





Vorstelijk Vervoer
Vernieuwde stallen Paleis Het Loo
De Stallen van Paleis Het Loo zijn feitelijk evenzo bekend als die in Den Haag. Zij zijn gebouwd tussen de jaren 1907 en 1909 in opdracht van
Koningin Wilhelmina. In het midden van het gebouw zijn twee groter koetshuizen gesitueerd en terzijde de oorspronkelijke stallen. Er was ruimte
voor 88 paarden, een tuigenkamer en een rustruimte voor de koetsiers. Vanaf de 20-tiger jaren van de vorige eeuw werden de paarden en
koetsen vervangen door auto's. Een deel van de stallen wordt nog gebruikt door het Koninklijk Staldepartement dat thans in onze
regerings-stad is gevestigd.


Linker- en rechterzijde Stallen, voorgrond deel tafels en stoelen restaurant Prins Hendrik garage
Aan de overkant van de stallen bevond zich in vroegere dagen de garage die bedoeld was voor de door het Koninklijk Huis aangeschafte automobielen.
Dit fraai ogende bouwwerk, ook in de trant van de overige gebouwen vervaardigd, ademt de grandeur van weleer uit. Het gebouw werd vernoemd
naar zijn opdrachtgever Prins Hendrik, echtgenote van Koningin Wilhelmina. Hedentendage is er een restaurant in gevestigd, waar de inwendige
mens kan worden versterkt, teneinde de wandeling naar het paleis te ondernemen, alsmede een bezoek aan haar tuinen te brengen.


De gebouwen werden gerestaureerd en aangepast aan het hedendaagse gebruik. In een deel van de stallen brengen diverse paarden hun oude
dag door, als dank voor bewezen dienst. De nostalgisch aandoende voerwagen op de achtergrond is ook daadwerkelijk daarvoor gebruikt.
De kleuren zijn origineel, alsmede het ijzeren hekwerk dat samen het het eikenhouten schot voor de afscheiding tussen de onderliggende delen,
zorg draagt. De stallen zijn onder gebracht in de linker en rechtervleugel van het gebouw. Waarbij het rechter gedeelte thans gebruik wordt
om de geschiedenis te vertellen van haar bewoners en het ontstaan van het gebouwencomplex Paleis Het Loo geheten.

Men heeft zoveel mogelijk zorg gedragen dat de verzameling rijtuigen, uit zowel Koninklijk eigendom als uit de staatruif, konden worden getoond.
Een aantal staan hier maar kunnen nog steeds worden gebruikt bij zeer bijzondere gelegenheden. Zoals bijvoorbeeld, de diverse auto's, verschillende
koetsen, waaronder Gala berline's en de voormalige lijkkoets van Hendrik en Wilhelmina. De ruimten zijn goed toegankelijk en uitstekend verlicht
door het daglicht en de kunstmatige plafonverlichting die zijn schaduwen werpt op het tentoongestelde, dat zeer gevarieerd is.
Links de Minerva uit 1925 en rechts de Winston Landaulet van Koningin Emma.
Uniek in die verzameling zijn bijvoorbeeld, de Minerva uit 1925. Het stuur zit rechts daar de koetsier, die opeens tot autobestuurder werd benoemd,
rechts op de bok van zijn rijtuig zat. In 1925 kocht Prins Hendrik bij de Antwerpse autobouwer Minerva deze limousine landauer. De karosserie werd
vervaardigd door het Haagse bedrijf Van Rijkswijk. De wagen werd zo vervaardigd dat de bestuurde het zeildoek aan de achterkant kon
openklappen, waardoor het uitzicht ruimer werd en de wind door de haren waaide. Zo ontstond de term 'halfopen auto". De zeer stille
schuivenmotor Knight veroorzaakte een rookpluim uit de uitlaat, die kenmerkend was voor deze auto.
De binnenzijde werd bekleed met laken en het bestuurdescompartiment voorzag men van leer. Voor het zitcomfort van de inzittenden waren de
achterwielen kleiner van de voorwielen. Op de portieren bracht men het wapen van Prins Hendrik aan. Het voiture werd in 2013 gebruikt voor het
huwelijk van Prins Jaime de Bourbon-Parma, zoon van Prinses Irene, met Victoria Cservenjàk. Ook Prins Willem Alexander maakt, ruim 13 jaren
geleden, tezamen met Prins Máxima zijn rentee in de Amsterdamse Arena tijdens het Nationaal Huwelijksfeest dat plaats vond op 1 februari 2002.
De Winston Landaulet Limousine van Koningin-moeder Emma, is een typisch voorbeeld van de overgang van koets naar auto. De fabrikant Winston
leverde gemotoriseerde carriages. Het woord Landaulet, verwijst naar een rijtuig, de kleine Landauer. De term maakte duidelijk dat het voiture een
open deel heeft, waarbij het achterste deel meer lijkt op een coupé-rijtuig. Het onderstel rustend op ellipsvormige bladveren en de lantaarnvormige
koplampen was afgeleid van het woord Limousine. Dat betekende dat de bestuurder buiten zat onder een soort luifel. De wagen werd in 1923
gebouwd in de fabrieken van Winston, Cleveland Ohio in Amerika. Onderstaand een impressie van wat er zoals tentoon wordt gesteld in die ruimten.
De Ford LTD met het nummerbord AA-79 was een van de ceremoniële auto's met dat kenteken. Aanvankelijk werd de wagen in de kleur donkergroen
geleverd. De convertible werd echter in 1985 door het Staldepartement over gespoten in de kleur die meer gebruikelijk was voor het Koninklijk Huis,
namelijk donkerblauw metallic. Tijdens de regeerperiode van Koningin Juliana werd dit nummerbord veelvuldig, liefst negenmaal, gebruikt voor steeds
andere auto's. Ook die wagens waren of open of een cabriolet, hetgeen een ieder de gelegenheid bood om de vorstelijke personen duidelijk waar
te nemen. Het oorspronkelijke bouwjaar van de auto is 1972 en werd vervaardigd door Ford, Dearborn Detroit (VS).
De Cadillac Convertible
De nieuwste aanwinst is de Cadillac Convertible Sedan serie 65. Na haar troonafstand in 1948, werd voor de Prinses een appartement in Paleis
Het Loo ingericht. Daar nam zij haar intrek. Voor vervoer van Wilhelmina ging men op zoek naar een auto. De wagen in kwestie, de Cadillac
stond als '2e hands' te koop bij de Utrechtse auto-importeur K. Landeweer. Zo kort na de Tweede Wereldoorlog werd dit vevoermiddel als
passend beschouwd. De Cadillac stamde uit het jaar 1937 en was gebouwd in de VS. Voor ruim €1.500,000 werd het museum Het Loo eigenaar
van een auto die meer mijlen in de lucht had gezeten dan op de weg gereden.
De Gala berline Coupé is een Galarijtuig uit de verzameling van het Koninklijk Staldepartement. Waar nodig wordt dit fraaie rijtuig nog
steeds gebruikt. Een coupé is een letterlijk gehalveerde Gala berline. Het kleine rijtuig was voornamelijk bedoeld voor slechts twee personen.
Gelijk de Gala berline is het vervoermiddel rijk aan ornamenten, die verfijnd gemaakt dominant aanwezig zijn. Vergulde leeuwen, kronen
prachtig gevormde deurkrukken en sierlijsten geven dit aan. Het interieur is bekleed met rode zijde en de zitbank werd voorzien van
gecaptioneerde rood laken. De galacoupé kwam na het overlijden van Koning Willem II in het bezit van zijn dochter Sophie.
In het jaar 1895 werd het eigendom van Koningin Emma.


De Gala berline Coupé en de oudste Gala berline
De Gala berline is het oudste rijtuig van de verzameling in de koetshuizen van Paleis Het Loo. Het rijtuig is gesloten, zeer luxe uitgevoerd en bestemd
voor vier personen. Dit voertuig werd ontwikkeld in de tweede helft van de 17e eeuw en vernoemd naar de stad waar het voor het eerst werd
geïntroduceerd, Berlijn. Verstelbare leren riemen hangen 'zwevend' aan vier C-vormige veren en zorgen dat in de kast, het eigenlijke zitgedeelte,
voor de passagiers goed vertoeven is. Oudere koetsen hadden deze methode niet en de inzittenden bonkten bij elke bult in de zandweg met hun
hoofden tegen het plafond. Hoofdpijn was eerder schering en inslag dan een zeldzaamheid! Bij de aankoop van dit voertuig, in 1839 tijden de
regeerperiode van Koning Willem I, werd op beide deuren het Rijkswapen uit 1907 geschilderd.
Rijtuigenfabriek C. Visser uit Amsterdam vervaardigde de koets.


De zilveren en de houten Arreslee.
De verzameling van het Loo omvat ook Arrensleeën, die gebruikt werden door Emma, Wilhelmina, Juliana en haar familieleden. Bijzonder is de linker
slede die van zilvermateriaal werd gemaakt. Er achter is de ooit door Prins Claus gemaakte trapauto voor zijn zonen. Daarachter de Fiat Coupe van het
echtpaar Beatrix en Claus. De rechter slee is van eikenhout uit het Kroondomein. De zilveren slee werd in 1885 gebouwd door firma P. Schreurer und Co,
Düsseldorf (D). Koningin Wilhelmina mende vaak zelf in gezelschap van Koningin-moeder Emma. Altijd was er een koetsier op achterbok aanwezig.
Die bediende de ijskrassers. De metalen glijders mondden uit in fraai gestilleerde griffoenkoppen. Het gevlochten metalen scherm op de voorkant
voorkwam opspattend sneeuw. Als bekleding werden wollen tapijten met franjes gebruikt, terwijl een bonten plaid de inzittenden warm hield.

Museum Kanselarij der Orden in Het Loo.
Op de bovenverdieping van de Stallen worden diverse tentoonstellingen gerealiseerd. De linkerkant is gereserveerd voor tijdelijke tentoonstellingen en
de rechterkant biedt plaats voor meer permanente. Waaronder een grote verzameling Oranjeportretten, serviezen en glaswerk. Bovendien is hier het
museum van de Kanselarij der Orden gevestigd. Deze bezit een van de grootste collectie's ridderorden en onderscheidingen ter wereld.
Waaronder bijzondere etui's, gekalligrafeerde Oorkonden, schilderijen, kleurrijke Ordekostuums en een zeer zeldzame verzameling Kruisen van
de Militaire Willem Orde, alsmede de versierselen van de Orde van de Kousenband die ooit aan Koningin Wilhelmina heeft toe behoord.
De vernieuwde inrichting van de stallen en haar koetshuizen geeft de bezoekers thans de gelegenheid om alles wat daar aanwezig is, in volle glorie, te
bekijken. Ooit gebruikte boliden, op rust gestelde paarden en koetsen, arrensleeën, trapauto, de begrafeniskoets, gemaakt uit onderdelen van andere
buiten gebruik gezette rijtuigen,van Prins Hendrik en Koningin Wilhelmina en zelfs auto's die meer kilometers hebben gevlogen dan ooit hadden
gereden op 's heirs wegen., spreken de kijker aan en verhalen van de historie van vervoersmidelen van het Koninklijk Huis.


Developed and powered by: Henri, Webmaster.
Bronvermelding