De Huizen van Oranje en Nassau

Kasteel Nassau
Vlag BelgieVlag NederlandGouden KroonGouden KroonVlag LuxemburgVlag Duitsland
Bronvermelding

 Vorstelijke Verblijven  

Interieur Paleis Noordeinde

Deel I

In het Nortende, aan de rand van het toenmalige Den Haag, liet Willem Goudt in 1533 een middeleeuwse hofstede verbouwen tot een voornaam woonhuis met adellijke allure. Het gebouw, waarvan de geschiedenis sinds 1591 onlosmakelijk is verbonden met de Oranjes, heeft zich ontwikkeld tot het Paleis Noordeinde zoals wij dat nu kennen. De eerste Oranjes die het huis vanaf 1591 bewoonden, waren de weduwe van Prins Willem van Oranje, Louise de Coligny, en hun zoon prins Frederik Hendrik. De Staten van Holland huurden in eerste instantie het huis voor 'hare Excellentie met haren zoon en familie'. Dankbaar voor de door Willem van Oranje bewezen diensten schonken de Staten, inmiddels eigenaar, in 1609 het chique Haagse huis aan Prins Frederik Hendrik. Ter herinnering aan deze vroege bewoner hangt in de voorvestibule een portret van de Prins.

Plattengronden Paleis Noordeinde
Bovenstaand zijn de plattengronden van het werkpaleis van de Koning en de Koningin, genaamd Paleis Noordeinde.

Het Paleis Noordeinde werd voor enige tijd bechikbaar gesteld om - slechts een deel daarvan - te bezoeken. In geen tijd waren de kaartjes die er voor nodig waren uitverkocht en velen grepen naast die eenmalige kans. Het werkpaleis van de Koning en de Koningin wordt hieronder daarom met behulp van foto's en de plattengronden aan diegene getoond die geen toegang konden krijgen.

Voorkant Paleis Noordeinde
Voorkant Paleis Noordeinde.


Uitzicht vanaf balcon en een versierd balcon.

Het grootste gebouw is ontstaan als middeleeuwse boerderij die werd in 1533 werd verbouwd als een wat ruimer verblijf. De kelders van de oorspronkelijke boerderij kunnen nog steeds worden bewonderd in de kelder van het paleis. In de loop der jaren kwamen en gingen diverse huurders en in 1609 werd het gekocht door de staat en aan Louise de Coligny, de weduwe van Willem van Oranje, en haar zoon, Prins Frederik Hendrik gegeven. Vanaf dat moment werd Noordeinde officieel gebruikt als een Koninklijk Paleis.


Voorentree met fraaie vestibulemet een malachieten tafel.


Doorkijk naar trappenhuis vestibule en de entree.

De bovendieping is een lust op zich. Een fraai trappenhuis leidt naar boven. De architect heeft weinig nagelaten. Integendeel, hij heeft zijn uiterste best gedaan er iets prachtigs van te maken. Buiten het meer dan mooie gastenverblijf en de zeer fraai gedocreerde zalen op die verdieping is de aankleding van het geheel van grote kwaliteit en getuigd van kennis van zaken, waarvan het schitterend gedecoreerde plafond een eclatant voorbeeld is.


Vestibule 1e verdieping met prachtig plafond.

De fraaie met gouddraad en -stof beklede bankjes die overal in de hal worden aangetroffen zijn niet alleen om op te zitten naar getuigen ook van een uitstekend rustiek ontwerp dat de hallen en het trappenhuis compleet maken. In het plafond verlichting omkleed met stucornamenten, terwijl aan de muren gotische kandelaars hun licht laten schijnen. Samen geven ze er decor aan. Ook hier bestaat de vloer uit diverse kleuren en soorten marmer.De pilaren herinneren aan de Romeinse bouwtrant die eeuwen geleden werd gebruikt.


Bovenvestibule met trappenhuis en bovenvestibule richting Marotzaal.

De achterentree is indrukwekkend te noemen. Bij binnenkomst straalt de schoonheid ervan af. Het borstbeeld van de vader des Vaderlands Willem I'de Zwijger van Oranje staat fier naar de trap die naar de 1e verdieing van het paleis gaat. De schitternede trap is van marmer en de ondersteuning van de leuning verguld. De vloer van deze hal bestaat uit verschillende soorten marmer. De softe verlichting omringd door fraai stucwerk voltooid het geheel.


Hal met uitkijk naar de achterkant, links borstbeeld Willem I van Oranje en de hal naar binnen.


Achterkant Paleis Noordeinde.

In het centrale deel van Paleis Noordeinde, het zogenaamde corps-de-logis, bevinden zich van oudsher de belangrijkste ontvangstvertrekken. De ontvangstkamer kende in de loop van de tijd meerdere functies. Zo diende deze kamer aan het begin van de 19de eeuw als zogenaamde Maarschalkseetzaal totdat Koning Willem III er vanaf zijn inhuldiging in 1849 zijn bibliotheek in vestigde. Na 1898 werd het vertrek verbouwd tot zilverkluis. Tegenwoordig wordt de kamer voor kleine recepties gebruikt en staat deze ter beschikking van gasten die in de aangrenzende logeervleugel overnachten.