De Huizen van Oranje en Nassau

Vorstelijk Verzamelen
Vlag BelgieVlag NederlandGouden KroonGouden KroonVlag LuxemburgVlag Duitsland
Bronvermelding

 Koninklijke Verzamelingen 

De Kunst Koning Willem II

Op 5 maart 2014 opende het Dordrechts Museum - in aanwezigheid van Koning Willem-Alexander - zijn deuren voor de tentoonstelling 'Willem II - Kunstkoning'. Hierin wordt een reconstructie getoond van een deel van de belangwekkende kunstverzameling die Willem II bijeenbracht. Helaas raakte deze magnifieke collectie verspreid na zijn overlijden, vanwege grote schulden van de Vorst. Het overgrote deel van deze prachtige verzameling verdween richting Rusland naar de Tsaar aller Russen, die in feite de grootste schuldeiser was van Willem II. Daar zijn zus, de Koningin der Nederlanden en tevens Grootvorstin van Rusland, Anna Pawlowna - als erfgename daarmee werd geconfronteerd, besloot zij een verkoop van de kunstcollectie te houden om daarmee de schulden van haar man enigszin te verminderen. Op 12 augustus 1850 vond de veiling plaats.

De Tsaar voer daar wel bij en kwam in het bezit van schilderijen van o.m. Rembrandt van Rhijn, andere wereldberoemde Nederlandse kunstenaars en buitenlandse schilders. De Hermitage in St. Petersburg werd de basis van deze prachtige werken. Het Dordrechts Museum werkte voor deze tentoonstelling samen met Museum de Hermitage in St. Petersburg, Musée Villa Vauban in Luxemburg en de Koninklijke Verzamelingen in Den Haag. Met uitzondering van het schilderij van Schotel (collectie Dordrechts Museum) zijn de hier getoonde objecten in beheer bij het Koninklijk Huisarchief. De tentoonstelling duurde tot en met 15 juni 2014.

Links: Op dit schilderij uit 1847 van Aug. Wijnantz kijkt Victor Amadeo Trossarello, beheerder van de koninklijke kunstverzameling, ons vanuit de deuropening aan. Op de voorgrond zit de Koning in zijn werkkamer in Paleis Kneuterdijk te lezen onder Rubens 'De penning van de keizer'. Aan de rechter bovenkant van de toegang hangt 'La Colombina' van Francesco Melzi.

Rechts: Wexy op een recente foto in de tuigagekamer van de Koninklijke Stallen in Den Haag. Zowel het paard als zijn berijder overleefden de Slag bij Waterloo (1815), hoewel beiden gewond raakten. Vele jaren later werd het paard opgezet door Jacob Kets uit Antwerpen.



De Kunst Koning en zijn gezin: v.l.n.r. De Prins van Oranje (latere Koning Willem III) en Anna Paulowna in 1832 geportretteerd door Jean-Baptiste van der Hulst, in het decor van hun voormalige Brusselse landgoed Tervuren en omringd door hun kinderen Willem, Alexander, Sophie en Hendrik.

Links: Tot de kunstwerken, die ondanks de veiling van Willems kunstverzameling in 1850-1851 onderdeel zijn blijven uitmaken van de Koninklijke Verzamelingen, behoort dit jongensportret in rood krijt door Annibale Carracci uit circa 1580.

Middenboven: Van de kunstzinnige aanleg van Anna Paulowna getuigt een aantal kunstwerken, bewaard gebleven in de Koninklijke Verzamelingen. Als gebruikelijk voor dochters uit vorstelijke families ving voor Anna al op jonge leeftijd het kunstonderwijs aan. Hier zien we de 11-jarige Anna met tekenmap en pen omgeven door twee van haar broers, de grootvorsten Nicolaas (tsaar van 1825-1855) en Michaël.

Rechtsboven: Van Peter Paul Rubens hand is deze krijttekening 'Naakte man met opgeheven arm' uit circa 1610. Rubens maakte de tekening als voorstudie voor zijn 'Kruisoprichting' die hij schilderde voor de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal in Antwerpen.

Links: In 1842, niet lang na de ingebruikname van de Gotische Zaal als museumzaal en kapel, vervaardigde Huib van Hove Bz. deze aquarel met de Koning en Koningin die de inrichting bewonderen. Boven de doorgang is het Bätzorgel aangebracht. Door de hoog geplaatste ramen vangen de schilderijen een mooi licht.

Rechts: Ook op deze (ongedateerde) aquarel van Aug. Wijnantz zien we de Gotische Zaal in zuidoostelijke richting. De inrichting van dit deel van de zaal is nagenoeg gelijk aan die welke Van Hove in 1842 weergaf, met dit verschil dat inmiddels het opgezette paard Wexy een plek in de opstelling had gekregen.


Boven: Aan Aug. Wijnantz danken we deze aquarel uit 1846 die de zaal toont in noordwestelijke richting met van links naar rechts beheerder Trossarello, de Koning die een op een stoel geplaatst schilderij bekijkt en een schilderende Koningin Anna.

Linksonder: De verrassing zal groot zijn geweest, toen Anna en Willem de door hen in 1827 aan Tsaar Nicolaas I geschonken zeegezichten terugzagen op de twee vazen, die Nicolaas in 1840 aan zijn zuster en zwager schonk.

Linksboven: De verrassing zal groot zijn geweest, toen Anna en Willem de door hen in 1827 aan Tsaar Nicolaas I geschonken zeegezichten terugzagen op de twee vazen, die Nicolaas in 1840 aan zijn zuster en zwager schonk.

Middenboven: Het bruidspaar ontving van Amsterdam een zilveren tafelservies met deze triomfboog als blikvanger. P.J. Gabriël vervaardigde het geschenk naar ontwerp van D. L. Bennewitz. Een engel houdt het bruidspaar in de zegewagen de huwelijkskronen boven het hoofd. Bij het huwelijk zelf was deze taak weggelegd voor Anna's broers Nicolaas en Michaël.

Rechtsboven: Dat het Koningspaar het geschenk wist te appreciëren, blijkt uit Anna's brief van 9 december 1840 aan haar broer over de dag waarop Willem als Koning werd ingehuldigd: 'We gaven een lunch in de balzaal waar de twee prachtige vazen staan, die jij ons deze zomer zond'.

Links: De Oranjes en de Romanovs onderhielden hun familieband onder meer met wederzijdse geschenken. Voor haar broer Tsaar Nicolaas bestelde Anna in 1827 bij de Dordtse schilder J.C. Schotel twee zeegezichten, waarvan deze met een schip op zee in zwaar weer.

Rechts: De kunstverzameling van de Koning was zowel omvangrijk als divers en omvatte onder meer schilderijen van oude en eigentijdse meesters. Dit schilderij van Nicaise de Keyser (1813-1887) uit 1843 toont een zegevierende Prins Maurits in de Slag bij Nieuwpoort (1600) met rechts op de voorgrond de verslagen Spaanse legeraanvoerder Francisco de Mendoza.


Tot de nieuwe gebouwen behoorde de zogenaamde Gotische Zaal die in 1842 gereed kwam met als bestemming kunstzaal en kapel. Op verzoek van Koning Willem II werd dit model vervaardigd door de meester timmerman en aannemer J.E. van Ellinkhuizen. Hij schonk de maquette in februari 1850 aan Koningin-weduwe Anna Paulowna.

Linksonder: Voor een tekening op perkament van een gezin naar Antony van Dyck (1599-1641) liet Willem II in 1838 door de firma Schick een kast maken in de door hem zo geliefde neogotische stijl.

Middenonder: De Prins van Oranje en Grootvorstin Anna trouwden op 21 februari 1816 in St. Petersburg. Contractueel was bepaald, dat Anna haar godsdienstige verplichtingen volgens de Russisch-orthodoxe rite kon voortzetten. Daarom behoorden tot haar uitzet ook rituele voorwerpen, waaronder dit zoutvat dat gedecoreerd is met de initialen van Anna, haar ouders en broers en zusters.

Rechtsboven: Na het overlijden van Willem II in 1849 bleek hoe zeer de Koning zich in de schulden had gestoken om onder meer zijn kostbare kunstaankopen te financieren. In overleg met de erfgenamen besloten de executeurs van Willems testament de collectie ter veiling te brengen. Dit affiche kondigde de eerste veiling aan, die op 12 augustus 1850 plaatsvond in Paleis Kneuterdijk.


Dat Willem de krijgsverrichtingen van sommige Oranjes uit vroegere tijden hoogachtte, moge blijken uit de opdracht, die hij in 1847 aan zilversmid John Samuel Hunt gaf voor dit tafelstuk voorstellende Prins Maurits in de Slag bij Nieuwpoort.

Linksonder: Achter zijn paleis aan de Kneuterdijk liet Willem II een aantal gebouwen aan het Noordeinde verrijzen in neogotische stijl. P. Schiedges gunt ons op deze tekening van circa 1845 een blik op de gebouwen in aanbouw met op de voorgrond een sticulerende Willem II. In het midden het ruiterstandbeeld van Willem de Zwijger uit 1845.

Rechtsboven: In de tijd van Willem II werd er nog vanuit gegaan, dat het Rubens was die deze tekening in krijt en pen vervaardigde naar het middendeel van Da Vinci's muurschildering 'De Slag bij Anghiari' die ooit de Sala del Gran Consilio in Florence sierde. Inmiddels zijn de deskundigen minder zeker over deze toeschrijving.