De Huizen van Oranje en Nassau

Heraldiek
Vlag BelgieVlag NederlandGouden KroonGouden KroonVlag LuxemburgVlag Duitsland
Bronvermelding

 Heraldiek Wapens  

Vorstenhuizen Europa

In de heraldiek is een wapen of blazoen een meestal symbolische voorstelling op een (wapen)schild, eventueel uitgebreid met een of meer attributen uit de zogeheten schilddekking, zoals een helm, een kroon, een of meer schildhouders, een motto en een wapentent, wapenmantel of dekkleed. Een wapen wordt gebruikt als herkenningsteken van personen, families en organisaties. De oorsprong ligt in de middeleeuwse feodaliteit. Met 'wapen' werd in het Middelnederlands de volledige uitrusting van een ridder aangeduid. In de 16e eeuw gingen de betekenissen van wapen als schild en wapen als gevechtswapen uiteenlopen. Het heraldische wapen vindt zijn oorsprong in het wapenschild. Traditioneel werd een wapen gedragen op het schild. Het lezen van een wapen noemt men blazoeneren. Het wapenrecht regelt het voeren of gebruiken van een wapen. Het wapen werd later uitgebreid met de helm met daarop een helmteken, en een wrong van het dekkleed. Het wapen voerde men publiek om de herkenbaarheid van de groep in een veldslag te waarborgen. Een kenner van wapens noemt men een heraldicus, niet te verwarren met heraut.


v.l.n.r. Schilden van Hendrik II van Nassau-Breda (1483-1538), Hendrik II van Nassau-Vianden-Dietz (1414-1451), Karl August I van Nassau-Weilburg (†1753), Johan V van Nassau-Dillenburg-Dietz (1455-1516), Johan Ernst van Nassau en Johan VI van Nassau-Katzenelnbogen-Dietz.

In de middeleeuwen werden de krijgers na de 11e eeuw in steeds zwaardere harnassen gehuld. De in 1066 met een open helm, zonder vizier, uitgeruste Noormannen en Angelsaksen die op het Tapijt van Bayeux zijn afgebeeld, hadden geen uniek schild nodig, omdat zij gemakkelijk herkenbaar waren. De op het tapijt afgebeelde schilden hadden wel versieringen, maar er zijn volgens de gangbare opvatting geen aanwijzingen dat deze persoonsgebonden waren. Tijdens de kruistochten kwamen zware, gesloten helmen in zwang. Om in de strijd te zien wie vriend en wie vijand was, moest elke ridder zijn eigen teken op het wapenschild afbeelden.


v.l.n.r. Schild Ludwig Vorst van Nassau-Saarbrücken Hertog van Dillingen, Blazoen Graven Emmerich van Nassau zu Sporckenburg, Blazoen Koninkrijk van Beieren, Schild Graven van Dietz.

Deze tekens werden al snel een belangrijk symbool en vonden een plek op documenten, grafstenen, gevelstenen en banieren. In de eerste jaren van de 12e eeuw was zo een cultuur rond het wapen ontstaan, waarvan de regels en gebruiken in de heraldiek, de kunst van de herauten werden vastgelegd. Wapenschilden werden vaak ontworpen door herauten. Deze noteerden ook alle wapens in een apart wapenboek, zoals het Wapenboek Gelre. Tijdens een oorlog moesten de herauten lijsten samenstellen van de ridders die naar het slagveld gingen, hetgeen identificatie van gesneuvelde of gevangengenomen ridders vereenvoudigde. Voor gevangenen kon men zo de hoogte van het losgeld bepalen.


v.l.n.r. schilden van Graven van Buren, Markies van Veere-Vlissingen, Graven van Vianden en de Vorsten van Orange

Oorspronkelijk hadden heren en ridders een uniek wapenschild. Toen in de late 12e eeuw het wapen steeds meer prestige had verworven, gingen zonen hun vaders wapen gebruiken, soms ongewijzigd. Zo ontstond het familiewapen. Wapenschilden zijn echter maar kort het exclusieve domein van de ridderstand geweest; al in de 13e eeuw gingen ook anderen zoals steden, gilden en sommige belangrijke burgers een wapen gebruiken. Ook staten kregen een wapen; daarbij werd meestal gebruikgemaakt van het wapen van de vorst. De boeren hielden het eeuwenlang bij hun huismerken, maar ook in hun kringen werden familiewapens in de loop der eeuwen steeds algemener. Alleen in Engeland en Schotland is het gebruiken van een wapenschild aan strenge wettelijke regels en toestemming door de staat gebonden.


v.l.n.r. Wapens van Hessen-Kassel, Lippe-Detmold-Biesterfeld, Klein wapen van Lippe-Detmold-Biesterfeld, Prinsdom Liechtenstein en Mecklenburg-Schwerin.

In de 12e en 13e eeuw werden wapens werkelijk gebruikt. In de late middeleeuwen waren zij belangrijk bij riddertoernooien. Toen deze niet meer werden gehouden, ontstond een "papieren heraldiek" waarin steeds ingewikkelder wapens werden gebruikt.In Nederland wordt het adviseren over en registreren van, althans voor wat betreft adellijke en overheidswapens, gedaan door de Hoge Raad van Adel. Als een aangevraagd wapen na een positief advies van de Hoge Raad wordt toegekend door de Kroon, wordt hierover een koninklijk besluit gepubliceerd en een wapendiploma opgemaakt. Naast de Hoge Raad van Adel bestaan er ook andere organisaties waar wapens kunnen worden geregistreerd en gepubliceerd, zoals de Fryske Rie foar Heraldyk en genealogische verenigingen


v.l.n.r. Grootwapen Graaf van Waldeck, Graaf van Lippe en Landgraaf van Hessen

In Vlaanderen is het de Vlaamse Heraldische Raad, die de toekenning van wapens en vlaggen aan de Vlaamse provincies en gemeenten begeleidt. Sinds 2000 erkent en verleent deze raad ook wapens aan personen en instellingen. Voor de wapens van adellijke families en personen aan wie door de koning de adelstand verleend wordt in België, is de Raad van Adel bevoegd. Deze ressorteert onder de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken. Naast toepassing binnen families wordt het wapen, net als een vlag, tegenwoordig ook veel gebruikt als een symbool van een land, stad, gemeente, waterschap, vereniging of provincie. Een vlag met de afbeelding van een wapen heet een banier.


v.l.n.r. Schilden van Hertogdom Habsbourg, Hertogdom Gelre-Julich, Hertogdom Kleve (1431), Klein Wapen Koningin Máxima, Hertogdom Kleve-Marks, Hertogdom Marks-Cleve en Simon de Lailang.

In Nederland geldt dat provincies, gemeenten en andere publiekrechtelijke lichamen of instellingen die een wapen wensen, daartoe een verzoek moeten indienen bij de Koning. Als deze ermee instemt, doet hij dat bij koninklijk besluit. Omdat het geen algemeen verbindend voorschrift is, wordt het niet in het Staatsblad geplaatst. Een wettelijke verplichting voor zowel de aanvraag als het voeren van een wapen bestaat er niet. In de praktijk komt dit bijna niet voor. Een officieel door de Kroon verleend wapen wordt algemeen op prijs gesteld. Volgens artikel 2 van het Besluit bepalingen wapens voor provinciën, gemeenten en andere publiekrechtelijke lichamen of instellingen, is het indien een nieuwgevormd lichaam de naam ontvangt van zijn voorgangers, toegestaan het wapen van die voorganger te gebruiken.


v.l.n.r. Grootwapens van Groothertogdom Mecklenburg-Schwerin, Vorstendom Waldeck-Pyrmont en Groothertogdom Sachsen-Weimar-Eisenach.

In Nederland werd de aanvraagprocedure vastgelegd met het Souverein Besluit van 24 december 1814 en de Koninklijke Besluiten van 23 april 1919 en 21 oktober 1977. In 1814 werd de Hoge Raad van Adel aangewezen als officieel adviesorgaan van de Kroon rondom de wapenverlening. Bij het vaststellen van een wapen kan het bepalend zijn welke naam de nieuwe gemeente zal gaan gebruiken. Artikel 2 van het besluit uit 1919 maakt het mogelijk het wapen over te nemen als de naam van een gemeente wordt overgenomen. Zonder het vereiste koninklijk besluit kan een gemeente schriftelijk een mededeling verzenden aan de Hoge Raad van Adel. Voor andere gevallen geld een andere procedure.


v.l.n.r. Grootwapens van Groothertogdom Mecklenburg-Schwerin, Vorstendom Waldeck-Pyrmont en Groothertogdom Sachsen-Weimar-Eisenach.

Wil een gemeente een per koninklijk besluit bevestigd nieuw of gewijzigd gemeentewapen gaan voeren, moet onderstaande procedure doorlopen worden. Allereerst moet de gemeenteraad daartoe een beslissing nemen. De gemeenteraad heeft die bevoegdheid volgens artikel 167 van de gemeentewet. Als er voldoende deskundigheid aanwezig is, kan men zelf een wapen ontwerpen. Het is ook mogelijk dat door een heraldicus te laten doen. Meestal neemt het college van burgemeester en wethouders daartoe het initiatief. Zij kunnen de gemeenteraad een of meerdere ontwerpen voorleggen, hoewel dat problemen kan opleveren. De Hoge Raad van Adel zal niet altijd voorkeur hebben voor het beste ontwerp.


v.l.n.r. Wapens van Nassau-Siegen, Schild van Koninkrijk Ierland, Franse Koningshuis Capet, Hertogdom Sachsen-Weimar-Eisenach, Hertogdom Sachsen-Coburg-Gotha (1826), Hertogdom Sachsen-Weimar en Koninkrijk Baden-Baden.

Burgemeester en wethouders van de nieuwe gemeente of de rechtsvoorgangers van de stuurgroep van een oude gemeente kunnen schriftelijk advies vragen aan de Hoge Raad van Adel. Bij deze adviesaanvraag kunnen ideeën of ontwerpen meegezonden worden. Ook is het mogelijk het ontwerpen aan de Hoge Raad over te laten. De Hoge Raad zal oude wapens van betrokken gemeentes betrekken en de mogelijkheid bezien of uit elementen daarvan een nieuw wapen kan worden ontworpen. Omdat de Hoge Raad in zo'n geval een goede beeldvorming moet hebben, wenst de Hoge Raad dat ook geschiedenis en geografische kaart van de gemeente worden meegezonden. De laatste kan gebruikt worden voor het bepalen van kleuren: groen voor bosrijke gebieden, blauw voor waterrijke gebieden, een golvende dwarsbalk voor een rivier, enzovoort.


v.l.n.r. Grootwapens van Vorstendom Lippe, Pruissische provincie Hessen-Nassau en Vorstendom Schaumburg-Lippe.

De Hoge Raad van Adel brengt advies uit. Zij dient hierbij de autonomie van de gemeenteraad te respecteren en de ontwerpen zuiver op de heraldische merites te beoordelen. Het komt voor dat de stuurgroep/nieuwe gemeente het niet eens zijn met het ontwerp. In zo'n situatie zal overleg plaatsvinden waarbij consensus wordt gezocht tussen beide partijen. Na overeenstemming volgt de volgende stap in de procedure.


v.l.n.r. Wapen van Laurenberg, Prinses Emma van Waleck-Pyrmont, Markgraaf van Brandeburg-Ansbach, Tsaar van Rusland, Schild van Mecklenburg-Schwerin, Mecklenburg en Koninkrijk Frankrijk.

De stuurgroep/nieuwe gemeente zal het wapen officieel schriftelijk moeten aanvragen bij de Koning. Bij de aanvraag hoort een eenvoudige tekening in kleur. De minister van Binnenlandse Zaken stuurt die aanvraag weer door aan de Hoge Raad van Adel, die een positief advies zal uitbrengen. Na instemming van de Kroon resulteert dat in een koninklijk besluit, waarvan stuurgroep/nieuwe gemeente een afschrift ontvangen. Als bijlage van het koninklijk besluit wordt ten slotte nog een wapendiploma gemaakt, met daarop een met de hand geschilderde afbeelding van het wapen en de wapenbeschrijving.


v.l.n.r. Grootwapen Mecklenburg-Schwerin-Strelitz, Koninkrijk Zweden, Huis van Bourbon en Koninkrijk Denemarken.

De kosten van een wapenverlening bedragen tussen de 750 en 1000 euro. De gemiddelde doorlooptijd van de procedure varieert tussen de vier en zes maanden. Sinds 2014 kunnen voordrachten voor Koninklijke Besluiten houdende de verlening van nieuwe wapens of de bevestiging of wijziging van reeds vastgestelde wapens uitsluitend betrekking hebben op provincies, gemeenten en andere publiekrechtelijke lichamen of enkele andere instellingen. Anders ligt het voor dorpen en steden die onder een grotere gemeente vallen en die uit traditie een eigen wapen voeren, bestaand of speciaal hiervoor ontworpen. Deze wapens zijn door de gemeenteraad vastgesteld en zijn niet of, in het geval van opgeheven gemeenten, niet meer geregistreerd door de HRvA. Vanaf de jaren negentig van de twintigste eeuw hebben veel Nederlandse gemeenten dorpswapens vastgesteld voor de afzonderlijke kernen


v.l.n.r. Grootwapen Mecklenburg-Schwerin-Strelitz, Koninkrijk Zweden, Huis van Bourbon en Koninkrijk Denemarken.

Ook families, en niet alleen adellijke families, kunnen een wapen hebben. Veel families hebben vanouds een wapen zonder dat de huidige familieleden zich daarvan bewust zijn. Men kan ook zelf een wapen ontwerpen of laten ontwerpen door een heraldisch tekenaar. Het is hierbij wel aan te bevelen dat men zich in de heraldiek verdiept. Het gebeurt wel dat een familie een wapen voert dat afkomstig is van een andere familie met (bijna) dezelfde naam. Men spreekt dan van een geassumeerd wapen. Dit wordt door heraldici niet gewaardeerd, maar het is niet verboden.


v.l.n.r. Schild Koninkrijk Jeruzalem, persoonlijk Wapen van Koningin Maria-Christina van Spanje (1858-1929), persoonlijk Schild Keizer Karel V, Schild van Nassau-Dietz, Blazoen Lodewijk Bonaparte Koning van Holland en Adoplphe van Nassau.

Binnen de kerk is door oorlogsvoering in het begin van de 13e eeuw een kerkelijke heraldiek ontstaan. Voor zover bekend was de bisschop van Langres, Guy de Rochefort, in 1243 de eerste die een wapen in gebruik nam. Nadat het militaire karakter van de kerk afnam, gingen geestelijken ook wapens voeren.[6] Het pauselijk wapen is het persoonlijk wapen van de paus. Daarnaast is een wapenverlening aan kathedralen en basilieken gebruikelijk.Het beschrijven van wapens in een eigen taal met vastgelegde regels noemt men blazoeneren. Een wapen kan bestaan uit alleen een schild, maar veelal voegt men rondom het schild zaken toe, de zogenaamde schilddekking. Gaandeweg breidde deze schilddekking zich zodanig uit dat het wapen op het schild in de verdrukking kwam en minder leesbaar werd (bijv. wapen van Abraham Willet te Amsterdam uit 1641).


v.l.n.r. Middelste Wapen Staat der Nederlanden (1815), Groot Wapen Prins Bernhard en Prins Willem Frederik 2e zoon Koning Willem I (1815).
De schilddekking kan omvatten:

Het wapenschild is het belangrijkste deel van het wapen en het staat daarom centraal geplaatst. Op het schild staan stukken, die in een bepaald gamma van kleuren en metalen zijn neergezet. Een helm rust op of overtopt het schild. De helm kan met figuren beschilderd zijn, deze heten helmfiguren. De kroon wordt ook wel rangkroon genoemd en verschilt per rang binnen de adel. Bij de katholieke geestelijkheid wordt het wapen gedekt door een hoed met kwasten. De kleur van de hoed en het aantal kwasten verschilt naargelang de plaats in de kerkelijke hiërarchie. Ook burgers plaatsen een "burgerlijke" kroon op het wapenschild. Schildhouders: een schild kan worden gedragen door (fabel)dieren of menselijke figuren. Deze staan aan weerszijden van het schild. Een wapenspreuk of motto en een onder het wapen aangebrachte leus.


v.l.n.r. Duitse Vrijstaten: Schleswig-Holstein, Waldeck, Anhalt, Lippe en Mecklenburg-Schwerin.

Een wapentent of paviljoen (een opengeslagen middeleeuwse tent, of een met hermelijn gevoerde wapenmantel die rond het wapen is geslagen). Een of meer helmen kunnen op het wapenschild worden geplaatst. Alleen bij een koning is het vizier van de helm geopend. Boven op de helm wordt een wrong geplaatst, een opgerolde doek gevuld met (paarden)haar of wol. De kleur is gelijk aan die van de dekkleden. Dekkleden zijn ontstaan uit een kleedje dat van achteren over de helm viel ter bescherming tegen de zon. De kleden hangen in zwierige krullen omlaag, naar verluidt doordat de kleden tijdens het toernooi snel aan flarden werden gescheurd. Het helmteken staat op de helm. Het is vaak een object dat overeenkomt met de stukken op het schild. Onder het schild kunnen ook de ridderorden van de bezitter worden aangebracht.


v.l.n.r. Groot Wapen Land van Hessen, Hertog Michiel Adriaanszn de Ryuter en Groot Wapen Koninkrijk Thurn und Taxis.

In de heraldiek geldt de regel dat het wapen er natuurlijk dient uit te zien. De afmetingen van de onderdelen moeten op elkaar afgestemd zijn en de schilddragers moeten er daarom, ook al zal men nooit een leeuw met een helm op zijn kop een schild zien vasthouden, natuurlijk uitzien en ook ergens op kunnen staan. De grootte van de kroon moet ook in verhouding staan tot de grootte van het schild. Tegen enige van deze regels is in het wapen van Anhalt gezondigd. Koninklijke wapens worden volgens bijzondere regels getekend. Zie als voorbeeld het Wapen van de Koning van Pruisen. Zo is de officiële beschrijving van het kleine rijkswapen van het Koninkrijk der Nederlanden (artikel 1 tot en met 3 van het Besluit tot het voeren van het Koninklijk wapen)


v.l.n.r. Vrijstaat Mecklenburg-Strelitz, Oldenburg, Schaumburg-Lippe, Hessen-Nassau en Volkstaat Hessen.

"In azuur, bezaaid met blokjes van goud, een leeuw van goud, gekroond met een kroon van drie bladeren en twee parelpunten van hetzelfde, getongd en genageld van keel, in de rechtervoorklauw opgeheven houdende in schuinlinkse stand een zwaard van zilver met gevest van goud en in de linker- een bundel van zeven pijlen van zilver met punten van goud, de pijlen tezamen gebonden met een lint mede van goud."


v.l.n.r. Schild Vorstendom Hohenzollern, Middelste Wapen Prins Hendrik van Meclkenburg-Schwerin, Wapen Keizerrrijk van Rusland en Schild Sigismund van Luxembourg.

Aan het in het vorige artikel omschreven wapen kunnen de navolgende uitwendige versierselen worden toegevoegd: a. tot dekking van het schild de Koninklijke kroon gelijk aan die welke tot dusverre door de Koningen der Nederlanden is gevoerd; b. als schildhouders twee leeuwen van goud, getongd en genageld van keel; c. het devies 'Je maintiendrai' in Latijnse letters van goud op een lint van azuur.

Het in artikel 1 omschreven wapen, voorzien van zijn uitwendige versierselen, kan worden geplaatst op een mantel van purper, geboord van goud, gevoerd met hermelijn, opgebonden met koorden eindigende in kwasten, beide van goud, en gedekt door een baldakijn van purper, geboord van goud en dragende de Koninklijke kroon