De Huizen van Oranje en Nassau

Europese Adel
Vlag BelgieVlag NederlandGouden KroonGouden KroonVlag LuxemburgVlag Duitsland
Bronvermelding

Europese Adel en Geslachten

Belgische Adel en Geslachten

Voor Nederland en België geldt het decreet uit 1817 van Koning Willem I, dat de Kronen voor de verschillende rangen van de Nederlandse adel vaststelde. De adellijke rangkronen bestaan telkens uit een gouden hoofdband, wel of niet bezet met edelstenen, of omwonden met een parelketting, en boven op de band verschillende combinaties van 'fleurons' en met parels getopte gouden punten. De Belgische Adel kent de volgende titels: Prins (P), Hertog (Hg), Markies/Markgraaf (Mk),Graaf (Gf), Burggraaf (Bg), Baron (Bn) en Ridder (Rr). Behalve de riddertitel kennen alle de vrouwelijke equivalenten. Ongetitelde adel draagt het predicaat jonkheer (Frans: écuyer), met het vrouwelijke equivalent jonkvrouw (geen vrouwelijk equivalent in het Frans). Daarnaast bestaan er de predicaten: Zijne / Hare Majesteit, Zijne / Hare Koninklijke Hoogheid, Zijne/Hare Allerdoorluchtigste Hoogheid, Zijne / Hare Doorluchtige Hoogheid, Zijne / Hare Hoogheid.

Dit is een (nog onvolledige) lijst van leden van de Belgische adel, gebaseerd op de publicatie Etat Présent de la Noblesse Belge waarin alle officieel tot de Belgische adel behorende leden zijn opgenomen:

Legenda bij lijst van Adeldom:

Kroon
Keizerskroon
(Tussen haakjes wordt aangegeven wanneer de eerste adeldom verleend werd.)
E = erkenning van oudere adel
V = verheffing, met overgang op nageslacht
VP = verheffing persoonlijk, zonder erfelijke adel
I = inlijving van buitenlandse adel in de Belgische adel
U = geslacht uitgestorven

Titulatuur

a = als niets wordt vermeld betekent dit dat de overgang van de titel overgaat op
alle kinderen die de naam dragen
e = overgang van de titel enkel op de eerstgeborene
m = overgang van de titel enkel op mannelijke afstammelingen
p = persoonlijke titel (zonder overgang van titel op de kinderen, maar doorgaans
wel overgang van de adeldom)

Kroon
Koningskroon

Prinselijke Families

Deze families zijn merendeels groot-, grond-, bloed- en zwaardadel. Zij werden ontvangen in de Salon Bleu van het Koninklijk Paleis en hebben nog
steeds een protocollaire hoge rang. De meeste families hebben het predicaat Hoogheid of Doorluchtige Hoogheid of een anderstalig equivalent
verkregen op een bepaald moment in de geschiedenis.

Huis Arenberg E (1953); Hg-e (I, 1994), predicaat Z.D.H. (E, 1953)
Bernadotte – V (1938), P-e, overigen Gf-a
Bethune Hesdigneul(de) – E (1816), één tak P-e (1888, 1932; U 1976), één tak Mk-e (U, 1895), overigen Gf-e
Huis Croÿ
Habsburg-Lotharingen I (1978)
Huis Ligne
Huis Lobkowicz I (1958)
Huis Merode
de Riquet de Caraman
Swiatopelk-Czetwertynski - E (2007)
Windisch-Graetz

Families met de titel Graaf of Gravin

Affaytadi de Ghistelles (d') – E (1827), U (1831)
Alcantara (d') / d'Alcantara de Querrieu – E (1822) –Gf-a (1881)
Aldin (d') – V (1822), Gf-e, U (1873)
Alegambe – E (1816), Gf-e, overige Bn-a, U (1869)
Andelot (d') – E (1816), Gf-e, U (1873)
Argenteau (d') / Mercy-Argenteau (de) – E (1816), U (1968)
Arschot Schoonhoven (d') – E (1816)
d'Aspremont Lynden / Aspremont de Lynden (d') / Aspremont Lynden de Maillen (d') – E (1816)
Astier (d') – E (1816), U (1881)
Auxy (d') - E (1816), U (1985?)
de Baillet-Latour – E (1824), U (1998)
Barre d'Erquelinnes (de la) – E (1829)
Berghe de Limminghe (van den) – E (1816), Gf-e
Berlaymont (de) – E (1816), U
Boël – V (1930), Bn-e (1930), Gf-e (1971)
Bois (du) / Bois de Nevele (du) / Bois d'Aische (du) / Bois de Vroylande (du) – E (1816), Bn-e, Gf-e (1846)
Boot de Velthem – E (1816), Gf de Velthem-e, U (1828)
de Borchgrave d'Altena – E (1816)
de Bousies Borluut
de Brabant
de Briey
de Brouchoven de Bergeyck - Gf-a (1898)
de Broqueville
van der Burch
du Chastel de la Howarderie
Colpaert d'Artois
Cornet d'Elzius
de Crombrugghe de Looringhe
Didisheim
Goethals de Mude de Nieuwland
le Grelle
Guérisse - Gf-p, overigen jonkheer
d'Hanins de Moerkerke
Harmel – Gf-e
de Hemptinne
De Hemricourt de Grunne
de Kerchove de Denterghem
t' Kint de Roodenbeke
de Lalaing


Graaf

De Launoit (1951, voorheen Baron 1929)
Lehon
de Lichtervelde
de Liedekerke
de Limburg Stirum
Lippens
de Marnix de Sainte de Meeûs
d'ArgenteuilAldegonde
de Meeûs d'Argenteuil de Trannoy


Gravin

de Muêlenaere V (1836 - 1871)
d'Oultremont de Duras
d'Oultremont de Wégimont et de Warfusé
de Renesse
de Robiano
de T'Serclaes de Wommersom
de Smet de Naeyer
van der Stegen
van der Straten-Ponthoz
d'Udekem d'Acoz - A
d'Ursel et D'Hoboken (graaf van het Heilige Roomse Rijk, en van Grobbendonk)
Visart de Bocarmé
van de Werve de Vorselaar (hoofd van de familie van de Werve de Vorselaar) is graaf, de anderen zijn jonkheer, behalve de baron van de Werve de Schilde en de burggraaf van de Werve d'Immerseel.
Woeste.

Voorts bestaan er nog de dynastieke titels, Graaf van Henegouwen en Graaf van Vlaanderen

Burggrafelijke families

van Aefferden (in Nederland ongetitelde adel) - E (1816), Bg-a (1871)
Baré de Comogne (de) – V (1827), Bn-e, Bg-a (1848)
Berryer – V (1925), Bg-e
Beughem (de) / Beughem de Houtem (de) – E (1823), Bg-e
de Biolley – E (1843), Bg-m; één tak: E (1843), draagt alleen predicaat, vanaf 1921: Bg-e
Blois (de) – E (1823), Bg-e, U (1964)
du Bus de Warnaffe
Davignon
Eyskens, E 1973
Dirk Frimout - P
De Harlez, E 1828, R-a (1828), Bg-e (1928)
Jolly
de Jonghe d'Ardoye
Poullet
de Preud'homme d'Hailly de Nieuport
Ilya Prigogine
Roest van Alkemade
Simonis
de Spoelberch
Fons Verplaetse - P
Vilain XIIII
Frank De Winne - P

Families met de titel Baron/ Barones

Abeele (Vanden) – V (1989), Bn-p
Achten (van) – VP (1999)

Ackere (van) – V (1939), Bn-e (1951)
Ackerman – V(1992), Bn-p
Aerssen Beijeren van Voshol (van) – E (1822)
Alen – V (1994), Bn-p
Allard – V (1929), Bn-e
Alves Guerra de Sant'Anna – I (1893), Bn-e, U (1946)
Ancion – V (1898), Bn-e
d'Anethan – E (1816), Bn-e (1816; overigen Rr), Bn-a (1840)
Ansiaux – V (1969), Bn-p (1969), Bn-e (1977)
Arnoult de Soleuvre (de) – E (1816), U (1882)
Arrazola de Oñate – E (1816), U (1905?)
Avermate – VP (1984)
Baeyens – V (1904), Bn-e
Bailly (Le) / Bailly de Tilleghem (Le) – E (1816)
Baltia – V (1921), U (1938)
Barsy (de) – VP (1985), V (1990, met predicaat van jonkheer)
Bassompierre (de) – V (1929), Bn-e
Bastin – VP (1957)
Baudequin de Peuthy (de) – E (1816), Bn-e, U (1864)
Baut de Rasmon – E (1816), Bn-e, U (1859)
Beaulieu – E (1851), Bn-e (1857), U (1872)
Becker Remy (de) – V (1922), Bn-e, U (1984)
Beco (de) – V (1924), Bn-e
Beeckman (de) – E (1822), Bn-e, U (1963)
Behr – E (1877), U (1950)
Bekaert – V (1966), Bn-e
Beltjens – V (1930), Bn-e
Bemmel (van) – E (1825), U (1926)
Benoist (de) / Benoist de Gentissart (de) – E (1822), Bn-e [tak met Baronnentitel uitgestorven; overigen jonkheren]
Bergh (Van Den) – V (1983), Bn-p
Berghe (vanden) – V (1993), Bn-p
Bernard – V (1986), Bn-p
Bernard de Fauconval (de) / Bernard de Fauconval de Deuken (de) – V (1822), Bn-e
Béthune (de) – V (1845), Rr-e (1845), Bn-e (1855), Bn-e (1871)
Beyens – E (1851)
Biber (de) – E (1856), Bn-e (1857)
Bieberstein-Rogalla-Zawadski (de) – I (1816), U (1935)
Billehé de Valensart (de) – E (1814), U (1908)
Blanckart – E (1816), U (1968)
Blavier de la Rocq (de) – E (1816), U (1830)
Bloch – VP (1991)
Blochausen (de) – E (1827), Bn-e, U (1915)
Blommaert de Soye (de) – E (1822), Bn-e
Blondel de Beauregard de Viane (de) – E (1819)
Bodson – V (2000), Bn-p
Boels – V (1953), Bn-e
Bogaerde (van den) / Bogaerde de Ter Brugghen (van den) – E (1816), Bn-e (1830)
Bogaert (Van) – V (1965), Bn-p
Bois (du) / Bois de Bounam de Ryckholt (du) / Bounam de Ryckholt (de) – V (1892), Bn-e
Bois dit van den Bossche (du) – E (1816-, Bn-e, U (1901)
Bonaert – E (1867), Bn-a (1879)
Bonhome – E (1856)
Bonvoisin – V (1957), Bn-e (1957), Bn-a (1967)
Boone – V (2000), Bn-p
Borchgrave (de) – V (1902), Bn-e (1951)
Borman (de) – V (1857), Rr-e (1857), Bn-e (1913)
Bormann – V (1871), U (1899)
Borrekens – E (1822), Rr—a (1824), Bn-a (1822, 1871)
Borsselen van der Hooge (van) – E (1816), Bn-p
Bosch (van den) – V (1933), Bn-e
Bracq – V (1991), Bn-p
Broux (de) – V (1986), Rr-p (1986), Bn-p (1992)
Buysse – V (1999), Bn-p (1999)
Caenegem (Van) – V (1995), Bn-p
van Caloen
Campo – VP (1993)
Cardon de Lichtbuer
Carson – VP (1996)
de Cartier d'Yves
Casier
Cogels


Baron

Colruyt - V (2012)
de Coninck de Merckem
Coninx – VP (1994)
Coppens d'Eeckenbrugge
Croes – V (1998), Bn-p
de Crombrugghe,
de Crombrugghe de Looringhe
de Crombrugghe de Pickendaele
van Daele

Baron
Baronesse

Damme (Van) – VP (1999)
Declercq – V (1993), Bn-p
Degraeve
Degroux = VP (1994), Bn-p (1998)
Dehennin – VP (1992)
Delbeke
Delens – VP (1989)
Delpérée –V (1994), Bn-p
Delruelle – V (1995), Bn-p
Delva – V (1991), Bn-p [een familielid; VP (1994), Rr-p]
Delvaux – VP (1996)
Descantons de Montblanc
Devisch
Dewulf – V (1994), Bn-p
Diert - V (1815/1817), Bn-e, U (1871/1902)
Dillemans – V (1992), Bn-p
Donny
Dumont – V (1992), Bn-p
Dumont de Chassart
van Eyll
van Eetvelde
Evain
Fallon
de Favereau
de Fierlant
de Fierlant-Dormer
Fiers – V (1991), Bn-p
Fontyn – VP (1993)
Franchimont – V (1991), Bn-p
Fredericq
Frère
Gillès de Pélichy
Goethals
Goffinet
Greindl
de Groote
de Gruben
Guillaume
de Herckenrode
Herry
Holvoet
Houtart
van Houtte
Huart (d')