De Huizen van Oranje en Nassau

Eclatant Vervoer
Vlag BelgieVlag NederlandGouden KroonGouden KroonVlag LuxemburgVlag Duitsland
Bronvermelding

 Majesteitelijk Vervoer 

Vervaardigen Gouden Koets

De bevolking van Amsterdam wilde aan hun Vorstin iets praktisch en blijvend geven als herinnering aan haar inhuldiging tot Koningin. Een Gouden Koets vond men waardig genoeg. Het opgerichte schenkingscomité werd belast met de uitvoering van de wens van de bevolking. Er werd naarstig gezocht naar een bedrijf dat zo'n opdracht kon uitvoeren en ook kennis van zaken had. Het oog viel op het bedrijf van de gebroeders Spijker. Zij hadden een goede naam op dat gebied en de overeenkomst werd voor een bedrag van ƒ11.000,- snel gesloten zodat het bedrijf aan het werk kon. De opdracht werd in 1897-'98 uitgevoerd.

Dit is het verhaal van simpele smeden die in het begin gewoon hun vak uitoefenden, hetgeen bepaald niet als opzienbarend kan worden ervaren. Het werd even wat anders toen een eenmalig voorkomende opdracht hun ten deel viel. Het bouwen van de Gouden Koets. De overhandiging van het voiture vond - met alle egards- plaats op 7 september 1898. Nog steeds mogen wij genieten van het vakmanschap dat dit bedrijf in huis had. Dat zorgde ervoor dat wij al jaren kunnen kijken naar deze schitterende Koets die het Staatshoofd vervoerd naar het Binnenhof op Prinsjesdag.


Aanbieding van de Gouden Koets op 7 september 1898 aan Koningin Wilhelmina.

Het bouwen van de koets stelde hoge eisen aan het vakmanschap van ontwerpers en constructeurs. In Amsterdam was in die tijd veel kennis op het gebied van rijtuigbouw aanwezig. De opdracht voor de bouw van de Gouden Koets ging naar de firma Spijker, later ook bekend om zijn automobielen. Voor de bouw van de koets moest een groot aantal problemen worden overwonnen. De koets moest zo gemaakt worden, dat de Koningin haar volk, en het volk zijn Koningin goed kon zien. Ook moest de koets zo hoog worden dat zij er rechtop in kon staan. De koets mocht echter ook weer niet te kolossaal worden, want het moest door smalle, niet al te hoge poorten kunnen, zoals die op het Binnenhof in Den Haag.


De zagerij van de Gebroeders Spijker en het ruw in elkaar zetten van de Gouden Koets.

Bij hun ontwerp gingen de gebroeders Spijker uit van het staatsierijtuig zoals dat in de negentiende eeuw veel voorkwam.

Wel werden de laatste snufjes op het gebied van de rijtuigbouw toegepast. Zo kreeg de koets massief rubberen wielbanden en elektrische verlichting.

De naam van de Gouden Koets is enigszins misleidend. Het rijtuig is namelijk gemaakt van Javaans teakhout.

Dit hout is deels beschilderd, deels verguld met bladgoud.

Aan dit bladgoud heeft de koets zijn naam te danken.

Bij het vervaardigen van de koets is er bewust naar gestreefd zoveel mogelijk materialen te gebruiken.


Bewerken van de bovenveer. Vervaardigen van de assen en het maken van de draaikrans.

De versiering van de koets is uitgevoerd in Hollandse renaissancestijl, de stijl van de Gouden Eeuw. Aan Van de Waay, hoogleraar aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten, werd het schilderwerk opgedragen. Van den Bossche en Crevels initialen ontwierpen de beeldgroepen. In de afbeelding van allerlei planten, dieren en figuren uit de Oudheid en uit legenden, moest symbolisch en allegorisch worden uitgedrukt wat het Nederlandse volk zijn Koningin aan goede wensen en zegenbeden mee wilde geven. Het geheel moest wel harmonieus zijn. Ieder onderdeel moest passen bij de rest en toch


Hout snijwerk ornamenten van de Gouden Koets.

De vier panelen van het rijtuig zijn gesierd met schilderingen: op de voorzijde, die de toekomst symboliseert, staat rechts een voorstelling van het onderwijs aan het volk "en links " het recht, dat diegenen uit het volk beschermt, die hulp behoeven: een gekwetste arbeider, een blinde grijsaard, een weduwe en wezen. De hoop op verbetering van de toen niet al te beste sociale voorzieningen is duidelijk aanwezig. Onder deze voorstelling is in een bas-reliëf de "levensverzekering" weergegeven.De schildering op de rechterzijde van de koets stelt voor de "hulde van Nederland" en die op de linkerzijde de "hulde der koloniën".


Beschilderen van de achterzijde.(l en r) en vande zijkant

De kroonlijst vertoont de wapens van de toenmalige elf provincies. Als trotse schenker van de koets liet Amsterdam het wapen van Noord-Holland - evenals het wapen van Amsterdam zelf - iets groter uitvoeren dan die van de andere provincies. De lijst wordt op de hoeken ondersteund door vier legendarische figuren. In hun handen dragen zij lantaarns. Deze lantaarns, met bovenop de Koninklijke kroon, werden zo ontworpen, dat ze, uitzonderlijk in die tijd, ook gebruikt konden worden voor elektrische verlichting.


Aanbrengen van de tekeningen alsmede het maken van het dak.

Onder de ramen van de koets loopt een fries, waarin in reliëf zijn gesymboliseerd: godsdienst, leger, recht, kunst, wetenschap en arbeid. De Gouden Koets is versierd met hoorns van overvloed, narren met in hun handen ivoren handvatten, leliën en rozen - symbolen voor de trouw - en een cartouche met het jaartal 1898.

Het vakmanschap hier tentoon gespreid is groot. Men nam de beste vaklui die deskundig waren op het gebied van koets bouwen, in dienst en zij kregen de vereerde opdracht deze wagen te bouwen. Het gevolg was een buitenwoon prachtig resultaat dat de toets der kritiek met gemak kon doorstaan.

Het eindresulaat was er dan ook naar en het volk, dat deze kost schonk aan hun Koningin kon tevreden zijn. Het verzamelde geld werd goed besteed.


Plaatsen lantaarnhouders, vervaardigen van de Dakdecoraties en het snijwerk voor de lantaarndrager.

Op het dak van de koets is een beeldengroep te zien die de welvaart voorstelt. De vier sectoren van de economie schragen de kroon, de scepter en het rijkszwaard, die bovenop een kussen liggen. De handel wordt gesymboliseerd door een staf en een leeuw. De arbeid - met hamer - draagt een salamander als symbool van het vuur. De landbouw wordt verbeeld door een korenschoof en een sikkel, de veeteelt door een schaap. De symbolen van de scheepvaart zijn de sextant en de dolfijn. Om de vier hoeken van de bovenrand staan kinderfiguurtjes, die de Koninklijke wapens met lauweren omkransen. Cherubijntjes vlechten boven de portieren zegekransen om de Koninklijke initialen.


Vervaardigen van de Beeldengroepen. Ateliers van den Bossche en Crevels en beeldhouwers aan het werk.

Op de naven van de assen staan geschilderde zonnen die het "mild schijnende koningschap" uitbeelden. De spaken "schieten" als stralen naar de velgen, die het firmament voorstellen. In dit firmament zijn de tekens van de dierenriem te zien. De scharnieren en deursloten van de koets zijn versierd met motieven van de hond en de uil, symbolen voor trouw en waakzaamheid. Op de treden zijn waterlelies geschilderd, een symbool van voorzichtigheid. De zwemvogels die de bok schragen, stellen de snelheid voor.


Wielen beleggen met witrubber en proefmontage van de Gouden Koets.

De achterkant van de Gouden Koets is ook zeer fraai beschilderd door van der Waay. Op dat deel van het rijtuig vereeuwigde hij de "Muze der Historie" in het "Boek van de Tijd" de volkshulde bij de inhuldiging van Koningin Wilhelmina. Op de achtergrond van deze voorstelling is een gezicht op Amsterdam met het Paleis op de Dam en de Nieuwe Kerk geschilderd met in de verte scheepvaart op het IJ en de Amstel.


Achterkant Gouden Koets

De binnenbekleding van de koets is geheel met de hand geborduurd. Vijftien miljoen steekjes waren nodig voor een ivoorkleurig fond met oranjebloesem en cherubijntjes. Het plafond is in vlakken verdeeld, waardoor zoveel mogelijk vrouwen de gelegenheid kregen aan de koets mee te werken. De vakken worden afgesloten met vergulde bogen, die zich in het midden samenvoegen en de in lauweren gevatte initialen van Koningin Wilhelmina vormen. Deze initialen worden beschenen door een matgouden zon. De zijwanden zijn geborduurd met de wapens van de provincies, het rijkswapen en twee Amsterdamse wapens: het oude wapen, vastgesteld in 1816, en het wapen uit 1898.

Het tapijt op de vloer is versierd met tulpen, narcissen en hyacinten om het met Nederlandse bloemen bestrooide levenspad van de Koningin te symboliseren. Ondanks de grote hoeveelheid figuren, dieren, bloemen en kleuren, maakt de koets geen "rommelige" indruk. Door de zo strak mogelijk gehouden lijnen, het egale gouden fond, de tere kleuren en de lichte beschildering heeft de koets een grote harmonie verkregen.


Het laden en de eindbestemming.

Het bedrijf Spijker werd in 1880 gesticht door de broers Hendrik-Jan en Jacobus Spijker.

De broers waren zoons van de Hilversumse smid Jacobus Spijker en Jannetje de Groot.

In het gezin werden zes kinderen geboren, maar Hendrik-Jan en Jacobus waren de enige kinderen die de volwassen leeftijd bereikten.

Beide zoonswerden geboren in Hilversum. Hendrik-Jan is geboren op 1 april 1855 en Jacobus op 7 december 1857.

De broers Spijker begonnen als smid in het bedrijf van hun vader. Aanvankelijk bouwden de broers koetsen.

Ze waren daarin zeer succesvol en in 1886 verhuisden ze het bedrijf naar Amsterdam.

In 1897 en 1898 bouwden de Gebr. Spijker de Gouden Koets, een geschenk van de Amsterdamse bevolking voor de inhuldiging van Koningin Wilhelmina.

Op dit moment is de Gouden Koets in restauratie geweest en het heeft een Kapitaal gekost om het weer in oude glorie te doen herleven.

Maar gezien het eindresultaat lijkt dat gelukt te zijn. De Gouden Koets staat in het koetshuis van het Koninklijk Staldepartement. Slechts bij hoge uitzondering bestaat de mogelijkheid de Gouden Koets van dichtbij te bekijken.

Van 18 juni 2021 tot en met 27 februari 2022 werd de gerestaureerde Gouden Koets tentoongesteld in het Amsterdam Museum.