten, communicatie en het onderhouden van contacten en uitvoeren van activiteiten met de samenwerkingspartners van de UNSGSA.

Daarnaast wordt zij bij deze werkzaamheden ondersteund vanuit de Dienst van het Koninklijk Huis, de Nederlandse ambassades ter plaatse en de Rijksvoorlichtingsdienst. Ook is er regelmatig overleg met de meest betrokken ministeries als Buitenlandse Zaken en Algemene Zaken.

Kosten VN-activiteiten

VN ambassadeur Maxima

Koningin Máxima reist voor haar werkzaamheden voor de VN in vrijwel alle gevallen met lijnvluchten.

Bij zeer hoge uitzondering wordt gekozen voor inhuur. De minister van Buitenlandse Zaken heeft ervoor gekozen om voor Koningin Máxima ook in haar VN-rol de Nederlandse regelingen m.b.t. reizen te laten gelden. Om die reden worden de kosten voor reis en verblijf en voor transport ter plaatse, gedragen door het
ministerie van Buitenlandse Zaken.

De personele- en materiële kosten die verbonden zijn aan de ondersteuning vanuit Nederland worden opgevangen binnen de reguliere budgetten. Dit is inclusief de reis- en verblijfskosten voor meereizend personeel.

De ondersteuning door het UNSGSA-kantoor in New York wordt gefinancierd uit het VN-budget dat beschikbaar is voor de UNSGSA-activiteiten.

De Bill en Melinda Gates Foundation heeft een subsidie beschikbaar gesteld aan de Verenigde Naties voor de kosten die het UNSGSA-kantoor maakt om Koningin Máxima te ondersteunen bij haar VN-activiteiten.

Thesaurier van Z.M. de Koning

De thesaurier behandelt de financiële aangelegenheden die te maken hebben met Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (WFSKH). Hij voert ook de administratie uit voor de Dienst van het Koninklijk Huis. Daarnaast dient de thesaurier de begroting voor functionele uitgaven van de Koning in bij de minister-president en de begroting voor staatsbezoeken en officiële ontvangsten bij de minister van Buitenlandse Zaken. De thesaurier is ook verantwoordelijk voor een rechtmatige begrotingsuitvoering. Hij stelt de declaratie op en dient deze in bij de minister-president. Daarnaast behandelt de thesaurier de particuliere financiële aangelegenheden van de Koning en andere leden van de Koninklijke Familie.