De Huizen van Oranje en Nassau

Heraldiek
Vlag BelgieVlag NederlandGouden KroonGouden KroonVlag LuxemburgVlag Duitsland
Bronvermelding

 Heraldiek Wapens  

Wapen en Info Duitse Deelstaten en Bondslanden


Rheinland-Pfalz

Rijnland-Palts (Duits: Rheinland-Pfalz) is een van de zestien deelstaten van Duitsland en heeft een oppervlakte van 19.853,44 km². De hoofdstad is Mainz. Oppervlakte: 19.853,44 km², Bevolking: 3.999.117 (31 december 2012). Bevolkingsdichtheid: 200 inw./km². Politiek: Minister-president: Kurt Beck (SPD), Coalitie: SPD. Stemmen in de Bondsraad: 4. Rijnland-Palts ligt in het zuidwesten van Duitsland en grenst aan (vanuit het Noorden, met de klok mee) Noord-Rijnland-Westfalen, Hessen, Baden-Württemberg, Frankrijk, Saarland, Luxemburg en België. In het nieuwe, kunstmatig samengevoegde land was er in de eerste jaren weinig 'nationaal' gevoel, en er ontstonden stromingen om de oude grenzen van de Pruisische en Beierse gebieden te herstellen.

In 1956 werd op basis van artikel 29 van de Duitse grondwet in de voormalige Regierungsbezirken Koblenz, Trier, Montabaur, Rheinhessen en in de Palts referenda georganiseerd, waarbij de bevolking de wens kon uiten om de betroffen gebieden bij Noord-Rijnland-Westfalen, Beieren en Baden-Württemberg aan te sluiten. Alle referenda, met uitzondering van het referendum in de Palts verkregen de noodzakelijke meerderheid, maar de uitvoering van de gebiedswijzigingen liet bijna 20 jaar op zich wachten. Bij de volkstemming, die op 19 januari 1975 doorgevoerd werd, en die de finale bevestiging van de wijzigingen zou moeten zijn, werd noch het noodzakelijke quorum, noch de meerderheid van de uitgebrachte stemmen gehaald. Hierdoor heeft het land nog steeds de grenzen van 1946.

De Rijnvallei werd al vroeg door de Romeinen bezet. Hiervan getuigen verschillende archeologische vondsten. In de middeleeuwen had het Aartsbisdom Mainz grote invloed op politiek en cultuur. Vele koningen werden in Mainz gekroond. Sinds de 18e eeuw werd de streek regelmatig door Franse troepen bezet. In 1797 werd de Palts bij de Franse Republiek ingelijfd. In 1816 werd de streek tijdens het Congres van Wenen aan het Koninkrijk Beieren toegewezen.Rijnland-Palts is onderverdeeld in 24 Landkreise en twaalf Kreisfreie Städte. Tot 31 december 1999 was er nog een tussenliggende bestuurslaag. Het land was verdeeld in de drie Regierungsbezirke (bestuurlijke regio's) Koblenz, Trier en Rijn-Hessen-Palts. Sinds 1 januari 2000 is dit bestuursniveau opgeheven en sindsdien bestaat de onderverdeling slechts uit de districten en stadsdistricten.

Rijnland-Palts is het centrum van wijn. Het grootste bedrijf in Rijnland-Palts is BASF in Ludwigshafen am Rhein.Het inwonersaantal steeg in de vijftig jaar tussen 1950 en 2000, van circa 3 miljoen mensen, tot boven de 4 miljoen inwoners. Tot het begin van de 70er jaren was er een continue groei van de bevolking tot bijna 3,7 miljoen inwoners. Na de invoering van de pil volgde een periode van lichte teruggang, totdat sinds 1987, en met name sinds het begin van de 90er jaren door de val van de Berlijnse Muur en de uitbreiding van de europese unie en de daarmee samenhangende binnenstromende bevolkingsstromen, de bevolking tot het huidige niveau steeg.

In 1996 had Rijnland-palts hierdoor voor het eerst meer dan 4 miljoen inwoners. In 2004 werd het voorlopige hoogtepunt bereikt van 4.061.105 inwoners. De voorspelling is dat de komende jaren en eigenlijk de komende tientallen jaren, de inwonersaantallen weer zullen gaan afnemen. Al in 2005 had het Duitse "Statistische Landesamt" het al over een trendbreuk. Bij de peiling van 31 maart 2011 was de bevolking weer tot minder dan 4 miljoen mensen afgenomen.[3] In de meest extreme voorspelling daalt de bevolking tot het jaar 2050 met ongeveer 25%, waarmee weer het niveau van 1950 wordt bereikt. Zelfs bij een mindere extreme daling zal de bevolking nog met 314.000 inwoners afnemen. Deze afname van de bevolking is niet in alle gebieden even sterk. Er speelt namelijk ook een trek van de bevolking van het platteland naar de grote steden. Hierdoor worden de gebieden vlakbij de grotere steden het minst getroffen door de bevolkingsafname. Dit zijn de gemeenten die grensen aan de steden Mainz, Ludwigshafen, Koblenz, Kaiserslautern en Trier. De meeste bevolking trekt weg uit de "Südwestpfalz", met name uit de gebieden rond de steden Zweibrücken en Pirmasens. In de bevolkingsprognose van de Bertelsmann Stiftung van 2011, wordt voor Rijnland-Palts een kleine bevolkingsafname voorspeld, net als overigens voor de rest van Duitsland en eigenlijk voor de rest van (Noord) westelijk Europa.

De landdag (deelstaatparlement) wordt om de vijf jaar in rechtstreekse, evenredige verkiezingen verkozen, en bestaat principieel uit 101 zetels. Het verkiezingssysteem is een mengeling van een personen- en een partijverkiezing. Elke kiezer heeft 2 stemmen. De 'eerste' stem dient om die persoon rechtstreeks te kiezen die het kiesdistrict waartoe de kiezer behoort zal vertegenwoordigen. Zo worden er 51 afgevaardigden met gewone meerderheid verkozen (wie de meeste stemmen krijgt in het district is verkozen). Met de tweede stem wordt bepaald hoe de zetelverdeling over de partijen van de 101 parlementszetels plaats vindt. Partijen of kiesverenigingen die minder dan 5% van de stemmen behalen (kiesdrempel) worden bij de verdeling uitgesloten. De kandidaten worden afgevaardigd in de landdag in de volgorde in dewelke ze op de partijlijst voorkomen, maar de rechtstreeks verkozenen hebben voorrang. Indien een partij meer rechtstreeks verkozenen zou hebben dan het aantal parlementsleden waarop ze recht zou hebben volgens het aantal uitgebrachte tweede stemmen ontstaan er zogenoemde "overhangmandaten" (Überhangmadate). In dat geval telt het landsparlement meer dan 101 vertegenwoordigers.



Nordrhein-Westfalen

Noord-Rijnland-Westfalen of Noordrijn-Westfalen (Duits: Nordrhein-Westfalen) is qua oppervlakte vierde en qua inwonertal eerste, van Duitslands zestien deelstaten (Bundesländer). Oppervlakte: 34.080 km², Bevolking: 17.955.784 (31-12-2011). Bevolkingsdichtheid: 525 inw./km². De hoofdstad is Düsseldorf. Politiek: Minister-president: Jürgen Rüttgers (CDU), Coalitie: CDU/FDP. Stemmen in de Bondsraad: 6. De deelstaat staat vooral bekend om het zeer uitgebreide industriële en stedelijke Ruhrgebied (Essen, Dortmund, Duisburg, Oberhausen, Gelsenkirchen en Bochum), maar ook om de aangrenzende stedelijke gebieden langs de Rijn (Krefeld, Düsseldorf, Neuss, Leverkusen, Keulen en Bonn). Samen noemt men dit de Rijn-Ruhr regio en het is de grootste en belangrijkste economische deel van Duitsland.

Andere belangrijke steden zijn Bielefeld, Münster, Wuppertal, Mönchengladbach en het historische Aken. Het noordelijke deel van het vroegere Westfalen, behoort nu bij de deelstaat Nedersaksen (omgeving Osnabrück). Voor veel mensen is de naam Noord-Rijnland-Westfalen synoniem aan grote industriële complexen en uitgebreide, aan elkaar vastzittende, steden. Men vergeet dan echter dat het grootste deel van de deelstaat bedekt is met bossen en agrarisch gebied. De zuidelijke delen van het Teutoburgerwoud bevinden zich in het Noordoosten. In het Zuidwesten bevindt zich de noordflank van de Eifel. In het Zuidoosten bevinden zich het dunbevolkte, bosrijke en toeristische Bergische Land, Sauerland, Siegerland en Westerwoud. Het Sauerland is zeer geliefd als wintersportgebied, vooral ook bij Nederlanders.

Daar bevindt zich ook het hoogste punt van de deelstaat, de Langenberg (843,2 m). De bekendere Kahlen Asten is met 841,9 m net iets lager. Het laagste punt is het dorp Zyfflich bij Kranenburg, vlak bij de Nederlandse grens (9 m boven zeeniveau). De belangrijkste rivieren die (deels) door Noord-Rijnland-Westfalen lopen zijn, de Rijn, de Ruhr, de Eems, de Lippe en de Wezer. De Ruhr is een zijrivier van de Rijn. Die laatste komt bij deelstaat binnen en verlaat deze bij Emmerik in het noordwesten. De deelstaat Noordrijn-Westfalen is gesticht door de Verordnung Nr. 46 - „Auflösung" der Provinzen des ehemaligen Landes Preußen in der Britischen Zone und ihre Neubildung als selbständige Länder“ van het Brits-geallieerde militaire gezag op 23 augustus 1946.

Oorspronkelijk bestond het uit de voormalige Pruisische provincie Westfalen en de noordelijke delen (de Regierungsbezirke Aken, Düsseldorf en Keulen) van de voormalige Pruisische Rijnprovincie. Het noordelijke deel van het vroegere Westfalen behoort nu bij de deelstaat Nedersaksen (omgeving Osnabrück). Eind 1946 verplichtten de Britten de voormalige Freistaat Lippe zich hetzij bij Noordrijn-Westfalen, hetzij bij Nedersaksen aan te sluiten. Na onderhandelingen met beide deelstaten koos Lippe voor het samengaan met Noordrijn-Westfalen. Met het van kracht worden van de Verordnung Nr. 77 van de Britse militaire regering werd Lippe op 21 januari 1947 met Noordrijn-Westfalen verenigd.


Bundesland Saarland

Saarland (historisch Saargebied) is ook een van de zestien deelstaten (Bundesländer) in Duitsland. De hoofdstad is Saarbrücken. Oppervlakte: 2570 km², Bevolking: 1.082.365 (11-10-2012). Bevolkingsdichtheid: 422 inw./km². Politiek: Minister-president: Peter Müller (CDU), Coalitie: CDU. Stemmen in de Bondsraad: 3. Saarland wordt begrensd door Frankrijk in het zuiden, Groothertogdom Luxemburg in het westen en Rijnland-Palts in het noorden en oosten. De deelstaat is genoemd naar de Saar, een rivier die stroomt van het zuiden naar het noordwesten Saarland ontstond in 1920 door de Vrede van Versailles. Het bestond uit delen van de Pruisische Rijnprovincie en de Beierse Palts. Het gebied stond 15 jaar onder het bestuur van de Volkenbond.

Hierna werd een referendum gehouden op 13 januari 1935, waarbij bleek dat 90.3% van de stemmers aansluiting bij Duitsland wilde. De nazi-regering noemde het gebied: Westmark. Na de Tweede Wereldoorlog werd de Bondsrepubliek Duitsland in 1949 gevormd uit een deel van de Amerikaanse, Britse en Franse bezettingszones van het voormalige Duitse Rijk, met uitzondering van de westelijke sectoren van Berlijn en van Saarland dat onder Frans bestuur kwam. In 1954 boden Frankrijk en Duitsland aan om het gebied onafhankelijk te laten worden, hetgeen echter afgewezen werd in een volksbesluit, waarbij dit plan verworpen werd met 67.7%.

Op 27 oktober 1956 werd middels door het Saarverdrag over eengekomen dat Saarland toestemming moest krijgen om zich bij de Bondsrepubliek Duitsland aan te sluiten. Dat gebeurde op 1 januari 1957. Het Saargebied ontstond in 1920 door de Vrede van Versailles. Het bestond uit delen van de Pruisische Rijnprovincie en de Beierse Palts. Het gebied stond gedurende 15 jaar onder het bestuur van de Volkenbond. Afgesproken was dat Saarland na 15 jaar mocht kiezen tussen aansluiting bij Frankrijk, aansluiting bij Duitsland en handhaving van de ‘Status quo’, dus een Frans protectoraat blijven. Na de machtsovername van de nationaalsocialisten in 1933 in Duitsland werd het gebied een uitwijkplaats voor Duitse communisten en andere tegenstanders van de nationaalsocialisten. Zij trachtten de kiezers ervan te overtuigen dat men beter onder een Frans bestuur kon leven. Anderzijds bestond er ook een nazipartij die uiteraard door de NSDAP gesteund werd. Bovendien vonden de meeste Saarlanders die geen nationaalsocialist waren dat ze bij Duitsland hoorden, ook als daar toevallig op het moment een regering aan de macht was die hen wat minder aanstond.

Er werd een volksstemming (‘Volksabstimmung’) gehouden op 13 januari 1935, waarbij bleek dat 90,7% van de stemmers aansluiting bij Duitsland wilde. Voor de ‘status quo’ stemde 8,9%, voor aansluiting bij Frankrijk 0,4%. De nationaalsocialisten vierden het als een triomf, en binnen de kortste keren was ook Saarland gleichgeschaltet. Na de Tweede Wereldoorlog werd de Bondsrepubliek Duitsland in 1949 gevormd uit de Amerikaanse, Britse en Franse bezettingszones van het voormalige Duitse Rijk, met uitzondering van de westelijke sectoren van Berlijn en van Saarland dat onder Frans bestuur kwam. In 1954 boden Frankrijk en Duitsland aan om het gebied tot op grote hoogte onafhankelijk te laten worden, hetgeen echter afgewezen werd in een tweede volksstemming (deze keer onder de naam ‘Volksbefragung’) op 23 oktober 1955, waarbij dit plan verworpen werd met 67,7%.

Op 27 oktober 1956 werd door het Saarverdrag gesteld dat Saarland toestemming moest krijgen om zich bij de Bondsrepubliek Duitsland aan te sluiten, hetgeen gebeurde op 1 januari 1957. Dit wordt ook wel aangeduid als de Kleine Wiedervereinigung ('kleine hereniging', in tegenstelling tot de 'grote hereniging' met de DDR in 1990). Een belangrijke voorwaarde hiervoor was dat Duitsland de Moezel zou kanaliseren, wat voordelig was voor riviertransport van Franse waar. Een andere voorwaarde was, dat Frans op scholen in Saarland als eerste vreemde taal gedoceerd zou worden. Dit laatste vindt nog steeds plaats. Ook de bruine 'toeristische' verkeersborden zijn in Saarland tweetalig Frans/Duits.

Saksen-Anhalt (Duits: Sachsen-Anhalt, Nedersaksisch: Sassen-Anholt is een deelstaat in het midden van Duitsland. De hoofdstad is Magdeburg. Aangrenzende deelstaten zijn Nedersaksen in het noordwesten, Brandenburg in het zuidoosten, Saksen in het zuidoosten en Thüringen in het zuidwesten. Hoofdstad: Magdeburg. Oppervlakte: 20.447 km², Bevolking: 2.044.714 (31-12-2007). Bevolkingsdichtheid: 118 inw./km². Politiek: Minister-president: Wolfgang Böhmer (CDU), Coalitie: CDU/FDP. Stemmen in de Bondsraad: 4. Saksen-Anhalt bestaat als bestuurlijke eenheid sinds 1945. Na het Congres van Wenen (1815) werd in Pruisen de provincie Saksen in het leven geroepen, met daarin als enclave de Hertogdommen Anhalt-Dessau, Anhalt-Köthen en Anhalt-Bernburg (sinds 1863 verenigd tot Anhalt).

De provincie Saksen werd in 1944 opgedeeld in de provincies Halle-Merseburg en Magdeburg, terwijl het Regierungsbezirk Erfurt onder gezag van de Rijksstadhouder in Thüringen werd gesteld. In 1945 werden deze provincies met Anhalt, de enclave Calvörde (voorheen van Brunswijk = Braunschweig), het oosten van het district Blankenburg in de Harz (eveneens Brunswijks) en de Thüringse enclave Allstedt weer verenigd tot de provincie Saksen, die echter nog datzelfde jaar werd omgedoopt in Saksen-Anhalt. Deze provincie kreeg na het opheffen van de staat Pruisen in 1947 de status van deelstaat (Land) en behoorde sinds 1949 tot de Duitse Democratische Republiek(DDR).


Deelstaat Sachsen-Anhalt

In 1952 werd Saksen-Anhalt opgedeeld in de districten Halle en Magdeburg.Na de Duitse hereniging in 1990 werd de deelstaat hersteld. De Herindeling van Saksen-Anhalt (ook wel Districtenherindeling 2007 genoemd) werd op 1 juli 2007 geëffectueerd. Hiertoe is op 6 oktober 2005 een wet aangenomen door het deelstaatparlement. Uit voormalige 21 districten werden elf nieuwe gecreëerd. Slechts de Stadsdistricten Halle en Magdeburg, plus de districten Salzwedel en Stendal zijn ongewijzigd blijven bestaan. De overige districten werden opgeheven dan wel samengevoegd. De nieuwe namen en bestuurszetels zijn in de wet die is aangenomen door het parlement vastgelegd. De districten kunnen in een constituerende zitting met tweederdemeerderheid besluiten tot het voeren van een andere, afwijkende naam. Een kleine aanpassing van de plannen vond plaats na de parlementsverkiezingen van 26 maart 2006.

De belangrijkste wijziging was dat de stad Zerbst zelf kan bepalen tot welk district het gaat behoren, waarbij gekozen kan worden tussen Anhalt -Jerichow, Anhalt-Bitterfeld of Wittenberg. In de plannen uit 2005 wordt de plaats ingedeeld in Anhalt-Bitterfeld. Het is voor de tweede maal dat toeen fusie van districten wordt besloten. In 1994 werden de toen nog bestaande 37 districten en 3 stadsdistricten samengevoegd tot 21 districten (de stadsdistricten bleven bestaan). Op 9 juli 1945 werden de Regierungsbezirken Maagdenburg en Merseburg van de voormalige Pruisische provincieSaksen en het land Anhalt door het Sovjet-bestuur samengevoegd.

Het provinciale bestuur begon 23 juli 1945 in de provincie Saksen-Anhalt. Op 21 juli 1947 werd de provincie Saksen-Anhalt verheven tot Land Saksen-Anhalt. Reeds op 1 april 1945 was de Thüringse enclave Allstedt weer herenigd met de provincie Saksen. Op 1 februari 1946 werden de delen van het land Brunswijk, die binnen de Sovjet-zone vielen verbonden met Saksen-Anhalt. Het oostelijk deel van het district Blankenburg in de Harz en de exclave Calvörde. Het Regierungsbezirk Erfurt bleef deel uitmaken van Thüringen. Sinds 1949 behoorde het land tot de Duitse Democratische Republiek. Op 25 juli 1952 werd het land Saksen-Anhalt opgeheven en opgedeeld in de districten Halle en Magdeburg. Na de Duitse hereniging in 1990 werd de deelstaat hersteld. In 2004 was Saksen-Anhalt de eerste Europese overheid die zich liet financieren door zogenaamde sukuk (islamitische 'effecten').


Vrijstaat Sachsen

De Vrijstaat Saksen (Duits: Freistaat Sachsen, Oppersorbisch: Swobodny stat Sakska, Nedersorbisch: Zwězkowy kraj Sakska) is een deelstaat in het oosten van Duitsland. De hoofdstad is Dresden. Oppervlakte: 18.338 km², Bevolking: 4.133.659 (31-12-2012). Bevolkingsdichtheid: 245 inw./km². Politiek: Minister-president: Stanislaw Tillich (CDU), Coalitie: CDU-SPD. Stemmen in de Bondsraad: 4. Saksen grenst aan (van het Oosten met de klok mee) Polen, Tsjechië en aan de Duitse deelstaten Beieren, Thüringen, Saksen-Anhalt en Brandenburg. Andere belangrijke steden zijn Leipzig, Chemnitz en Zwickau. De eerste Vrijstaat Saksen ontstond in 1918 nadat koning Frederik August III aftrad en het Koninkrijk Saksen werd opgeheven.

In 1945 ontstond de deelstaat Saksen als onderdeel van de door de Sovjets bezette zone en omvatte het grondgebied van de voormalige vrijstaat en delen van de Pruisische provincie Silezië ten westen van de rivier de Neisse. In 1952 werd de deelstaat Saksen opgeheven en opgedeeld in drie kleinere districten van de Duitse Democratische Republiek (DDR): Leipzig, Dresden en Chemnitz (dat later zou worden omgedoopt tot Karl-Marx-Stadt). De deelstaat Saksen werd via het grondwetsartikel voor de vorming van deelstaten in de voormalige DDR van 22 juli 1990 opnieuw opgericht. De Wet trad in werking op 3 oktober 1990 (Dag van de Duitse Hereniging). Na het bijtreden van de DDR tot het grondwettelijke gebied van de Duitse Bondsrepubliek werd de deelstaat Saksen weer de Vrijstaat Saksen. De eerste Vrijstaat Saksen ontstond in 1918 nadat Koning Frederik August III aftrad en het Koninkrijk Saksen werd opgeheven.

In 1945 ontstond de deelstaat Saksen als onderdeel van de door de Sovjet-Unie bezette zone en omvatte het grondgebied van de voormalige vrijstaat en delen van de Pruisische provincie Silezië ten westen van de rivier de Neisse. In 1952 werd de deelstaat Saksen opgeheven en opgedeeld in drie kleinere districten van de Duitse Democratische Republiek (DDR): Leipzig, Dresden en Chemnitz. De deelstaat Saksen werd via het grondwetsartikel voor de vorming van deelstaten in de voormalige DDR van 22 juli 1990 opnieuw opgericht. De wet trad in werking op 3 oktober 1990 (Dag van de Duitse Hereniging). Met het toetreden van de DDR tot het grondwettelijke gebied van de Duitse Bondsrepubliek werd de deelstaat Saksen weer de Vrijstaat Saksen. Saksen was sinds de herindeling van Saksen in 2008 onderverdeeld in drie Direktionsbezirke (bestuurlijke regio's) , tien Landkreisen en drie kreisfreie steden. Voor de herindeling was Saksen onderverdeeld in drie Regierungsbezirke, 22 Landkreisen en zeven kreisfreie steden. De Direktionsbezirke zijn in 2011 al weer opgeheven.

Sleeswijk-Holstein (Duits: Schleswig-Holstein) is de noordelijkste van de zestien deelstaten (Bundesländer) van Duitsland. Sleeswijk-Holstein is na Saarland en de stadsdeelstaten Hamburg, Bremen en Berlijn de kleinste deelstaat. Hoofdstad: Kiel. Oppervlakte: 15.761,4 km². Bevolking: 2.834.259 (31-12-2011), Bevolkingsdichtheid: 179 inw./km². Politiek: Minister-president: Peter Harry Carstensen (CDU), Coalitie: CDU/SPD. Stemmen in de bondsraad: 4. Sleeswijk-Holstein ligt in de kern van het schiereiland Jutland in het Noorden van Duitsland. De deelstaat grenst aan Denemarken in het Noorden, de Noordzee in het Westen, de Oostzee en Mecklenburg-Voor-Pommeren in het Oosten en Nedersaksen en de 'Freistaat' Hamburg in het Zuiden.

Sleeswijk en Holstein waren reeds sinds de prehistorie bewoond en kwamen in 1460 aan Christiaan I van Denemarken. De gebieden werden in de loop der tijd opgedeeld, maar in 1773 weer verenigd onder de Deense kroon. In tegenstelling tot Sleeswijk (dat aanvankelijk vrijwel geheel Deenstalig was, maar waarvan het zuiden vanaf de 15e eeuw in toenemende mate verduitst was geraakt) werd Holstein in 1815 lid van de Duitse Bond. Het conflict tussen Denemarken en de Duitse Bond over de status van beide hertogdommen (Sleeswijk-Holsteinse kwestie) kwam na de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog tot een oplossing toen de Vrede van Praag (23 augustus 1866) bepaalde dat de beide hertogdommen aan Pruisen toekwamen, dat ze verenigde tot de provincie Sleeswijk-Holstein.


Schlewig-Holstein

Duitsland moest conform het Verdrag van Versailles in 1920 Noord-Sleeswijk na een plebisciet aldaar aan Denemarken afstaan. Na de Tweede Wereldoorlog werd een klein deel van Sleeswijk-Holstein ten oosten van Ratzeburg bij Mecklenburg ingedeeld en de provincie zelf deel van de Britse bezettingszone. In 1946 werd uit het resterende gebied de deelstaat Sleeswijk-Holstein in het leven geroepen, die in 1949 deel van de Bondsrepubliek Duitsland werd. Sleeswijk en Holstein waren reeds sinds de prehistorie bewoond en kwamen in 1460 aan Christiaan I van Denemarken. De gebieden werden in de loop der tijd opgedeeld, maar in 1773 weer verenigd onder de Deense kroon. In tegenstelling tot Sleeswijk (dat aanvankelijk vrijwel geheel Deenstalig was, maar daarvan het zuiden vanaf de 15e eeuw in toenemende mate verduitst was geraakt) werd Holstein in 1815 lid van de Duitse Bond.

Het conflict tussen Denemarken en de Duitse Bond over de status van beide Hertogdommen (Sleeswijk-Holsteinse kwestie) kwam na de Pruisisch- Oostenrijkse Oorlog tot een ontknoping toen de Vrede van Praag (23 augustus 1866) bepaalde dat de beide hertogdommen aan Pruisen toekwamen, dat ze verenigde tot de provincie Sleeswijk-Holstein. Duitsland moest conform het Verdrag van Versailles in 1920 Noord-Sleeswijk na een referendum aldaar aan Denemarken afstaan.

Na de Tweede Wereldoorlog werd een klein deel van Sleeswijk-Holstein ten oosten van Ratzeburg bij Mecklenburg ingedeeld en de provincie zelf deel van de Britse bezettingszone. In 1946 werd uit het resterende gebied de deelstaat Sleeswijk-Holstein in het leven geroepen, die in 1949 bij de Bondsrepubliek Duitsland werd gevoegd en daamee een fors aantal Staten of Bondslanden vormende. r zijn vier officiële talen in Sleeswijk-Holstein (gevolgd door lokale uitspraak van de naam van de deelstaat): Duits: Schleswig-Holstein, Nedersaksisch: Sleswig-Holsteen, Noord-Fries (Friisk): Slaswik-Holstiinj en Deens: Slesvig-Holsten. Nedersaksisch geldt als streektaal, Deens en Noordfries als minderheidstalen. Verder wordt ook nog Zuid-Juts (Sønderjysk) gesproken, een variant van het Deens. Tenslotte is er een handjevol mensen in en rond Flensburg dat Petuh spreekt, een mengtaal met elementen van Hoogduits, Nedersaksisch, Deens en Sønderjysk. Sleeswijk-Holstein is onderverdeeld in elf districten (Kreise) en vier stadsdistricten (Kreisfreie Städte). De Kreise zijn onderverdeeld in Ämter en Gemeentes.


Vrijstaat Thüringen

De Vrijstaat Thüringen (Duits: Freistaat Thüringen) is een deelstaat in het midden van Duitsland. Oppervlakte: 16.171 km², Bevolking: 2.221.222 (27-06-2012). Bevolkingsdichtheid: 145 inw./km². De Hoofdstad is Erfurt. Politiek: Minister-president: Dieter Althaus (CDU), Coalitie: CDU. Stemmen in de Bondsraad: Thüringen ligt in het midden van Duitsland en grenst aan de deelstaten Hessen, Beieren, Saksen, Saksen-Anhalt en Nedersaksen. Het Zuiden van Thüringen wordt gedomineerd door het bosgebied het Thüringer Woud.

De Vrijstaat Thüringen ontstond op 1 mei 1920 door samenvoeging van de Thüringse staten, de in 1918 tot vrijstaten dan wel volksstaten verklaarde monarchieën Saksen-Weimar-Eisenach, de Vrijstaat Gotha (Saksen-Coburg en Gotha had zich inmiddels opgesplitst), Saksen-Altenburg, Saksen-Meiningen, de Volksstaat Reuss (bestaande uit de voormalige Vorstendommen Reuss oudere linie en Reuss jongere linie), Schwarzburg-Rudolstadt en Schwarzburg-Sondershausen. Thüringen ligt in het midden van Duitsland en grenst aan de deelstaten Hessen, Beieren, Saksen, Saksen-Anhalt en Nedersaksen. In het noorden bevinden zich naast de uitlopers van de Harz geïsoleerde heuvelruggen als het Kyffhäuser-, het Ohmgebergte en de Hainleite.

Het hart van de deelstaat wordt ingenomen door het Thüringer Bekken, een glooiende open laagvlakte die wordt doorsneden door de belangrijkste rivieren van de deelstaat: de Saale en haar zijrivier de Unstrut. In het Thüringer bekken liggen belangrijke steden als Gotha, Erfurt en Weimar. Het zuiden van Thüringen wordt gedomineerd door het middelgebergte het Thüringer Woud. Het hoogste punt van Thüringen is de in het Thüringer woud gelegen Großer Beerberg van 982 meter hoogte. Door het heuvelachtige westelijke grensgebied met Hessen slingert zich de rivier de Werra, de langste bronrivier van de Wezer. Het grootste deel van de 2,2 miljoen inwoners van Thüringen zijn etnische Duitsers. Grote minderheidsgroepen zoals de Sorben in Brandenburg en Saksen zijn er niet. Met betrekking tot de gesproken taal zijn er drie groepen te onderscheiden. De eerste en grootste groep zijn de Thüringers, hiermee worden mensen bedoeld die het Thürings spreken. Zij wonen noordelijk van de Rennsteig.

Tot deze groep behoren ook de bewoners van het zuiden van Saksen-Anhalt (gemeenten Mansfeld-Südharz, Saalekreis, Burgenlandkreis en de stad Halle). Het Thürings spraakgebied wordt begrensd door de rivieren Werra en Leine in het noordoosten, door de Harz in het noorden en de Weiße Elster in het oosten. De tweede taalgroep vormen de sprekers van het Oostopperfrankisch, zij leven zuidelijk van de Rennsteig en zijn cultureel meer op de regio Franken georienteerd. De derde groep zijn de sprekers van het Nederduits, die met name in het noordelijke deel van de Landkreis Eichsfeld in het noorden van Thüringen leven. Gebieden met een sterke regionale identiteit zijn Eichsfeld in het noord westen en het Vogtland in het zuidoosten.

Naast deze drie taalgroepen leven in het land ongeveer 49.000 (2,2 %) buitenlanders (volgens TLS[2]). Volgens het Statistische Bundesamt (Ausländerzentralregister) waren er in 2009 echter maar ongeveer 34.000 personen. Deze mensen komen voornamelijk uit: Vietnam (3085 personen), Rusland (3070), Oekraine (2105), Turkije (1863), Polen (1792), Volksrepubliek China (1312), Azerbeidzjan (939), Hongarije (939), Italië (872) und Kazachstan (745).[3] Vergeleken met Duitsland als geheel zijn er wel enkele verschillen. Zo zijn er relatief minder mensen uit de „traditionele“ (West-Duitse) immigratielanden zoals Italië, Griekenland, Turkije en Joegoslavië. Er zijn relatief veel mensen uit Oost-Europa en vooral veel Vietnamezen die hier al sinds de tijd van de DDR zijn. Binnen de deelstaat zijn er nog grote verschillen in de ontwikkeling van de bevolkingsaantallen. Zo zijn in de grote steden Jena en Weimar sinds enige tijd de aantallen geboortes en sterftes in evenwicht, waardoor de bevolking nu gemiddeld maar langzaam ouder wordt.

Daar tegenover staat de ontwikkeling van de landelijke gebieden, waar de bevolking krimpt zowel door een negatieve natuurlijke bevolkingsgroei als door een vertreksaldo. Hierdoor stijgt daar de gemiddelde leeftijd snel. Door verhuizingen kunnen met name de grote steden profiteren, terwijl de landelijke gebieden ontvolken. Het vertreksaldo lag in 2010 in Erfurt op +1201, in Jena op +541, in Nordhausen op +312 en in Weimar op +291. Ook in Gera was het met –162 personen veel kleiner als tot voor kort. Suhl (–474) en Altenburg (–230) waren de enige grote steden die nog te maken hadden met een teruglopende bevolking. Met betrekking tot de gemeenten hadden alleen Ilm-Kreis (+82) en de Landkreis Nordhausen (+39) per saldo een toestroom van mensen, terwijl de verliezen in Landkreis Eichsfeld (–754) en in Landkreis Saalfeld-Rudolstadt (–737) het grootste waren.

Baden-Württemberg (Duits: Baden-Württemberg) is een deelstaat in het zuidwesten van Duitsland. De deelstaat heeft een oppervlakte van 35.750 km² en 10.786.227 (31-12-2011) inwoners. Bevolkingsdichtheid: 294/km². De hoofdstad is Stuttgart. Politiek: Minister-president: Günther Oettinger (CDU), Coalitie: CDU/FDP. Stemmen in de Bondsraad: 6. Baden-Württemberg grenst aan Zwitserland in het zuiden, Frankrijk in het westen en aan de Duitse deelstaten Rijnland-Palts, Hessen en Beieren. Het bestaat uit de Baden en Württemberg en uit een voormalige exclave van Pruisen, de Hohenzollerische Lande. Al in 1918/1919 waren er pogingen deze drie gebieden tot één deelstaat te verenigen.

Na de Tweede Wereldoorlog behoorden Noord-Baden en Noord-Württemberg tot de Amerikaanse bezettingszone en het zuiden met Hohenzollern tot de Franse bezettingszone. De Amerikanen stichtten in 1945 op hun gebied de nieuwe deelstaat Württemberg-Baden met als hoofdstad Stuttgart. De Fransen maakten van Zuid-Baden een nieuwe, verkleinde deelstaat Baden (hoofdstad: Freiburg im Breisgau) en uit Zuid-Württemberg en Hohenzollern de deelstaat Württemberg-Hohenzollern (hoofdstad: Tübingen). Pogingen deze deelstaten te verenigingen mislukten aanvankelijk door verzet van (Zuid-)Baden, maar na een referendum werd de vereniging tot Baden-Württemberg in 1952 alsnog een feit.



Baden-Württemberg

Baden-Württemberg grenst in het zuiden aan Zwitserland en het Bodenmeer, in het westen aan Frankrijk, in het noorden aan de Duitse deelstaten Rijnland-Palts en Hessen, en in het oosten aan de Duitse deelstaat Beieren. De west- en zuidgrens wordt gevormd door de Rijn. De hoofdstad Stuttgart ligt aan de Neckar. In het zuidwesten ligt het Zwarte Woud, van het zuiden naar het noordoosten ligt de Schwäbische Alb.Baden-Württemberg bestaat uit de voormalige landen Baden en Württemberg en uit een voormalige exclave van Pruisen, de Hohenzollerische Lande. Al in 1918/1919 waren er pogingen Deze drie gebieden tot één deelstaat te verenigen.

Na de Tweede Wereldoorlog behoorden Noord-Baden en Noord-Württemberg tot de Amerikaanse bezettingszone en het zuiden met Hohenzollern tot de Franse bezettingszone. De Amerikanen stichtten in 1945 op hun gebied de nieuwe deelstaat Württemberg-Baden met als hoofdstad Stuttgart. De Fransen maakten van Zuid-Baden een nieuwe, verkleinde deelstaat Baden (hoofdstad: Freiburg im Breisgau) en uit Zuid-Württemberg en Hohenzollern de deelstaat Württemberg-Hohenzollern (hoofdstad: Tübingen).

Pogingen deze deelstaten te verenigen mislukten aanvankelijk door verzet van (Zuid-)Baden, maar na een referendum werd de vereniging tot Baden-Württemberg in 1952 alsnog een feit. De naam Württemberg is afgeleid van een berg in Rotenberg bij Stuttgart-Untertürkheim waar de elfde-eeuwse burcht Wirtemberg stond.In 1820 werd aldaar een kapel voor Koningin Catharina Paulowna, echtgenote van Koning Willem I, gebouwd. De herkomst van de naam is echter niet duidelijk. De vroegere verklaring Wirth am Berg wordt nu algemeen verworpen. Men heeft gesuggereerd dat de naam Württemberg is afgeleid van een eigen naam als Wiruto of Wirtino; anderen denken aan een Keltische plaatsnaam als Virolunum of Verdunum. Württemberg was van 1092 tot 1495 een Graafschap. In 1442 werd het gebied conform het Verdrag van Nürtingen opgedeeld in de linies Württemberg-Urach en Württemberg-Stuttgart. Deze deling werd in 1482 met het Verdrag van Münsingen weer ongedaan gemaakt. In 1324 werden de Heerlijkheid Riquewihr (Duits: Reichenweiher) en het Graafschap Horbourg in de Elzas verworven.

In 1397/1409 werd het Graafschap Montbéliard (Duits: Mömpelgard) door huwelijk verworven. In Montbéliard resideerde meestal een zijtak van de familie. In 1495 werd Graaf Everhard V als Everhard I tot Hertog verheven. De verschillende gebieden van Württemberg werden samen één Rijksleen. Bij de vorming van de Kreitsen in 1500 ging het Hertogdom deel uit maken van de Zwabische Kreits. In 1504 werd het Graafschap Löwenstein ingelijfd. Van 1520 tot 1534 was de Hertog verdreven en behoorde het Hertogdom tot Voor-Oostenrijk. Omstreeks 1535 werd de Reformatie ingevoerd. In 1751 werd de eerlijkheid Justingen verworven en na 1781 het halve Graafschap Limpurg. Frankrijk annexeerde in 1793 Montbéliard en Riquewihr.