De Huizen van Oranje en Nassau

Titels Adel
Vlag BelgieVlag NederlandGouden KroonGouden KroonVlag LuxemburgVlag Duitsland
Bronvermelding

 Adellijke Titels 

Ontstaan Adellijke Rangen en Titels
alexander III
Vorst-Koning Alexander III

De Adel was een zeer besloten geheel met aanzienlijke positie's in onze maatschappij. De huidige Europese Adel ontstond in feite ver voor de Franse Revolutie. De bevoorrechten van een volk, creëerden een standenmaatschappij, gelijk die van de geloofsbewegingen. Volkeren, zoals de Romeinen, de Grieken, vele Aziatische en ook Afrikaanse stammen kennen hun Adel. Zij het onder andere namen. Wij beperken ons hier tot de al eerder genoemde Europese Adel.Deze Adel was, al honderden jaren bekend met het fenomeen van een grote verscheidenheid aan aanspreektitels.

Ook Edelen met geslachten die eeuwenlang al bestonden en waarvan de nazaten veelal regeerden over kleine stukken grond of over landen tegelijk, zoals Keizer Karel V dat deed, konden aanspraak maken een een groot aantal titels en edele beschrijvingen des persoons. De creativiteit die uit sommige adellijke breinen voortsproot om het 'beestje' maar een naam te geven, verdient alle respect maar toont geen enkel begrip voor de realiteit. Voorwaar een kunst. Adel kenmerkt zich door Erfelijkheid via geboorte verworven. Nieuwelingen worden uitsluitend bij hoge uitzondering opgenomen in de Adelstand. Men denkt dan aan door de tegenwoordige Heerser benoemde burgers.

De 'echte' Edelen zijn een afzonderlijke en zeer besloten groep, zonder veel sociale mobiliteit. Het is eigenlijk een gesloten Kaste. Onderling wordt er vaak getrouwd en een buitenstaander, als hij daarvoor in aanmerking komt - een verheffing in de Adelstand door een Koning - is hij niet zonder meer een Edelman. De groepsvoorrechten zijn zeker niet van toepassing op haar of hem. De titels mogen vandaag de dag niet veel meer worden gevoerd (Duitsland, Oostenrijk en Frankrijk) en de daaraan ooit verbonden voorrechten zijn ook niet meer aanwezig. De Adel ontwikkelde regels om vast te stellen of iemand tot hun kaste behoorde. Om het veronderstelde superieure bloed zuiver te houden werd het huwelijk met niet-adellijke partners sterk ontmoedigd. In het Adellijke zelfbeeld waren zij immers de dragers van superieure overerfde eigenschappen die anderen kennelijk niet bezaten.

>De Edelen hadden 'blauw bloed' dat niet vermengd mocht worden. Bovendien ontwikkelden zij een eigen cultuur en taalgebruik waarin zij zich van anderen onderscheidden. Het recht op een wapen te voeren is nooit het alleenrecht van de Adel geweest. In de late Middeleeuwen werd de Adel in economisch belang overschaduwd door de handeldrijvende burger-koopman. De regelmatig uitdijende bureaucratie van het Hof werd nog wel geleid door Edelen maar die hadden juist de gestudeerde burgerzonen hard nodig. Aan het einde der Middeleeuwen waren welliswaar het Leger en het Bestuur nog het domein van de Adel. Dit echter verminderde in de loop van de navolgende jaren zienderogen. Koningen deden steeds meer een beroep op de goed ontwikkelde burger om het land te besturen. Op die manier speelden Keizers en Koningen de Adel en de burgers tegen elkaar uit. Als tegenprestatie verleenden diezelfde Monarchen ook het Adeldom aan burgers. Deze nieuwe Adel werd ook Briefadel genoemd, naar de Adelsdiploma's die zij ontvingen.

Ten tijde van het ontstaan van het fenomeen Adeldom waren er slechts Ridders, Baronnen en Graven. De laatsten waren omhoog geklommen ambtenaren van de Keizer. Hun verheffing in de Adelstand was het resultaat van een positie aan het Hof. In feite was het een erkenning gekregen voor het werk dat zij voor hem hadden verricht. Het verlenen van de eerder genoemde Adellijke titels was ook erfelijk. De titels van Hertog (legerleider), Markgraaf, Markies (bestuurder van een grensgebied) en ook die van Vorst, waren in de zeer vroege Middeleeuwen geen erfelijke maar bovenal bestuurlijke aanduidingen. In de 12e eeuw werd het Adeldom wat gestructureerder van opzet. De kaste werd gesloten. Deze zogenaamde Uradel had geen Adelsdiploma en dat was ook niet nodig.

In de ontstane Kaste kende men elkaar van haver tot gort. Hun recht op een titel en daarmee op Adeldom ging terug naar voorhistorische tijden. Binnen de beslotenheid van het instituut Adel bewaakten zij - als geen ander - hun voorrechten en verdedigden die met hand en tand tegen afbraak of aantasting. Er was - zeker als men kijkt naar de hogere functie's - sprake van een monopolie. Burgers werden niet toegelaten in hun rangen en al helemaal niet op de toernooien. In latere jaren moest deze Uradel toch haar hoofd buigen en anderen toelaten die door de Keizer, Vorst of Koning waren verheven in de Adelstand, zoals dat deftig werd uitgedrukt. Dat ging echt niet van harte. Ook vandaag de dag levert dat problemen op.

Een van de afstammelingen de Nederlandse Uradel, vertelde dat hij niet het woord 'Prinses' bij Mabel of Laurentien door de strot kon krijgen. Dat was in zijn ogen geen Adel maar een omhoog geschoten burgeres, die getrouwd was met een persoon van Adellijke afkomst. Men kan de Adel onderverdelen in Hoge-, Lage- en Brief Adel. Een aantal van hen had bijzondere voorrechten in het Bestuur. Honderden van deze Edelen bestuurden voor hun heer de Prinsdommen, Hertogdommen, Graafschappen en wat dies meer zij. In Frankrijk hadden Edelen slechts toegang aan het Hof als zij tenminste 16 kwartieren (vier generatie's aan voorouders) konden tonen. Spanje idem dito. Lodewijk XIV van Frankrijk maalde daar niet om.


Prins Ferdinand, Hertog van Brunswick

Voor deze Vorst waren alle mensen gelijk, hetgeen hem niet in dank werd afgenomen door de Hoge Adel. In Engelanden ontstonden Adellijke groepen die zich de 'Peers' of 'Lords of Parliament' noemden, met een zetel in het Hogerhuis. Overigens kent het Adeldom een grote verscheidenheid aan benamingen. Zo is er UrAdel, oude Adel, nieuwe Adel, Napoleontische Adel die door Keizer Napoleon in de Adelstand was verheven, Hoge- en Lage Adel, Hof Adel alsmede Land Adel. In het rijk van Keizer Karel de Grote was Adel een kaste van grootgrondbezitters in het bezit van positie en macht.

In Duitsland en ook in andere landen gaat de Adel familieverbanden aan met de tychonen uit Industrie en Wetenschap. Dat noemt men Geld Adel. In Groot-Brittannie werd en wordt de man of vrouw in kwestie 'voor het leven'in de Adelstand verheven op grond van verdienste (bijvoorbeeld, musici, beeldhouwers, kunstenaars, politici) als beloning voor een aanzienlijke geldbijdrage in het fonds van een politieke partij om een werkbare meerderheid te garanderen. Dit heet in Engeland 'Life Peerage' en al die mensen zijn vaak Baronessen en Baronnen. De titel Baronet, die vergelijkbaar is met Ridder bij ons, wordt echter bij hoge uitzondering toegekend.

De Vorsten deden, waar nodig, een beroep op deze Edelen om hen in het besturen van landgoederen en het voeren van oorlogen bij te staan. Nadat de betere bescherming, in de vorm van zware harnassen en stalen wapens, hun intrede deed, ontwikkelde zich in rap tempo een Feodaal Stelsel waarin de Adel, in ruil voor wederzijdse steun een leengoed van een hogere en machtiger Edelman, beheerde. Deze Edelman was op zijn beurt weer steun verschuldigd aan een nog hoger geplaatste Edele. Op die manier ontstond een hierachie die ook nog hedentendage aanwezig is. Zij het met niet die macht die men vroeger had maar wel is het nog altijd een besloten Kaste. De Adel kan op vele manieren worden ingedeeld. Verscheidene schakeringen zijn aanwezig en dat loopt van ouderdom, functie, juridische positie en maatschappelijk rol. Diverse landen in Europa benaderen de Adel zeer verschillend. In Frankrijk bijvoorbeeld kocht men een heerlijkheid of iets daaromtrent en kreeg de titel erbij cadeau. Dit is een voorbeeld van Grond Adel.


Hoge Adel: Graaf Philippe Ludwig Wenzel von Sinzendorf. Bloed Adel: Kardinal-Infant Ferdinand von Österreich. Hoge Adel: Wereldberoemd Impressionist Graaf Toulouse Lautrec. Hoge Adel: Graaf Leo Tolstoi, Russisch schrijver en pedagoog. Adel: Pierre Baron de Coubertin, Oprichter Olympische Spelen.

In Nederland bestaat nog steeds een adellijke klasse en deze wordt wettelijk beschermd. Deze Adel groeide praktisch niet. Om daar wat aan te doen werden en worden huwelijken gesloten tussen gewone burgers en mensen van Adel. Ons Koninklijk Huis is daarvan een voorbeeld. Praktisch alle huwelijks-kandidaten zijn met burgersmeisjes getrouwd. Dat heeft niet alleen bezien in het licht van uitbreiding der Adel voordelen maar ook dat het nieuwe bloed wordt aangedragen, alsmede de geestelijke kracht die nodig is om een sterke familie tot stand te brengen.

Het is veel te vaak gebeurd dat de Adel ondeling trouwde met alle mankementen die men binnen dat geslacht maar had. Geen ideale positie en daarom werd het gesloten kaste-systeem noodgedwongen verlaten. Niet elke Edel is het daarmee eens maar och de tijd heelt alle worden. Dus ook dit ongenoegen zal op den duur wel verdwijnen en dan ontstaat er een nieuwe gezonde Adelstand. De titels van Edelen en hun voorrechten werden bij ons en bij onze Zuiderburen bij Wet geregeld. Thans kent in Nederland en Belgie de Adel geen bijzondere voorrechten meer maar namen en titels zijn wel beschermd door de Wet. Andere volkeren, zoals Germanen, Franken bezaten vaak hun eigen Adel.


Keizerskroon van Otto uit 962, Oostenrijkse Keizerskroon, Kroon Aartshertog en Insigne van een Baronet.

Om wat duidelijkheid te scheppen in de chaos aan titels, rangen en standen, hebben wij geprobeerd enige logische lijn aan te brengen in het oude zowel als het huidige systeem van aanspreektitels die gebruikt worden binnen de vele Keizerlijke- Koninklijke-, Prinselijke-, Hoogedele- en andere Adellijke Geslachten en Families. De onderstaande graduatie's in titels zijn gerangschikt naar belangrijkheid. Wereldse personen als Keizers, Koningen, Prinsen etc. passeren de revue. Vervolgens laten wij ons licht schijnen over de daaronder lager in rang komende Adellijke Hoogmogendheden.

Keizerlijke en Koninklijke Majesteit

Zijne of Hare Keizerlijke en Koninklijke Majesteit (Z(H)KKM) is een beschrijving van een titel die voornamelijk wordt gebruikt door Keizer- Koningen en hun nakomelingen als Hoofden van Keizerlijke en Koninklijke Dynastieen die doorlopend (dus in functie) Keizerlijk en Koninklijk waren. De eerste die deze waardig was en toepaste, was Sigismund von Luxemburg (1410-1437), de zoon van Karl IV; zijn opvolger, sinds 1433 Rooms Keizer. Hij was tevens Koning van Hongarije (1387-1437) en Koning van Bohemen (1419 - 1437); Sigismund streed mee in de verloren kruistocht van Nicopolis (1396) tegen de Turken. Hij riep het Concilie van Konstanz (1414-1418) bijeen, dat het westers schisma beëindigde. Sigismund was ook Koning van Hongarije, tevens Keizer van Duitsland alsmede Koning van Pruisen.

Deze titel werd - in de loop van de jaren - voor Oostenrijkse en Boheemse Geslachten afgeschaft, terwijl de vacante titel voor de Troon van Hongarije tot 1940 bleef bestaan. De laatste Keizer die tevens de Koningstitel voerde was Mohammed Reza Shah Pahlavi,de Shah van Iran (1941—1979. Koningin Victoria van Engeland heerste als Keizerin-Koningin van India tussen 1876 en 1901. Haar opvolgers, Edward VII, George V Edward VIII en George VI regeerden als Keizer-Koning (1901-1947). Alhoewel, zij niet die titels voerden maar zich beperkten tot de aanspreektitel van Zijne Majesteit.

Keizerlijke en Koninklijke Hoogheid

Keizerlijke en Koninklijke Hoogheid (in het Duits: Kaiserliche und Königliche Hoheit) is een beschrijving die wordt gebruikt door een persoon die via geboorte of huwelijk deze twee verschillende titels hanteert. Bijvoorbeeld, een van de Prinsen van Oranje heet Zijne Keizerlijk en Koninklijke Hoogheid Georg von Hohenzollern, Prins van Pruisen. Dit gebruik is in zwang bij de nazaten van de het Geslacht der Habsburgers, die de titels Keizerlijk Prins, Aartshertog van Oostenrijk en Kroonprins van Bohemen en Hongarije bezitten. Ook hiervan is een voorbeeld te geven. Prins Lorenz van Belgie is Aartshertog van Oost-Oostenrijk en zijn kinderen die ook leden zijn van de Belgische Koninklijke familie, vormen tevens het Keizerlijke Geslacht van Oostenrijk. Deze titel werd ook gebruikt door de oudste zoon van de Duitse Keizer die tevens Kroonprins was van het Duitse Keizerrijk en Kroonprins van Pruisen. Zoals reeds is vermeld worden die titels nog steeds gebruikt door het Hoofd van het Huis van Hohenzollern.

Keizerlijke Majesteit

Keizerlijk Majesteit, afkorting Z(H)KM, is een titel die werd gebruikt door Keizers en Keizerinnen in Europa. Deze beschrijving werd voornamelijk gebruikt om de status van de persoon aan te geven en bepaalde tevens het verschil tussen een Keizer en een Koning, die simpelweg Z(H)M wordt genoemd. Vandaag de dag is ook deze titel amper meer in gebruik. De uitzondering op de regel is de Japanse Keizer of Keizerin, in het Japans Heikido of Heika genoemd.

Keizerlijke Hoogheid

Zijne of Hare Keizerlijk Hoogheid (Z(H)KH) is een titel die gevoerd wordt door leden van een Keizerlijke familie om het Keizerlijke van het geslacht te benadrukken. Dit in tegenstelling tot Koninklijke. Het toont aan dat de houder in kwestie afstamt van een Keizer in plaats van een Koning. Deze titel gaat boven alle enkelvoudige titels. Vandaag de dag bijna is dit niet meer in gebruik. Slechts bij uitzondering bestaat deze beschrijving nog en is die op toepassing op de Keizerlijke familie van Japan. De nazaten van het Keizerlijk geslacht van Rusland gebruiken die titel nog steeds, ondanks het feit dat zij helemaal niet regeren in de voormalige Sovjet Unie. In het verleden was deze titel meer bedoeld voor de oudere leden van de Franse- en Koreaanse Keizerlijke geslachten.

De Aartshertogen van Oostenrijk afkomstig uit de Habsburgse Dynastie voerden de titel van Keizerlijke- en Koninklijke Hoogheid als bevestiging van hun recht op de titel van Kroonprins van Hongarije en Bohemen. Leden van het Osmaanse Huis voeren thans nog de titel van Zijne- of Hare Keizerlijke Hoogheid. Iets waar zij het volste recht toe hebben, als zijnde kinderen en kleinkinderen van de Ottomaanse Keizer (Groot Sultan) van het Ottomaanse Rijk.

Links: Karel V (Gent, 24 februari 1500 – Cuacos de Yuste (Spanje), 21 september 1558), voor zijn mondigverklaring Karel van Luxemburg geheten, uit het Huis Habsburg, was sinds 1506 landsheer van uiteindelijk alle Nederlandse gewesten, van 1516 tot 1556 als Karel I koning van Spanje en van 1519 tot 1556 als Karel V Keizer van het Heilige Roomse Rijk. In Vlaanderen staat hij algemeen bekend als Keizer Karel de landen waarover hij regeerde, vormden tezamen het grootste Europese Rijk sinds dat van Karel de Grote. Met de feitelijke macht van zijn erflanden was Karel V bovendien de laatste Rooms-Duitse Keizer die in de gelegenheid was om zijn universele autoriteit ook daadwerkelijk te laten gelden. Op Europees niveau wist hij met succes de aanvallen van het Ottomaanse rijk af te slaan.

De vrijwel permanente strijd met Frankrijk bleef per saldo onbeslist. Als zijn grootste nederlaag ervoer hij het feit dat hij de christelijke eenheid van Europa niet had weten te behoeden voor de scheuring die de reformatie teweeg bracht. Op nationaal niveau heeft Karel V voor zijn erflanden Spanje en de Nederlanden de basis gelegd voor een moderne eenheidsstaat. De heerschappij van keizer Karel V vormt met deze en vele andere aspecten de overgang van de middeleeuwen naar de nieuwe tijd. Een nieuwe tijd die in feite niet veel onderdeed voor wat er al aanwezig was. Bijna alle waarden en normen, werden uitsluitend bepaald door en ten voordele van de Keizer, Vorst, Koning of Heerser. Het heeft lang geduurd eer de nieuwe tijd zich manifesteerde.

Rechts: Keizelijke Majesteit: keizer Hirohito van Japan. De traditionele rol van de Keizer van Japan, de Tenno, is eerder vergelijkbaar met die van een Paus of hogepriester dan met die van een regeringshoofd. Hij heeft vooral religieuze functies binnen de Shinto, een Animistische Religie die specifiek is voor Japan. Het woord 天皇 Tenno is afgeleid van mikado wat de naam was van een Keizerlijk heerser, van het begin van de historie tot het midden van de twintigste eeuw.

Een van de taken van de Tenno was en is het bewaren van de heilige schat die door niemand mag worden gezien. De schat omvat volgens de overlevering een spiegel en een kam. De Tenno hield hof in Kioto tot de Meiji-Restauratie in het midden van de 19e eeuw, toen het hof naar Edo (het latere Tokio) verplaatst werd. Binnen het paleis van de Tenno bevinden zich boomgaarden, bijenkasten en rijstvelden. De Tenno heeft een symbolische en religieuze rol bij het verzorgen van de oogst. Hij garandeert de vruchtbaarheid van Japan en heeft ook een rol bij diverse andere Shinto plechtigheden. De eerste Tenno's zijn mythische, voorhistorische figuren die afstamden van de Zonnegodin Amaterasu en in een bijzondere relatie stonden tot de goden. In de middeleeuwen lag het werkelijke gezag in Japan steeds bij krijgsheren en de Shogun, de militaire heerser van Japan. De Keizer speelde een religieuze rol. Tijdens de Meiji-Restauratie werd de Shogun afgezet en nam de Meiji-keizer het gezag in de nieuwe Japanse eenheidsstaat op zich. Formeel was de Tenno een constitutioneel monarch met uitgebreide bevoegdheden die in zijn naam door de ministers werden uitgeoefend.

De werkelijke macht, en daarmee de verantwoordelijkheid van de Keizer voor de Japanse agressie en de vele oorlogsmisdrijven die door Japans leger werden gepleegd, is nog steeds onduidelijk en omstreden. In de jaren tussen de twee wereldoorlogen misbruikten de militaire machthebbers het aanzien van de Tenno. De nadruk werd sterk gelegd op zijn goddelijke afstamming en daarmee werd ook Japan een goddelijke natie. Na de ineenstorting van Japan in 1945 ontkende de Showa Keizer, in het Westen bekend als Keizer Hirohito, onder Amerikaanse druk dat hij een God was en nam hij genoegen met een strikt constitutionele en representatieve taak Kerk en staat zijn in Japan sinds 1945 strikt gescheiden. De plechtigheden bij de troonopvolging en al de andere Shintoïstische plechtigheden worden door de Keizer als privé persoon uitgevoerd.

Zijne/Hare Majesteit

Majesteit komt van het Latijnse woord Maiestas. Het betekent zoveel als Grootheid. Van oorsprong was, zeker gedurende de Romeinse Republiek, dit woord de feitelijke beschrijving van de hoogste status die iemand kon bereiken. Het plaatste hem of haar ver boven andere mensen. Na de val van Rome, werd het woord Majesteit toegepast om een Monarch aan te duiden die regeerde. Deze titel werd ook gebruikt door Heersers met een grote |wereldse macht met de bedoeling zichzelf de hemel in te prijzen. Ondanks de lagere Koninklijke afkomst als Koning of Koningin werden zij toch Zijne of Hare Koninklijke Majesteit genoemd. De eerste Engelse Koning die de beschrijving Majesteit toepaste was Hendrik VIII, terwijl voorheen de titel Zijne Genade in zwang was. Soms legde men de beschrijving van deze titel vast in een Wet. Doch over het algemeen droegen en dragen hedentendage de Koningen en Koninginnen in Europa deze titel. Er zijn variatie´s mogelijk in de naamgeving. Bijvoorbeeld Spanje kent Zijne Katholieke Majesteit en Engeland Hare Britse Majesteit.


Koning Hendrik VIII van Engeland

Hendrik VIII Greenwich, 28 juni 1491 – Westminster, 28 januari 1547) was Koning van Engeland, Heer van Ierland en later ook Koning van Ierland (1509–1547). Hij stamde uit het Huis Tudor, en was een zoon van Hendrik VII. Hendrik staat bekend als het prototype van de zelfbewuste renaissance-Vorst, meer dan twee eeuwen na de verovering van Wales door Engeland.

Een nog belangrijker ontwikkeling was de afscheiding van de Anglicaanse Kerk van de Kerk van Rome, vanwege een conflict met de paus over de ontbinding van zijn eerste huwelijk. Hiermee werkte hij onbedoeld de protestantse reformatie in de hand. Hij liet zich in 1511 door Paus Julius II betrekken in de Oorlog van de Liga van Kamerijk tegen Frankrijk, waarbij hij in de rug werd aangevallen door Frankrijks bondgenoot Schotland. Hij wist Schotland in 1513 echter een zware nederlaag toe te brengen in de Slag bij Flodden Field.

Ook in Frankrijk boekte hij enkele militaire successen, zoals in de slag bij Guinegate (1513). Hij was intelligent en geïnteresseerd in kunst en wetenschap. De Vorst werd echter ook beschouwd als liefdeloos, egoïstisch en wreed. Tegenstrevers, echtgenotes of dienaren die hem in de weg stonden ruimde hij meedogenloos uit de weg. Hendrik was berucht vanwege zijn huwelijks- perikelen; Hendrik VIII heeft zes vrouwen gehad, waarvan hij er twee liet onthoofden.

Tijdens zijn bewind werden Engeland, Ierland en Wales verenigd in één koninkrijk. Hendrik VIII Greenwich, 28 juni 1491 – Westminster, 28 januari 1547) was Koning van Engeland, Heer van Ierland en later ook Koning van Ierland (1509–1547). Hij stamde uit het Huis Tudor en was een zoon van Hendrik VII. Hendrik staat bekend als het prototype van de zelfbewuste renaissance-Vorst, meer dan twee eeuwen na de verovering van Wales door Engeland.

Een nog belangrijker ontwikkeling was de afscheiding van de Anglicaanse Kerk van de Kerk van Rome, vanwege een conflict met de paus over de ontbinding van zijn eerste huwelijk. Hiermee werkte hij onbedoeld de protestantse reformatie in de hand. Hij liet zich in 1511 door paus Julius II betrekken in de Oorlog van de Liga van Kamerijk tegen Frankrijk, waarbij hij in de rug werd aangevallen door Frankrijks bondgenoot Schotland. Hij wist Schotland in 1513 echter een zware nederlaag toe te brengen in de Slag bij Flodden Field.

Ook in Frankrijk boekte hij enkele militaire successen, zoals in de slag bij Guinegate (1513). Hij was intelligent en geïnteresseerd in kunst en wetenschap. De Vorst werd echter ook beschouwd als liefdeloos, egoïstisch en wreed. Tegenstrevers, echtgenotes of dienaren die hem in de weg stonden ruimde hij meedogenloos uit de weg. Hendrik was berucht vanwege zijn huwelijks- perikelen; Hendrik VIII heeft zes vrouwen gehad, waarvan hij er twee liet onthoofden. Tijdens zijn bewind werden Engeland, Ierland en Wales verenigd in één koninkrijk.