De Huizen van Oranje en Nassau

Orde van de Kousenband
Vlag BelgieVlag NederlandGouden KroonGouden KroonVlag LuxemburgVlag Duitsland
Bronvermelding

 Orde van de Kousenband 

Ridders Orde of the Garter

Vervolg II

Diverse legendes doen de ronde over de oorsprong van de Orde. De meest populaire legende gaat over de "Gravin van Salisbury" (ofwel Edward's) toekomstige schoondochter Joan van Kent of haar voormalige schoonmoeder, Catherine Montacute, Gravin van Salisbury). Terwijl ze aan het dansen was op een hof bal bij Calais, gleed haar kousenband van haar been. Toeden de omringende hovelingen grinnikten, pakte de Koning het op en gaf het haar terug met de woorden: 'Honi soit qui mal y pense, "(" Schande over hem die er kwaad van denkt. "). Deze zin die is uitgegroeid tot het motto van de Orde.enement uit de 14e eeuw, toen hij de Orde oprichtte. Een andere verklaring is dat het motto verwijst naar Edward's aanspraak op de Franse troon, en de Orde van de Kouseband werd opgericht om te helpen deze claim na te streven. Het gebruik van de kousenband als een embleem kan zijn afgeleid van de riemen die gebruikt worden om de wapens vast beter vast te snoeren.


Diverse Sterren en de regalia van de Orde van de Kousenband

Middeleeuwse geleerden hebben gewezen op een verband tussen de Orde van de Kouseband en het Midden-Engels gedicht, "Sir Gawain en de Groene Ridder ". In "Gawain", wordt gesproken van een gordel, zeer vergelijkbaar met de erotische gevoel van de kousenband en waarschijnlijk heeft dat een prominente rol gespeeld. Een ruwe versie van het motto van de Orde wordt ook weergegeven in de tekst van en gedicht. Vertaald uit Oud Frans betekent het " Vervloekt zij een laf en hebzuchtig hart."


Het Huwelijk van Prinses Louise op 21 maart 1871 in de St.George Chapel.

Terwijl de schrijver van dat gedicht betwist blijft, lijkt er een verbinding tussen twee van de beste kandidaten en de Orde van de Kouseband te zijn. De Geleerde J. P. Oakden heeft gesuggereerd dat het iemand zou kunnen zijn als John van Gaunt, 1st Hertog van Lancaster, en, nog belangrijker, een lid van de Orde. Andere concurrerende theorie is dat het werk voor Enguerrand de Coucy, zevende Sire de Coucy werd geschreven. Sire de Coucy was getrouwd met Koning Edward III's dochter, Isabella, en deze verleende hem op zijn trouwdag de Orde van de Kouseband.

De orde werd naar aangenomen wordt in 1348 ingevoerd door koning Eduard III van Engeland. De koningen van Engeland, nu die van het Verenigd Koninkrijk, zijn de soevereinen van de Orde. De troonopvolger, Prins Charles, Prins van Wales, is vanaf 1958 ridder in deze Orde. In de 19e eeuw kreeg het Britse kabinet de bevoegdheid om ridders voor te dragen. Sinds 1946 is het benoemen van ridders weer het voorrecht van de Kroon. De Orde van de Kousenband is een zuiver hoofse en wereldlijke orde die geen religieuze idealen nastreeft. Het eerste doel van de Orde is de machtige adel aan de vorst te binden. Dat de Orde uit twee keer twaalf ridders bestaat, doet vermoeden dat de Orde ooit een toernooigezelschap was.


Guards van de Orde van de Kousenband

De ridders bezitten in de kapel van de Orde een stall of zetel. Op de achterwand van deze stall is een geëmailleerde plaat met een tekst en een heraldisch devies aangebracht. Daarboven is hun achievement aangebracht. Dat zijn een zwaard en een helm met kroon (in het geval van een Koning) of een kunstig in hout uitgesneden heraldisch symbool. Deze helmtekens zijn op de site van de houtsnijder van het Britse hof te zien. Boven de  stall zijn de vaandels van de ridders te zien.


Deel van de Vlaggen der Ridders en de "stall" (plaatsen) in de Kapel.

De mannen dragen de letters 'K.G.' (Knight of the Garter) achter hun naam. Vrouwen zijn 'L.G.' (Lady of the Garter). Beiden hebben protocollaire voorrechten in het Verenigd Koninkrijk. Het symbool bij uitstek voor de Orde van de Kousenband is de blauwfluwelen kousenband, met het devies  Honi soit qui mal y pense (Schande over hem die er kwaad van denkt).


De Ridders op weg naar de St.George Chapel voor een bijeenkomst

De Orde kent eigen soldaten die worden benoemd door het Hoofd der Orde, tegenwoordig is dit Koning Charles IIIKoningin Elisabeth II van Engeland. Het volledige groot ceremonieel uniform bestaat uit de gouden halsketen met het juweel, de fluwelen mantel met sleep, de zogenaamde surcoat, voor de mannen een wambuis met pofbroek, het hoofddeksel met struisvogelveren, zijden kousen en schoenen, een degen en handschoenen. Deze ceremoniële ordekleding is al lange tijd niet gebruikt. Tijdens de diensten in de kapel van St. George dragen de ridders de fluwelen mantel overeen jacquet of uniform. De hoed met witte veren wordt nog wel gedragen, zij het in een vereenvoudigde vorm.


De erewacht voor de gasten en de nieuw gekozen leden van de Orde.

Op het uniform, of bij een rokkostuum dragen de ridders een donkerblauw lint over de linkerschouder. Op de rechterheup hangt daaraan de investment badge: een gouden juweel dat Sint-Joris en de draak, gevat binnen een kousenband met het devies van de orde, toont. Vrouwen dragen de kousenband om de linkerarm, onder een lange rok is de kousenband namelijk niet zichtbaar. Mannen dragen de kousenband aan het Britse hof onder een kniebroek onder de linkerknie.


Prinses Anne, Prins Andrew, Prins Edward en daarachter Koning Felipe VI van Spanje en onze Koning.

Op de feestdag van Sint-Joris lopen de leden, ridders en de officieren (waaronder geestelijken) van de Orde in een plechtige processie, gekleed in hun donkerblauwe en donkerrode mantels, met keten en bepluimde hoed, van het kasteel in Windsor naar Saint George's Chapel. Op deze dag vinden in het kasteel ook de investituren in de Orde plaats. De investituur houdt in dat de soeverein van de Orde de nieuwe ridder een kousenband om het been knoopt. Bij het overhandigen van de versierselen aan John Major, een ceremonie waarbij ook camera's van de BBC aanwezig waren, vertelde de Koningin aan Major dat het gebruikelijk was dat zij de kousenband om zijn been knoopte maar dat zij dit, vanwege haar leeftijd, door een page zou laten doen.


De ster, riem en de keten van de Orde

De ordekleding onderging in de loop der eeuwen geringe wijzigingen. In de eerste jaren van de Orde was zij nog vrij eenvoudig, maar in de 16e en 17e eeuw werd zij ingewikkelder en steeds prachtiger uitgevoerd. In de eerste jaren van de 20e eeuw werd de onderkleding met kousen en pofbroek als een enigszins gênant anachronisme gezien. De mantel werd sindsdien iets vereenvoudigd, zodat de capuchon op de rechterschouder nu alleen nog wordt aangeduid, en de mantel is hedenntendage nu van een lichter synthetisch materiaal gemaakt.