De Huizen van Oranje en Nassau

Vorstelijk Verzamelen
Vlag BelgieVlag NederlandGouden KroonGouden KroonVlag LuxemburgVlag Duitsland
Bronvermelding

 Koninklijke Verzamelingen 

Vorstelijke Archieven

Het archief van het Huis Oranje-Nassau, de bijzondere handschriftencollecties en de kaartenverzameling maken deel uit van de Koninklijke Verzamelingen. Naast de persoonlijke archieven van de leden van de Huizen Nassau en Oranje-Nassau gaat het onder meer om de archieven betreffende de (voormalige) bezittingen in binnen- en buitenland, om die van de hofdepartementen alsmede om archieven van derden.

Wapenboek van Hessen
Wapenboek van Hessen

De archieven zijn in zes hoofdgroepen ingedeeld aangeduid met de letters A-G:

A. Leden van het Huis Oranje-Nassau
B. Aangelegenheden van het Huis Nassau
C. Bezittingen buiten Nederland
D. Bezittingen binnen Nederland
E. Hofcommissies en hofdepartementen
G. Gekochte, geschonken of in bruikleen gegeven archieven en handschriftencollecties

De stukken uit de hofadministratie ten tijde van stadhouder Willem IV en Willem V en Koning Willem I met de letter F zijn inmiddels opgegaan in diverse A-archieven. De bestanddelen onder B, C en D betreffen historische en dus afgesloten bestanden. De bestanddelen onder A, E en G nemen nog steeds verder in omvang toe.

STADHOUDERLIJKE ARCHIEVEN

De bronnen voor de geschiedenis van het Huis Oranje-Nassau gaan terug tot de voorouders van Willem van Oranje en de verschillende Nassause Linies: Dillenburg, Nassau-Siegen en Nassau Hadamar. Documenten over geboorte, opvoeding, huwelijk, bezittingen en andere particuliere aangelegenheden van leden van het Huis van Oranje-Nassau geven, samen met hun omvangrijke correspondentie, een beeld van hun leven. De stadhouderlijke archieven bevatten naast persoonlijke documenten ook belangrijke bronnen voor de staatkundige nationale en internationale geschiedschrijving. Deze archieven geven de ontwikkeling van het stadhouderschap in de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën weer. Daarin speelden onder meer de dynastiek belangrijke huwelijken een grote rol voor de versterking van het aanzien van de stadhouders.

Lofdicht Prins MauritsPrimo Division 1255
Lofdicht Prins Maurits en de Feestcatate

BALLINGSCHAP

Ondanks de vlucht van de stadhouderlijke familie naar Engeland in 1795, en later naar Duitsland, zijn veel archieven uit de ballingschapsperiode bewaard gebleven. Na de oprichting van het Soevereine Vorstendom der Nederlanden in 1813 kwamen de archieven geleidelijk aan terug uit Engeland en Duitsland, waaronder ook een gedeelte van de Nassause archieven, die sinds hun ontstaan hadden berust in Dillenburg.

HET KONINKRIJK

Onder koning Willem I is een scheiding aangebracht in de archieven. De staatkundige stukken werden overgedragen aan het Rijk en de stukken van particuliere aard, waaronder akten van aanstelling in openbare en militaire functies, familiecorrespondentie, huwelijksakten en dergelijke meer bleven berusten onder het koningshuis. Hiermee werd in zekere zin vooruitgelopen op de bij de Grondwetsherziening van 1848 ingevoerde ministeriële verantwoordelijkheid. Sindsdien berusten de staatkundige stukken van de koning bij het Kabinet van de Koning om in een latere fase in gevolge de rchiefwet te worden overgedragen aan het Algemeen Rijksarchief, nu Nationaal Archief. De particuliere archieven van de Koning en overige leden van het Koninklijk Huis alsmede de archieven van de hofdepartementen en de archiefstukken van derden vallen wegens hun particuliere aard niet onder de werking van de Archiefwet en de Wet Openbaarheid van Bestuur.

DE HOFORGANISATIE EN HAAR ARCHIEVEN

In de loop van de 19de eeuw gaan de particuliere secretarissen van de koning een steeds grotere rol spelen wat zich weerspiegelt in de door hen gevoerde correspondentie. Deze correspondentie vormt de ruggengraat van de archieven. Hierin wordt dan ook alles aangetroffen waarbij de koning betrokken is. Zo komt de belangstelling van leden van het Koninklijk Huis voor het maatschappelijke en culturele leven in deze correspondentie tot uiting onder meer in documenten betreffende de vele functies van beschermheer of beschermvrouw van verenigingen en genootschappen. Bij inhuldigingen, familieaangelegenheden en feestelijke gebeurtenissen ontvingen de Oranjes vele fraaie huldeblijken en kostbare geschenken.

KONINKLIJKE HOFDEPARTEMENTEN

De archieven van de koninklijke hofdepartementen nemen een aanvang in de loop van de 19de eeuw en bevatten een schat aan informatie over de representatieve functies van het koningshuis. Zo bestaat de kern van het archief van de thesaurier uit series rekeningen die onder meer gegevens bevatten over de bekostiging van de hoforganisatie maar ook over financiële bijdragen op maatschappelijk gebied en over de aankoop van kunstwerken, juwelen en kleding. Het archief van de hofmaarschalk geeft aan de hand van menukaarten, uitnodigingen en inventarissen van serviezen, zilverwerk en linnengoed een goed inzicht in de organisatie van feestelijke gebeurtenissen, ontvangsten en staatsbezoeken. De rol van de ceremoniemeester bij de organisatie van deze evenementen vindt zijn neerslag in protocollen, draaiboeken en correspondentie.

Lesrooster Prinses WilhelminaBrief van Rembrandt van Rhijn
Lesrooster Prinses Wilhelmina en een brief van Rembrandt van Rhijn

Deze stukken zijn te vinden in het archief van de grootmeester/(opper)ceremoniemeester. In dit archief worden ook de stukken bewaard van de grootmeester als het hoofd van de hofhouding. De documenten hebben betrekking op de organisatie van de functionele en honoraire hofhouding die onder zijn verantwoordelijkheid vallen. Het Militaire Huis is belast met de militaire ceremoniële kant van het functioneren van het Koninklijk Huis. Het archief bevat stukken die betrekking hebben op de voorbereiding en de uitvoering van evenementen op zowel militair als civiel terrein in binnen- en buitenland. De dienstboeken van de adjudanten geven een duidelijk beeld van deze activiteiten. Op basis van journalen, stamboeken en dienstregelingen van bijvoorbeeld de Koninklijke trein in het archief van het staldepartement kan worden gereconstrueerd welke reizen er werden gemaakt en hoe het vervoer door de tijden heen veranderde. Voor gegevens over de bouw, inrichting en onderhoud van paleizen en andere gebouwen en kan men terecht in het archief van de intendant.

Koninklijke Trein
Tekening van de Koninklijke Trein.

Ook hoffunctionarissen en particulieren die direct of indirect met het hof verbonden waren hebben in de loop van de tijd een nog steeds toenemend aantal documenten geschonken of in bewaring gegeven. Daarnaast zijn door aankoop belangrijke collecties verworven, zoals het archief van Constantijn Huygens in 1823 en een gedeelte van het archief van Graaf Willem Bentinck in 1829, beide aangekocht door Koning Willem I. Een bijzondere plaats nemen de handschriftencollecties in.

Handschrift I. StrawinskyRekening Musicus Keller
Manuscript van een gedicht 'Hommage à Igor Strawinsky', van de kunstenaar Jean Cocteau, 1957 en Rekening van de musicus Keller voor de op 23 november 1783 aan het hof van Prins Willem V gespeelde muziek, met als pianist Ludwig von Beethoven.

Willem V groeide in een muzikale omgeving op. In huiselijke kring maakte de stadhouderlijke familie graag muziek, ook bezocht zij veelvuldig opera's en theatervoorstellingen. De hofkapel, opgericht door de moeder van Willem V, Prinses Anna van Hannover, gaf wekelijks concerten aan het hof. De musici van de hofkapel verzorgden de hofbals, gaven muzieklessen aan het hof en werkten mee aan uitvoeringen van de Franse Opera in Den Haag. Musici van internationale allure traden regelmatig op, maar ook destijds minder bekende artiesten bezochten Den Haag en speelden mee in de hofkapel, onder wie de twaalfjarige  Beethoven. Voor dit concert ontving hij 12 dukaten, nu circa € 30,-.


Javaans handschrift 'Dewa Ruci', mystiek filosofisch Javaans gedicht waarschijnlijk uit Yogyakarta, begin twintigste eeuw.

De hoofdpersoon van het Javaanse gedicht is de held Bima, een reuzenfiguur met een magische duimnagel waarmee hij kan doden, die in zijn zoektocht naar het levenselixer door een mystieke beleving het goddelijke ervaart en daarmee de zin van het leven van de mens op aarde. Het handschrift bevat 41 gekleurde illustraties. Op deze bladzijde raast de toornige wajangheld Bima als een wervelwind door het land, alles verwoestend wat hij op zijn weg tegenkomt. Hij ontwortelt bomen en rukt rotsblokken los. In 1927 schonk jhr. J.C.F. von Mühlen, particulier secretaris van Prins Hendrik, dit fraaie handschrift aan Prinses Juliana.


Vier dienstregelingen van extra treinen voor de Koningin, 1923-1927.

Deze dienstregelingen lagen in het salonrijtuig van Koningin Wilhelmina als zij per extra-trein of koninklijke trein, in het land op bezoek ging. Ook bij een bezoek van een buitenlands staatshoofd werden ze gebruikt. De extra-treinen werden gewoonlijk in de normale dienstregeling van de spoorwegen ingevoegd. Het kwam ook wel voor dat het salonrijtuig van de Koningin onderdeel uitmaakte van een gewone trein die via de gebruikelijke dienstregeling zijn traject aflegde. Wie de vervaardiger van deze geaquarelleerde kaarten is, is niet bekend, maar vermoedelijk was het een artistieke medewerker van de spoorwegen. De kaarten zijn uitgevoerd in art-deco, een populaire stijl in die tijd.