De Huizen van Oranje en Nassau

Goudmijnen
Vlag BelgieVlag NederlandGouden KroonGouden KroonVlag LuxemburgVlag Duitsland
Bronvermelding

 Fortuin van Oranje en Nassau 

Investeringen Oranje-Nassau

Er ontbrak alleen efficiënt transport voor die kolen naar de afnemers toe. De Nederlander Henri Sarolea (* 18 januari 1844 Maastricht - + 12 september 1900 te Heerlen) zorgde voor dat vervoer en legde een spoorlijn aan tussen Herzogenrath, Heerlen en Sittard. De lijn was op 1 januari 1896 gereed om kolen te vervoeren. In 1900 overleed Henri Sarolea en werd opgevolgd door A. Haex. In 1908 verkocht de toenmalige eigenaar de Honingman-familie hun aandelen aan de Franse familie Wendel(het tegenwoordige Wendel Investissements). De andere mijnen, Oranje Nassau I t/m IV (ON), werden in productie genomen van 1899 tot 1974.De totale productie is 118.061.000 ton aan kolen geweest. De hoogtij dagen van de mijnen lag in de jaren 1950-1965. De mijnen boden werk aan 55.000 mensen, waarvan de helft bovengronds.

De ON I en ON III zijn nu een onderdeel van het Mijnwater Project, ON IV is nu een Sigrano en Zilverzand mijn, onderdeel van de Sibelco Groep. In 1789, gedurende de Franse Revolutie die ook ons land aandeed, beperkten de Fransen (als bezetters) de macht van de Katholieke Kerk, met name die de kreeg die velden de naam Mines Domaniales.Na het vertrek van de Fransen, vielen deze velden toe aan de Nederlandse Koning. In 1845, bij het aantreden van Koning Willem II, stelde hij aan de Staten voor de mijn in consessie tegeven aan de eigenaren van de spoorlijn Aachen naar Pruisen.

De Staten gingen akkoord met deze move. De Domaniale Mijn heeft gewerkt tot het jaar 1969. De productie aan kolen is rond de 37.990.000 ton geweest. Het was de belangrijkste mijn in deze kolenvelden in Limburg.I n 1925 veranderde de spoorwegmaatschappij haar naam in de Domaniale Mijn Maatschappij N. V. en later veranderd in de naam Domaniale Staats Mijn (DSM). Een onderneming van ons Vorstenhuis. U mag raden van wie. Juist ja, van Koningin Wilhelmina.


Oranje-Nassau Mijnen schacht 1, schacht 2 en schacht 3.

Het bedrijf DSM (1902), groeide in de jaren daarna uit tot een chemiereus, zoals wij dat hedentendage kennen. De hele bups, zoals we dat wel mogen noemen, werd fluks genationaliseerd. Ter meerdere glorie van de centen. De overheid wilde de steenkoolprijzen zelf bepalen. Maar daar diende wat tegenover te staan. Je kon Hare Majesteit nu eenmaal niet met een jodenfooi afschepen, zo bedacht men in Den Haag. Maar ook daarvoor vonden onze onvolprezen ambtenaren een oplossing, waar een ieder zich wel in kon vinden. U weet wel, de beroemde afkoopsom, vergoeding geheten. Belastingcenten uitkeren, wordt het ook wel genoemd. Alleen wij hebben deze wel betaald.

In opdracht van de toenmalige regering onderzocht de Commissie Frowein, vernoemd naar haar voorzitter, de oud-directeur der Staatsmijnen, wat voor een financiële schade deze particuliere bedrijven hadden geleden. Een en ander conform ex.art.5 van het Buitengewoon Mijnbesluit. Wie daar voornamelijk van profiteerden - in ruime mate - waren de particuliere eigenaars/aandeel houders van de genaaste bedrijven. Die kregen een bepaald niet onaanzienlijk geldelijke vergoeding voor hun'verlies'. Daaronder waren ook de Oranje's en de Wendel Groep.

Er was sprake van een vergoeding van rond de f 300 miljoen en dat werd kennelijk betaald van onze belastingcenten. Tijdens het beheer om in geluidstermen te blijven: als er een Opera over zou worden gemaakt, dan klonk deze als een klok. Ook hedentendage klinkt er de zuiverste toon die u maar kunt horen. DSM is nog steeds een bedrijf dat uitstekend innoveert en zeer veel geld verdient met haar producten. Ook daarin heeft de Koninklijke familie aardig wat aandelen. En dat alles is te danken aan een zeer gewiekste vrouw, namelijk Koningin Wilhelmina der Nederlanden. Zoals reeds geschreven was Wilhelmina een vrouw met een visie. Deze visie zorgde ervoor dat zij op 23-jarige leeftijd de kolen, de kolen liet en het onderbracht bij de Franse de Wendel Groep met de zetel in Parijs. Dat bedrijf kreeg in 1903 ook de Oranje-Nassau mijnen onder haar parapluie en deze werden tot het einde van het kolentijdperk toe geëxploiteerd. Het stilleggen van die mijnen door de toenmalige Regering onder leiding van premier Den Uyl, heeft velen in Limburg bijna aan de rand van de afgrond gebracht en de werkloosheid daar was enorm te noemen.Er is veel leed geweest onder de bevolking. Dat werd de toenmalige Regering onder leiding van Premier Den Uyl niet in dank af genomen. De mijnen waren de grootste werkgever in de Provincie. Dit was een staaltje politiek dat zijn weerga niet heeft gekend in ons land, wel daarbuiten.

De beste miskoop aller tijden. De Oranje-Nassau Mijnen in de jaren 1908-1920. In 1908 werden de Oranje-Nassau Mijnen in Heerlen door Honigmann en Co verkocht aan een Franse staalmagnaat voor de som van 5 miljoen gulden. De koper, de Société Anonyme Les Petits-Fils de François de Wendel, was een onderneming van het Huis de Wendel, een van de rijkste en machtigste families van Frankrijk. De familie De Wendel heeft tot en met de sluiting van de mijnen (1974) 100 % van de aandelen van Oranje-Nassau Mijnen in handen gehouden. Het was de bedoeling dat Heerlen cokes ging produceren voor de hoogovens van De Wendel in Lotharingen, maar dat viel enorm tegen. Het leek erop dat Wendel de dupe was geworden van desinformatie van de verkoper.

Vetkolen werden amper aangetroffen, magere kolen des te meer. Die waren goed voor in de kachel, maar ongeschikt om er cokes van te bakken. De Wendel had een kat in de zak gekocht; een strop van ettelijke miljoenen. Toen brak de Eerste Wereldoorlog uit. De schaarste die ontstond door het wegvallen van de kolenimport uit Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, was een zegen voor producenten van magere steenkolen. De verkoop van huisbrandkolen was zeer winstgevend. De eigenaren van de N. V. Oranje-Nassau zaten opeens op een goudmijn. Nog voor het einde van WO I hadden de aandeelhouders hun hele kapitaal terugverdiend dankzij de riante dividenduitkeringen die opliepen tot meer dan 1 miljoen gulden per jaar.

De Wendel Groep en haar bedrijven per 31 december 2010


Hoofdkantoor Wendel en dochter-onderneming Saint-Cobain

Wat en wie is nu deze Wendel Groep. Vreemd genoeg is het een van de oudste bedrijven (later een concern) ter wereld. Niet veel ondernemingen kunnen bogen op een zo'n eerbiedwaardige leeftijd als Wendel. Velen hadden allang het loodje gelegd of waren in andere handen over gegaan en dat maakt nu de Wendel Grouppe zo bijzonder. Even een historisch overzicht. Het bedrijf ontstond in de tijd dat Lodewijk XIV over Frankrijk regeerde en werd gesticht door Jean-Martin Wendel die te Longlaville op 22-02-1665 ter wereld kwam en deze verliet op 25-06-1737. In de tussenliggende periode richtte hij in 1704 een bedrijf op, dat deed in staal, staalfabrieken, ijzererts, kolen, machine's en het ontwikkelen van het spoortransport.

In de loop der eeuwen werkten zijn opvolgers met groot succes aan de uitbouw van de firma en zo werd het een Industrieel Imperium van wereldformaat. De Wendel Groep verkoopt eigenlijk van alles en niets. Verkoop van producten is voorbehouden aan de gelieerde bedrijven die deze ook maken. Overigens is het wel verbazingwekkend dat een bedrijf als Wendel, aangeduid als de Wendel Group al die eeuwen (thans 310 jaren) kunnen blijven. We hebben toch diverse oorlogen en stammenstrijd tussen deverschillende Keizers, Koningen, Prinsen en Edelen die met hun tijd niet uit de voeten konden en elkaar vrolijk het leven zuur maakten (Duitsland, Engeland, Frankrijk en Spanje) en verschillende beurscrashes gehad - die van 1930 bijvoorbeeld - toen er niets over was op de beurzen. We spreken dan maar niet van de aanzienlijke beursproblemen in de jaren vijftig, tachtig en negentig van de vorige eeuw.

Ook niet die in het begin van deze eeuw. Toch overleefde de Wendel Groep dit soort drama's. Kennelijk met gemak en breidde bovendien in de loop der eeuwen ook nog eens fors uit tot een wereldwijd conglomeraat. De tijd leek geen invloed te hebben op het fenomeen de Wendel Groep. Ons bekruipt het sterke gevoel dat er zoveel kapitaal achter zit, dat de Wendel Groep praktisch alle financiële stormen - ook de economische malaise die nu aan de gang is - zal overleven. In deze heel aardig gesteund door o. m. de Koninklijke Familie middels het Oranje Kapitaal. In feite is beleggen heel simpel en geld verdienen ook.

Je verkoopt je bedrijf (deels of helemaal) aan Wendel en neemt daarvoor in de plaats aandelen in de Wendel Groep. En, oeps, je bezittingen zijn foetsie. Althans voor de buitenwereld. Die verkoop lijkt verdacht veel op de constructie die de Koninklijke Familie had bedacht toen de Staat de Paleizen, Huizen, Landerijen etc. overnam. Daar werd bedongen - buiten een heel aardige verkoopprijs - dat de Familie eeuwigdurende genotrechten zou hebben van hetgeen werd verkocht. Niet onaardig, je bezittingen goed ten gelde maken zonder deze ooit kwijt te raken. Bovendien zijn de kosten (onderhoud etc.) niet voor je rekening. Vadertje Staat betaalt wel en indirect wij, via onze Belastingen. Voorts dat het verkochte terug zou keren in eigendom aan de Oranje's indien een ander geslacht de troon zou bestijgen. De afstammelingen van Koning-Koopman Willem Ideden hun naam alle eer aan.


Ernest-Antoine Baron Seiliére en Fréderic Lémoine

Tot 2005 was de CEO van de Wendel Groep Ernest-Antoine Baron Seillière, een kleinzoon van de stichter. Nu is hij de Chairman van de Groep. Thans is - voor het eerst - een niet-Wendel de CEO van het Imperium. De oud-CEO Lafontaine was afkomstig uit de bankwereld. Inmiddels werd deze per 7 april 2009 vervangen doorFrédéric Lemoine. De omzet van de Groep bedroeg over het jaar 2010 €5.491 miljoen. Ongeveer 320 miljoen meer dan in 2009.

De netto winst was ongeveer :€418 miljoen (2009 €:289 miljoen). Het eigen kapitaal en waarde van de eigendommen was eind 2010 fors lager door de kredietcrisis en bedroeg - volgens de geconsolideerde balans per 31-12-2010 €:2.893 miljoen, hetgeen 10,6 % minder is dan in 2009. Het aantal werknemers ultimo 2010 bedroeg 64.000. Het aantal aandelen was, op 30-06-2010, 50.338.329 stuks. DE waarde per aandeel steeg ten opzichte van het jaar 2009 tot €68,34. Daarbij kan men vaststellen dat de opwaardse beweging weer is in gezet.

De Wendel Groep had per eind december 2010 geen €3,25 Miljard maar slechts 1,7 Miljard in kas. Uit geldnood werd Oranje-Nassau verkocht en dat leverde wat lucht op ter waarde van netto 350 miljoen.

Ook Wendel ontkwam niet aan de malaise op de beurs en in de financiele wereld. Overigens zijn de bedrijven waarin Wendel deelneemt of in eigendom heeft, wel beurs genoteerd. In het staatje hieronder ziet u de bedrijven die deel uitmaken van de de Groep, van welk men eigenaar is, wie het kapitaal in handen heeft en welk stemrecht daarop rust. Voorts de doelgroepen waarin zij economisch opereren.

The structure of the Group was implified in May and June 2007 through the following transactions:

Treasury shares were cancelled; The ownership loop was eliminated and the family holding structure simplified. The family holding companies and the Wendel management team exchanged Wendel-Participations shares for Wendel shares, and SLPS and Wendel-Participations were then merged.

Worldleader in:

Per 31 december 2010

Bedrijven

Percentage

Eigenaren der aandelen

Kapitaal

Stemrecht

Gebieden

          Chemie
Bureau Veritas
51,1%
      Glas
Legrand
29,3%
      Staal
Saint-Gobain
17,1%
      Mineralen
Materis
76%
SLPS(*)
36,6%
46,3%
Gas
Deutsch
89%
Arnhold & Bleichroeder
8,0%
8,5%
Olie
Stallergènes
47%
Treasury shares
4,2%
-
Andere Energie
Stahl
92%
Employees-Group Saving plan
3,1%
3,3%
Vuilverbranding
Parcours
95%
Free float
52,1%
41,6%
Koper
Exceet
28,4%
      Mangaan
AVR-van Gansewinkel
12,7%
      Goud
Wendel Holding
100%
      Zilver
Wendel Investments
100%
      Tin

* Pursuant to article L. 233-10 of the French Commercial Code, these figures include SLPS and its executive officer (Ernest-Antoine Baron Seillière as Chairman of the Board of Directors of SLPS).

Per juni 2011 a.s. heeft de Wendelgroep aan haar aandeelhouders een dividend uitkgekeerd van €63.201.218,00 (€63,2 MILJOEN)! Laten we gewoon het aandeel van Wendel Inventissements (Fr.) waarschijnlijk ondergebracht in de Stichtingen van de Koninklijke Familie aan de lage kant schatten en stellen op 10%. Een eenvoudige rekensom vertelt ons dat het dan gaat om €6.320.121,80 aan dividend en wel belastingvrij. De waarde van die 10 % - volgens de geconsolideerde balans per 30-06-2010 - komt uit op €180 Miljoen. De beurswaarde is echter €344.012.140,00.

Dus Wendel is wel een beetje duidelijk geworden, hopen we. Er is natuurlijk nog veel en veel meer over Wendel te schrijven maar dan dwalen wij af van ons onderwerp, het Oranje-Kapitaal . Alhoewel? Niets is zeker in deze onzekere tijden waar het ene aandeel tot in de wolken stijgt en het ander diep wordt begraven onder het woestijnzand. Daarom is het aangenaam te constateren dat er ook nog anderen zijn die zich niet met een Oranjekluitje in het Oranjeriet laten sturen. De - helaas al overleden - wetenschappers/historici Jan en Annie Romein waren de volharders die nodig waren om een tip van de sluier van het Kapitaal van de Oranje's op te lichten. Zij schreven (welliswaar in het begin van de vorige eeuw maar daarom is toch het van aanzienlijk belang) o. m. over de centen van Koning-koopman Willem I.

Kennelijk zijn de aandelen in handen van Stichtingen, waardoor de Oranje's feitelijk dit niet uitgekeerd krijgen maar mogelijk wel de vruchten van kunnen plukken. We praten dan maar niet over KLM, ABN-AMRO (10%), BHP-Biliton(ten tijde van Prins Hendrik, mede-oprichter 40%!), BP, Anaconda-Copper, General Motors, DSM en ga zo maar door. Biliton doet voornamelijk in mijnen betreffende koper, ijzer, goud en kolen, heeft bewezen oliereserves. Features investeerder, nieuws, klant centra(call centers), en duurzame technische ontwikkelingen van diverse aard en omvang. Overigens werd het Oranje-kapitaal beheerd door Koningin Beatrix en haar zoon Friso, die gezien zijn eerdere werkkring Vice-President Investment Banking bij Goldman & Sachs) wel van wanten weet. Is hij ook niet voor niets geworden. Had echt talent daarvoor.

Hieronder een citaat uit hun boek dat best de moeite waard is om te vermelden. En zoals u wel weet; wetenschappers zijn Pietjes Precies in het onderzoeken, het verklaren van mistige en ondoorzichtge zaken. Wij hechten heel wat meer waarde aan dat onderzoek door wetenschappers dan de zwets- en kletsverhalen van de RVD, de concerns en de personen die hierbij direct betrokken zijn. De academici/auteurs Jan Romein en Annie Romein-Verschoor schreven in 1939 het boek "Erflaters van onze beschaving" waarin een verhaal voorkomt over de levensloop en de centen van Koning Willem I. Boeiend is de passage aan het einde over het Kapitaal van de Oranje's. Uit hun boek het volgende:

"De zaak van de schadeloosstelling aan het Huis van Oranje werd nu een zaak van Napoleon. Maar het was een moeilijk geval, want de Bataafse Republiek beweerde, dat zij bij het traktaat van Den Haag voor de vorstelijke domeinen een koopsom had betaald aan de Fransen, wie zij als oorlogsbuit in handen waren gevallen. Wanneer er dus schadevergoeding betaald moest worden, dan was het aan de Fransen, niet aan de Republiek zulks te doen. Doch daar Pruisen nu eenmaal die schadevergoeding als voorwaarde voor haar erkenning van de Republiek stelde, stemde het Uitvoerend Bewind erin toe, de voorwaarden van Oranje te horen. En nu kwam, voor het eerst, maar dan ook duidelijk de koopman in deze Willem voor de dag, want hij is het die deze voorwaarden stipuleerde. Als territoriale schadeloosstelling had hij zich een uitbreiding van de Nassause goederen met Berg, Paderborn en een stuk Westfaals gebied gedacht waaraan Pruisen hem moest helpen; als financiële tegemoetkoming eiste hij voor de charges die ƒ650.000 per jaar hadden opgebracht met de achterstallige tegoeden die sedert '95 gekapitaliseerd waren: 26 miljoen ; een even grote som op grond van de traktaten tussen de Republiek en Spanje; 8 miljoen moesten de publieke fondsen met achterstallige renten opbrengen, terwijl hij de waarde der domeinen becijferde op niet minder dan57 miljoen, zonder daarbij rekening te houden met de hypotheken die er op rustten, summa summarum: de Bataafse Republiek was hem 117 miljoen gulden schuldig.

Als wij hun benadering ook eens gebruiken voor het vaststellen van het Kapitaal der Oranje's dan ziet men (dachten de auteurs en menen wij) het onderstaande.


Banknoten en Euro munten

Het contract waarbij de kroondomeinen op de Veluwe aan de Staat werden overgedragen, vermeldt expliciet dat de Familie van Oranje de gebieden terugkrijgt als de Monarchie zou worden afgeschaft of aan een ander huis zou toevallen. Het mag geen wonder heten dat een familie die al twee eeuwen geen vermogensbelasting en successierechten betaalt en daarnaast een fors onbelast inkomen geniet, langzamerhand over een aardig kapitaal moet beschikken, maar over de hoogte daarvan wordt erg geheimzinnig gedaan.

Niettemin is het zeer wel mogelijk met een voorzichtige schatting te komen. Het vermogen van Koning Willem I bedroeg in 1840 minstens 100 miljoen gulden.

Indien daar sindsdien geen belangrijke bestanddelen meer aan zouden zijn toegevoegd - wat wel het geval is - dan kan berekend worden wat een kapitaal van 100 miljoen gulden van 1840 na ruim anderhalve eeuw moet betekenen.

Nominaal moeten de bedragen door geldontwaarding minstens met een factor 20 vermenigvuldigd worden. Voorts moet het aanvangskapitaal alleen al door de waardevermeerdering van de goede beleggingen (Nederlandsche Handel-Maatschappij, Koninklijke Olie, Billiton, BP, Exxon, Wendel, GM, KLM, Unilever etc.), maar ook door de dividenden en herbeleggingen enorm gegroeid zijn, mede omdat men al generaties lang nooit eigen geld hoefde uit te geven.

Zo moet het aandelen- en goederenbezit omstreeks het jaar 2000 het niveau van twintig miljard euro hebben bereikt. Het klinkt ongelooflijk en toch is dit een voorzichtige terughoudende raming. Ook Romein stelt aan het slot van zijn levensbeschrijving over Willem I dat wat hij vergaarde zich tien-, ja honderdvoudig heeft vermenigvuldigd, zoals de erfenis van een groot koopman behoort te doen. Zo komt ook hij tot honderd maal honderd miljoen, is tien miljard guldens van 1939 (het jaar van Romeins publicatie). Dat betekent voor het begin van de 21ste eeuw nominaal minstens het hierboven en hieronder berekende kapitaal. Maar we gaan terug naar het fortuin va het geslacht Oranje-Nassau. Onderstaand hebben wij geprobeerd te vertalen vanuit financieel-economisch oogpunt wat de beurs verstaat onder Major-Shareholder.

Als je een Major-Shareholder bent, dan beschik je wel over een niet onaanzienlijk aantal aandelen. Een procent aandelen bij de Shell-Group en men is hoog en breed Multimiljonair. Bij deze hoeveelheid, zeker bij wereldomvattende maatschappijen als Unilever, Shell, Esso en ga zo maar door, vertaalt zich dat in een fors kapitaal. Een zeer aanzienlijke rijkdom dus. Boven de 5% is men - bij Wet - verplicht dit openbaar te maken maar als je de aandelen netjes verdeeld onder de familieleden en Stichtingen, dan komt niemand boven die 5% en is er ook geen transparantie.