





Heraldische Wapens
Walramse Linie van Nassau, Schilden en Wapens
In 1120 bouwde Rupert I, Graaf van Laurenburg, de burcht Nassau. In 1193 werd zijn zoon (mogelijk ook: kleinzoon) Walram I Graaf van Nassau.
Zijn zoon Hendrik de Rijke was de vader van onder andere Walram II en Otto. Walrams zoon Adolf was van 1292 tot 1298 Duits Koning. Onder zijn
nakomelingen werd het Walramse Nassau diverse malen verdeeld, maar in 1605 onder Lodewijk II van Nassau-Weilburg grotendeels weer herenigd.
Kort na zijn dood volgden echter weer nieuwe verdelingen die resulteerden in de takken Nassau-Weilburg, Nassau-Ottweiler, Nassau-Usingen,
Nassau-Idstein en Nassau-Saarbrücken. De laatste twee werden in 1688 in de Rijksvorstenstand verheven.
Voor het Hertogdom Nassau in 1812 resteerde nog slechts de linies Usingen en Weilburg. Ook deze verloren in 1801 hun territoria op de linker Rijnoever
aan Frankrijk, maar werden bij de Reichsdeputationshauptschluss in 1803 gecompenseerd met andere gebieden. De Vorsten Frederik Willem van
Nassau-Weilburg en Frederik August van Nassau-Usingen namen in 1806 deel aan de Rijnbond, waarbij Frederik August de hertogstitel ontving.
De gebieden die zij daarbij moesten afstaan aan het Groothertogdom Berg werden gecompenseerd met gebieden van de Ottoonse linie.
Frederik August regeerde samen met Frederik Willem over het Hertogdom Nassau.
Nadat met hem de linie Nassau-Usingen uitstierf, verviel het gehele gebied aan Frederik Willems zoon Willem, die het land door ruil met Pruisen
uitbreidde met de Ottoonse gebieden Dietz, Hadamar, Dillenburg en Beilstein. Hij nam in 1836 deel aan de Zollverein. Willems zoon en opvolger Adolf
stond na het revolutiejaar 1848 een Kamer van Afgevaardigden met algemeen kiesrecht toe. Hij nam in 1866 aan Oostenrijkse zijde deel aan de
Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog met als gevolg dat zijn land op 8 oktober van dat jaar door Pruisen werd geannexeerd. Daarna maakte het deel uit
van de Pruisische provincie Hessen-Nassau. Adolf volgde in 1890 Willem III uit de Ottoonse linie op als Groothertog van Luxemburg.
De Graven van Laurenburg voerden al een rechtsgewende gouden leeuw in een (blauw) veld. Het oudst bekende zegel van Nassau is van Walram I in 1198. Dit zegel, en ook dat van zijn zoon Hendrik in 1220 was nog niet door blokken omgeven. In 1246 zegelde dezelfde Hendrik wel met de gouden blokjes, waarbij het aantal nog niet vaststond tot 1785.



Oerwapen Walramse Linie van Nassau, Stamschild van Nassau en Oerwapen Ottoonse Linie van Nassau.
Walramse linie
Als helmteken een “vlucht” (= vleugel) van sabel (zwart) beladen met een gebogen schuinbalk van zilver met 3 lindebladeren met de steel omhoog
van sinopel (groen). De leeuw heeft in zijn rechterhand een zwaard en in zijn linkerhand een bundel pijlen, met gouden punten
en een gouden lint eromheen - vanaf 1353.
Samengevat is de beschrijving van het geslachtswapen van Nassau als volgt:
Een rechtsgewende gouden leeuw in een azuur (blauw) veld — al door het voorgeslacht in de 12e eeuw
Het veld is bezaaid met blokjes van goud — vanaf 1246
De blokjes zijn geordend: 2-2-2-1 — vanaf 1785
De leeuw heeft een tong, kroon, en nagels van keel (rood) — vanaf 1785
De kroon van de leeuw heeft 3 bladen en 2 parelpunten — vanaf 1907.
De leeuw heeft 7 pijlen
vast (zoals beschreven) — vanaf 1907
De Walramse Linie van Nassau
Wapen van Keizer Adolf van Nassau van het Heilige Rooms Duitse Keizerrijk
(1292-1298)
Zijn twee zoons, Walram II en Otto, verdeelden in 1255 het Nassau eigendom. Walram kreeg het gebied ten zuiden van de Lahn en Otto het gebied
ten noorden van de Lahn. Sindsdien zijn zij de stamvaders van de Walramse en respectievelijk Ottoonse linie, die aanvankelijk nog hetzelfde
wapen voerden. In 1353 kreeg de Walramse linie van de Paltsgraaf Ruprecht I het recht een verschillend helmteken te voeren. Dit helmteken bestond
uit twee buffel- of ossenhorens van azuur met elk 3 gouden blokjes boven elkaar, met daartussen een aanziend gestelde, zittende en rood gekroonde,
gouden leeuw. De Ottose linie voerde als helmteken een “vlucht” (= vleugel) van zwart beladen met een gebogen schuinbalk van zilver met drie
lindebladeren met de steel omhoog van groen. In de jaren 1783 en 1785 legden beide linies in een aantal verdragen vast dat de gouden leeuw rode tong,
kroon, en nagels kreeg, en dat er gouden blokjes omheen staan in een 2-2-2-1 verdeling.
Wapen van Nassau-Saarbrücken van 1381 tot 1572
Wapen Nassau-Saarbrücken van 1381, Graafschap Mehrenberg, Graafschap Saarbrücken en Nassau-Saarbrücken.
Na het uitsterven van de Graven van Mehrenberg in 1328 werden hun bezittingen verenigd met het Graafschap Nassau. In 1381 werd het belangrijke
Graafschap Saarbrücken door huwelijk verkregen. Dit Graafschap was voortaan de belangrijkste bezitting van de Graven.
Het Wapen van Nassau-Saarbrücken (1656-1806) en het Wapen van de Hertog van Dillingen
Wapen van Nassau-Saarbrücken van 1572, Wapen van Nassau-Saarbrücken van 1656, Graafschap Weilnau, Nassau-Saarbrücken-Dillingen en Hertogdom Dillingen
en het Graafschap Weilnau was al in 1405 gekocht. De Graven van Weilnau waren verwant met de Graven van Diez en dat komt tot uiting in hun wapens.
Weilnau voert het wapen van Diez met verwisselde kleuren.
Vorst Lodewijk van Nassau-Saarbrücken was na de dood van zijn eerste vrouw getrouwd met een hofdame, Margaretha Kest. Zij voerde sinds 1784
de titel Rijksgravin van Ottweiler. In 1789 kocht Lodewijk voor haar de Heerlijkheid Dillingen. Lodewijk XVI verhief de heerlijkheid op haar verzoek
tot Hertogdom, waarna Margaretha de Franse titel Hertogin van Dillingen ging voeren. Ook de kinderen uit deze verbintenis
voerden de titel Hertog of Hertogin van Dillingen.
Het Wapen van het Hertogdom Nassau (1806-1855)







Wapen van het Hertogdom Nassau, Hertogdom Nassau met hartschild, Keurvorstendom Trier, Keurvorstendom van der Palts, Graafschap Sayn,
Keurvorstendom Keulen en Graafschap Konigstein.
In 1797 werd de linker Rijnoever bij Frankrijk ingelijfd, waardoor de Graafschappen Saarbrücken en Saarwerden verloren gingen. Deze velden
verdwenen dus uit het wapen. In 1799 werd het Graafschap Sayn-Hachenburg geërfd, waarna de bijbehorende titels en wapens werden ingevoerd:
Graaf van Sayn, Graaf van Wittgenstein, Heer van Homburg en Heer van Freusberg. Wittgenstein en Homburg bleven echter in het bezit van de
Graven van Sayn-Witgenstein. In 1803 veranderde de samenstelling van het gebied door de Reichsdeputationshauptschluss ingrijpend.
De Heerlijkheid Lahr werd afgestaan aan het Keurvorstendom Baden en het gebied werd uitgebreid met delen van de voormalige
Keurvorstendommen Trier, Palts en Keulen. Er werden titels en wapens bij bedacht: Heer van Limburg en Burggraaf van Hammerstein voor
gebieden die van het Keurvorstendom Trier afkomstig waren.










Wapens van het Graafschap Dietz, Graafschap Weilnau, Graafschap Katzenelnbogen, Hertogdom Hammerstein, Heerlijkheid Mehrenberg, Heerlijkheid Limburg,
Heerlijkheid Idstein, Graafschap Wittgenstein, Heerlijkheid Homburg en Heerlijkheid Freusberg.
Het Graafschap Königstein was afkomstig van het Keurvorstendom Mainz. Bij de vorming van de Rijnbond in 1806 werd de Vorst van Nassau tot
Hertog verheven en de gebieden en wapens van de verdreven Prins van Oranje toegevoegd: de Graafschappen Katzenelnbogen en Diez.
Het Congres van Wenen veranderde weinig aan de samenstelling. De gebieden van de Prins van Oranje werden teruggegeven, maar later toch weer
voor een deel bij Nassau gevoegd in ruil voor het Groothertogdom Luxemburg. Na de oorlog van 1866 werd het Hertogdom Nassau
bij het Koninkrijk Pruisen ingelijfd.
v.l.n.r. Middelste Wapen van Willem IV van Luxembourg, Groot Wapen van Groothertog Adolf van Nassau-Luxembourg, Middelste Wapen van Henri I van Luxemburg
Degene die het linkerwapen droegen waren: Willem IV van Luxemburg (1852-1912); Maria Adelheid van Luxemburg (1894-1924);
Charlotte van Luxemburg (1896-1985). Het rechterwapen was van Adolf van Luxemburg (1898-1905).
Groothertogdom Luxemburg (1815-1890) en van 1890 tot 1898


.jpg)
Groot Wapen van Luxemburg (oud), Schild Groothertog van Luxemburg en Groot Wapen van Luxemburg vanaf 2000
Groothertogdom Luxemburg vanaf 1898
Nadat de tak van Otto in 1890 met Koning Willem III in mannelijke lijn was uitgestorven, werd de voormalige Hertog van Nassau Groothertog van
Luxemburg. Het wapen dat ze gingen voeren greep terug op de wapens van voor 1789. Volledig nieuw is het wapen van het Graafschap Vianden,
dat gedurende lange tijd door de tak van Otto was gevoerd.
Groot Wapen van het Groothertogdom Luxemburg, Middelste Wapen van Luxemburg, Schild Jean van Luxemburg, en deze na 1953
en van Josephine Charlotte van België.
Het Groothertogelijk gezin bestaat uit de volgende personen die allemaal hun eigen wapen hebben:
Het Groothertogelijk paar heeft vijf kinderen:
|
De Groothertog Hendrik leerde tijdens zijn studie Maria Teresa Mestre kennen, de dochter van een Cubaanse bankier die in 1959 het Cuba van
Fidel Castro had moeten ontvluchten en zich met zijn gezin in Zwitserland had gevestigd. Hij trad op 14 februari 1981 met haar in het huwelijk,
ook al hadden zijn ouders aanvankelijk bezwaren geopperd tegen deze (niet-adellijke) verbintenis. Groothertog Henri I van Luxemburg is thans
de regerend Hertog met de titel van Prins van Bourbon-Parma. Hij is getrouwd met Maria Teresa Mestre, dochter van een Cubaanse bankier en heeft
vijf kinderen, waarvan drie de volwassen leeftijd hebben bereikt. Het Groothertogelijk paar heeft op dit moment twee kleinkinderen. Op 12 maart 2006
werd hij grootvader van Gabriel, zoon van Louis en Tessy Antony. Op 29 september hetzelfde jaar trouwde Louis met Tessy.
Hij gaf daarbij zijn rechten op de troon op, zoals binnen ons Vorstenhuis ook is gebeurd. Tessy en de kinderen van Prins Louis kregen de achternaam
"de Nassau". Zij kregen bij hun geboorte geen adellijke titel en de kinderen hebben geen recht op de troon. Op 21 september 2007 werd Noah, het
tweede kind van Prins Louis en Tessy, geboren. Op 23 juni 2009 verleende Hendrik zijn schoondochter en kleinzoons de titel Prins(-es). Tessy werd
'Prinses van Luxemburg' en Gabriel en Noah 'Prinsen van Nassau'. De Erfgroothertog is Willem die onlangs in het huwelijk trad met
de Belgische Gravin Stéphanie Marie Claudine Christine de Lannoy.


Developed and powered by: Henri, Webmaster.
Bronvermelding