De Huizen van Oranje en Nassau

Oranje Nassau Keramiek
Vlag BelgieVlag NederlandGouden KroonGouden KroonVlag LuxemburgVlag Duitsland
Bronvermelding

 Vorstelijk Oranje Keramiek 

Ontstaan Majesteitelijk Keramiek

Keramiek is in feite een materiaal dat niet valt onder de categorieen metaal of polymeer. Het kan worden omschreven als een materiaal wat wordt gevormd door verhitting (in bijvoorbeeld een oven) en soms ook druk, waarbij minimaal twee elementen aanwezig zijn. Eén ervan is non-metallisch en de ander mag zowel metallisch als niet-metallisch zijn. Het woord keramiek komt van het Griekse keramos, wat drinkvat of aardewerkvat betekent en wordt voornamelijk gebruikt voor voorwerpen die van gebakken klei gemaakt zijn

Traditioneel zijn keramieken dan ook op klei (ofwel silicaten) gebaseerd. Hiervan zijn er zeer veel en ze worden gemaakt van uiteenlopende kleisoorten, diverse toeslagstoffen en allerlei procédés (bijvoorbeeld een verschillende oventemperatuur). Technische keramieken gebruiken ook andere elementen en worden voor verschillende mechanische toepassingen gebruikt. Keramiek valt, afhankelijkheid van de temperatuur van stoken, uiteen in drie groepen naar hardheid: het relatief zachte aardewerk, en een tussenvorm, steengoed.


Antieke schotel voorstellend Jeanne d'Arc, met suikerpot en sausbeker. Keramische vaas en Buste van Augsute Rodin.

In de zestiende eeuw ontstond in Japan Raku, dat vaak voor eenmalig gebruik was bestemd en werd gestookt doordat men een (thee)kom in een vuurtje legde, waardoor die werd gebakken. In de Middeleeuwen ontdekten de Arabieren hoe ze met tinglazuur majolica konden maken. De naam die wij ervoor gebruiken, is afgeleid van "Majorca", maar de oudere antieke majolica is vooral afkomstig uit Italië (15e-16e eeuw en later). Vanaf de 17e eeuw werd het ook in Delft gemaakt. Een bekend voorbeeld van steengoed zijn de Duitse bierpullen die rond 1500 tot ontwikkeling kwamen; bekend zijn de baardmankruiken: kruiken met daarop in reliëf een gezicht met een baard.

Ook in Frankrijk en Engeland werd overigens steengoed gemaakt; in Engeland ging het aanvankelijk om Duitse import, en het duurde nog meer dan een eeuw voordat er inheems steengoed werd gemaakt. In China was steengoed al veel eerder bekend: hoogtepunten komen al voor in de Sung -periode(10e-13e eeuw). Het bekendste Oosterse porselein is waarschijnlijk dat uit de Chinese Ming-periode. Ook T'ang, Yüan en andere perioden brachten porselein voort. Soms was dit blauw-wit, soms polychroom, terwijl ook allerlei andere kleuren en patronen voorkomen. Vanaf de 17e en 18e eeuw produceerden ook vele Europese landen porselein.


Groep TerraCotta krijgers Chinese Keizer Qin Shi Huangdi te Xian

Het Terracotta (terracotta’s; terracottaatje) (Italiaans: terra cotta, 'aarde gebakken' = gebakken klei) bestaat veelal uit materialen verglaasde gebrande potterbakkerskleimet de kleur licht roodbruin. Terracotta is poreus, ongeglazuurd aardewerk van meestal rood, ook wel geel of bruinbakkende klei. Wit aardewerk wordt biscuit genoemd. Terracotta wordt op diverse manieren toegepast, zoals bij bloempotten en goedkoop servies.

Het Terracotta (terracotta’s; terracottaatje) (Italiaans: terra cotta, 'aarde gebakken' = gebakken klei) bestaat veelal uit materialen verglaasde gebrande potterbakkerskleimet de kleur licht roodbruin. Terracotta is poreus, ongeglazuurd aardewerk van meestal rood, ook wel geel of bruinbakkende klei. Wit aardewerk wordt biscuit genoemd. Terracotta wordt op diverse manieren toegepast, zoals bij bloempotten en goedkoop servies. Het Terracottaleger is een benaming voor de 9099 terracottafiguren die als grafgiften zijn meegegeven aan de eerste keizer van China, Qin Shi Huangdi. Het 'leger' bevindt zich tussen de berg Li en het hedendaagse Xi'an. Deze overblijfselen bij het graf van keizer Qin Shi Huangdi (221-214 v.Chr.) behoren tot het UNESCO-Werelderfgoed.

Ook wordt het wel eens gebruikt voor beelden. Hierbij gaat het vooral om het ontwerpen van beelden, waarbij de beelden later in duurder materiaal worden uitgewerkt. Invloedrijke keramisten in het Nederlandse taalgebied zijn onder andere Chris Dagradi (1954), Johan van Loon (1934), Jan Snoeck (1927) en Jan van der Vaart (1931-2000). Aardewerk is een verzamelnaam voor potten, schalen, drinkbekers en kruiken, bedoeld als vaatwerk en tegels, gebakken uit klei. Onder aardewerk in eenvoudige vorm worden voorwerpen verstaan, die gemaakt zijn van leem of klei, veelal gehaald langs rivieren. Deze worden na droging gebakken en daardoor hard. De grondstof zal dan niet meer door water worden verweekt en uiteenvallen. Door de hoge temperatuur bij het bakken zijn de kleideeltjes aan elkaar geklit of gesinterd. Goede klei voor deze producten is: kaolien (China-clay), een fijne witbakkende kleisoort.

Bij gebruik van mindere soort klei kan men niet met hoge temperaturen bakken en blijft het werkstuk poreus. Deze moet dan met een glazuurlaag worden bedekt om waterdicht te worden. Voor glazuur, een glassoort, gebruikt men lood- of tinglazuur. Deze smelt bij niet te hoge temperatuur en vloeit over het oppervlak van het product. Deze glazuur kan transparant of dekkend van kleur zijn. Tevens worden glazuren gebruikt om het aardewerk van diverse kleuren te kunnen voorzien. Op die manier krijgt men de prachtige kleuren die door dit glazuur worden vastgehouden. Aardewerk voor bouwkundige doeleinden wordt wel aangeduid met bouw- of woonkeramiek. Aardewerk heeft gedurende vele duizenden jaren een belangrijke rol gespeeld in de menselijke geschiedenis. Omdat het materiaal slecht verweert zijn overblijfselen van aardewerken voorwerpen een belangrijke bron van informatie. De stijl en de technologie van het aardewerk veranderden in de loop der jaren, waardoor aardewerken scherven en voorwerpen ook goed gebruikt kunnen worden voor het dateren van een bepaalde vindplaats of laag. Er zijn dan ook allerlei culturen naar aardewerkvormen genoemd, zoals de klokbekercultuur en de urnenveldencultuur.


De voorstelling op een Susannakruik. De Baardmankruik en Nijmeegse Uilenbeker.

Ook de afbeeldingen die op het aardewerk aangebracht werden geven soms inzicht in de cultuur. We kennen bijvoorbeeld de Suzannakruik die een bijbels verhaal vertelde, de baardmankruik en de uilenbeker in de vorm van een uil. Dit soort voorwerpen was gedurende een bepaalde tijd populair. Luxe aardewerken goederen vertellen een verhaal omtrent de welstand van de bezitter. Hiernaast is het van belang dat er bepaalde plaatsen waren waar aardewerk in grote hoeveelheden werd geproduceerd. Het van een dergelijke plaats afkomstig aardewerk had specifieke kenmerken. Dit alles geeft ons inzicht omtrent de toen gebruikte handelsroutes.

Susanna was een vrouw uit een apocrief gedeelte van het boek Daniël dat dan ook wordt gerekend tot de Toevoegingen bij Daniël. Zij nam een bad in de privacy van haar tuin, zonder zich te realiseren dat twee mannen haar bespiedden. De mannen probeerden haar te verleiden, maar Susanna ging daar niet op in. Uit wraak beschuldigden de mannen haar van ontucht met een onbekende man. Ze kon daarvoor de doodstraf krijgen. Er waren twee, getuigen dat was voldoende bewijs. Daniël vermoedde dat er iets niet klopte en besloot de twee mannen apart van elkaar te ondervragen. Toen de getuigenissen in details van elkaar verschilden, was dat het bewijs van Susanna's onschuld. De mannen werden ter dood gebracht.

De Baardmankruik.Kruik, meestal bruin geglazuurd, van hard en dicht aardewerk, vanaf het begin der 16e eeuw vervaardigd in de omgeving van Keulen. De schenkzijde van de hals vertoont een baardig mannengezicht in relief. De baardmankruik werd gebruikt om voornamelijk alcohol uit te genuttigen en zou dan door protestantse drinkers zijn gebruikt.


Lampetstel, Saksisch aardewerk en Kaststel.

Steengoed of Gres (Duits: Steinzeug; Engels: Stoneware) is een keramisch materiaal dat gemaakt is van een kleisoort die tegen hoge temperaturen bestand is. De eigenschappen van gres zitten tussen die van aardewerk en porselein in. Het wordt gebakken bij 1150 tot 1350ºC, waarbij het versintert, waardoor het niet poreus is en ondoordringbaar wordt voor de meeste vloeistoffen. Het is ook goed bestand tegen zuren. Reeds in de 13e eeuw werd in het gebied rondom Keulen gres, ook wel steengoed genoemd, geproduceerd. Vanaf de 14e eeuw werd dit 'Keuls aardewerk', vooral bekend door de Keulse pot. Grès kan van een zoutglazuur worden voorzien.

Door zijn grote slijtvastheid is grès ook een bijzonder geschikt materiaal voor vloertegels, traptreden en vensterbanktegels. Grès wordt al meer dan 100 jaar gebruiktom rioolbuizen van te maken. Riolering moet bestand zijn tegen een hoge zuurgraad, en daar kan gres goed aan voldoen. Het heeft een grote duurzaamheid en is vormvast. Door het brosse karakter van het materiaal heeft het echter een beperkte weerstand tegen mechanische belastingen. In Limburg zitten vanouds veel fabrikanten van grèsbuizen, zoals bij Tegelen, Belfeld, Beesel en Swalmen.


Grèsbuizen van Keramiek. Grèskruik en Grèsvloer%tegels.

Een Keulse pot is een stenen pot die eeuwenlang gebruikt werd voor het inleggen van groente, vlees en eieren. De Keulse pot is gemaakt van keramisch materiaal (gres) met een laag zoutglazuur. Deze laag glazuur zorgde ervoor dat de pot waterdicht is. Geglazuurd aardewerk neemt ook niet de smaak aan van het voedsel dat erin bewaard wordt. De potten werden gemaakt in Keulen en omgeving, met name Frechen en Siegburg. De Keulse pot is grijs/blauw met kobaltblauwe versieringen of bruin van kleur. Ze werden in allerlei formaten gemaakt; van hele kleine potjes tot grote potten met een inhoud van 20 tot 30 liter. In de zomer werden groenten geoogst, zoals boontjes en koolsoorten, waarna deze geconserveerd werden door ze in te leggen in een Keulse pot.

De groente werd schoongemaakt. De Keulse pot werd gevuld met laagjes rauwe groente afgewisseld met laagjes zout. Op de pot werd een schone doek gelegd en daarop een houten deksel met een steen erop om het op zijn plaats te houden. De pot werd op een koele plaats gezet. Af en toe moest het vocht worden verwijderd en werd er weer een schone doek opgelegd. In de winter werd een portie groente uit de pot gehaald en goed afgespoeld, waarna het gekookt werd. Snijbonen en zuurkool waren typische wintergroenten uit de Keulse pot. De snijbonen werden vooral in combinatie met witte bonen gegeten, deze konden namelijk gedroogd bewaard worden en waren zodoende ook het hele jaar voorhanden.


Keulse potten. Keulse plantpot en Keuse kruiken.

November is de slachtmaand. Dan werd het varken geslacht. De ham en het spek werden gedroogd in de schouw. De andere stukken vlees werden in Keulse potten gedaan, op dezelfde manier als de groente. In de winter leggen kippen bijna geen eieren. Daarom werden eieren in de zomer gekookt,gepeld in ineen Keulse pot gelegd. Dit werd overgoten met azijn en weer afgedekt. Ook groenten (zoals augurken en uien) en fruit (zoals vossenbessen en kwetsen) werden in Keulse potten in azijn ingelegd. Op deze manier kon voedsel bewaard worden voor de winter. Ook werden Keulse potten met voedsel meegenomen op schepen. Vanaf 1900 begon men ook met inmaken of wecken.

Omdat de aanschaf van weckpotten, een weckketel en andere benodigdheden duur was, duurde het tot ongeveer 1920 dat inmaken populairder geworden was dan inleggen in Keulse potten. Keulse potten werden nog wel gebruikt om boter, reuzel, zout, mosterd, soda, enzovoort in te bewaren. Ook kregen ze een decoratieve functie in de keuken waar ze gevuld werden met bijvoorbeeld houten lepels of gebruikt werden als bloempot.


Moderne grès vaas. Modern keramiek en keramieken vaas met houten lepels.

Koninklijke Tichelaar Makkum. Een Spaanse kaart uit 1572 wijst op de plek van de huidige aardewerkfabriek al een ‘bricaria’ aan, een steenfabriek. Het is het oudste bewijs voor de eeuwenlange geschiedenis van die het bedrijf in Makkum heeft. Zonder onderbreking wordt hier al bijna 450 jaar klei gebakken. Rond 1670 verving de vervaardiging van gebruiksaardewerk de oorspronkelijke baksteenproductie. En sinds 1890 legt Koninklijke Tichelaar Makkum zich voornamelijk toe op ambachtelijk sieraardewerk. Tot op de huidige dag wordt de continuïteit van het familiebedrijf bewaard, met een goed besef van de waardevolle traditie en een gretig oog voor vernieuwing.

Het verhaal van het familiebedrijf begon in 1640. Onafgebroken is sindsdien de zeggenschap over de onderneming tussen de generaties doorgegeven. Huidig directeur Jan Tichelaar is inmiddels de 13de generatie die aan het roer staat. Hij herkende het unieke vermogen van het bedrijf om keramisch maatwerk te leveren, zowel op het gebied van onderzoek als productie. Door samenwerking te zoeken met gerenommeerde architecten en ontwerpers vormde hij het bedrijf om tot een innovatief ambachtelijk laboratorium dat nu niet langer op voorraad maar op aanvraag produceert. Tichelaar is het oudste bedrijf in Nederland en neemt daarom zijn lange geschiedenis serieus, zonder zich door het verleden te laten belemmeren.

In de loop der eeuwen is een onschatbare bron van keramische kennis en kunde opgebouwd en van generatie op generatie doorgegeven. Dat proces gaat voort. Tichelaar legt er meer dan ooit de nadruk op dat productvernieuwing en kennisontwikkeling gelijke tred moeten houden. In een bedrijf dat ruimte geeft aan experiment en onderzoek. Dat maatwerk wil leveren voor professionele architecten en ontwerpers en zo culturele meerwaarde creëert voor makers en consumenten. Klassiek vakmanschap, hedendaags design en toekomstgericht onderzoek hebben in Makkum een duurzaam verbond gesloten.


Meerkleurig gedecoreerd bord. Meerkleruige vaas en Tichelaars vakmanschap.

De Koninklijke Porceleyne Fles is een aardewerkfabriek, opgericht in het jaar 1653 in Delft en tegenwoordig ook als museum te bezoeken. Er wordt Delfts Blauw aardewerk vervaardigd. Het is een van de kleinste aandelen genoteerd aan de effectenbeurs. De fabriek is opgericht door David Anthonisz v. d. Pieth, en was oorspronkelijk gevestigd aan het Oosteinde in Delft. Wegens concurrentie van fabrieken uit het buitenland, die harder aardewerk produceerden dat bovendien fijner beschilderd kon worden, werd halverwege de 19e eeuw overgegaan van het oorspronkelijke Delfts Blauw op massaproductie van goedkoop gedrukt aardewerk. In 1876 kocht ingenieur Joost Thooft uit Delft de fabriek met als oel toch weer Delfts Blauw aardewerk te produceren en de kwaliteit te verhogen.Tot de dag van vandaag wordt het aardewerk van Royal Delft in deze fabriek vervaardigd.

De klassieke stukken worden hier gebakken, geglazuurd en nog een keer gebakken, waarna het eindproduct door een keuring gaat alvorens het in de showroom terecht komt.De afbeeldingen door klieden met penselen van marter- en eekhoornhaar op het biscuit aangebracht. De schilderingen die met name worden geproduceerd zijn molens en schepen, maar daarnaast ook aansprekende motieven. Hiervoor kunnen met sjablonen schetsen worden aangebracht op het nog te bakken porselein, waarna het handmatig wordt geschilderd. Er wordt met kobalt (II ) oxide gewerkt dat zwart lijkt te zijn, maar na het bakken blauw van kleur wordt. De verschillende kleuren blauw worden bewerkstelligd door het meer of minder toevoegen van water in de fabriek wordt met name gewerkt met kaolien, veldspaat, kwarts en calciumcarbonaat voor de vervaardiging van Delfts blauw.


Keurmerk Delfs Blauw. Waternood ramp 1953 en Moderne aardewerk schotel.

Vanaf 1881 was Abel Labouchère er werkzaam; deze werd in 1884 Thoofts zakenpartner. Met hun personeel ontwikkelden ze kwalitatief hoogstaand Delfts Blauw keramiek dat al snel wereldberoemd werd. Na het overlijden van Thooft zette Labouchère de fabriek alleen voort. De fabriek kreeg in 1919 het predicaat 'Koninklijk'. Naast het Delfts blauwe aardewerk werden er van 1907 tot 1977 ook Cloisonné tegels met de techniek van de aardewerk fabriek Westraven uit Utrecht die werd overgenomen, vervaardigd. Deze tegels waarvan de verschillende kleuren glazuur, waaruit de afbeelding is opgebouwd, worden gescheiden door kleirandjes. De Porceleyne Fles trekt jaarlijks ongeveer 150.000 bezoekers.