De Huizen van Oranje en Nassau

Dillenburg (D)
Vlag BelgieVlag NederlandGouden KroonGouden KroonVlag LuxemburgVlag Duitsland
Bronvermelding

 Bastaarden Oranje en Nassau  

Bastaarden Prins Maurits

Geboren op 14 November 1567 te Dillenburg als zoon van Prins Willem van Oranje-Nassau (1533-1584) en Anna van Saksen. Prins Maurits van Oranje-Nassau overleed op 23 april 1625 te 's Gravenhage. Maurits was nimmer getrouwd. Hij had van 1601 tot ca. 1610 een verhouding met Margaretha van Mechelen. Margaretha's vader, Jonker Cornelis van Mechelen is schepenen van Lier. De moeder van Margaretha's moeder, Barbara van Nassau, is afstammelinge van Alexis van Nassau-Corroy, bastaardzoon van Hendrik III van Nassau. De katholieke Margaretha werd als wees te Leiden opgevoed. De Prins onderhield Margaretha met een jaargeld van f. 6000.

Uit deze relatie werden drie zoons geboren:

1) Willem van Nassau, Heer van de Lek in 1625 (genaamd Willem LaLecq). Geboren rond 1601 als bastaardzoon van Prins Maurits en Margaretha van Mechelen. Willem van Nassau trouwde op 4 april 1627 te Sluis met Anna van der Noot, vrouwe van Hoogwoud en Aartswoud, overleden in 1642. In 1625 was hij infanterie officier en diende hij in een Nederlands/Engelse expeditie naar Cadiz. Op 18 juni 1625 werd hij benoemd tot Luitenant-Admiraal van Holland en Wes-Friesland en was hij in die functie plaatsvervanger van de Admiraal en Stadhouder. Vanwege zjijn jeugdigheid werdVice-Admiraal Jan Rael aan hem toegewezen. In 1626/27 was hij commandant van de blokkade van Duinkerken.

Willem van Nassau, kreeg van zijn vader de heerlijkheid van de Lek toegewezen, hiertoe behoort ook de ambachtsheerlijkheid Oudekerk, wat in leen is. Hij leidde een uitbundig leven en maakte flinke schulden waar zijn moeder voor opdraaide. Ter ondersteuning van de Winterkoning van Palts voerde hij een strijd, met 600 man, tegen de katholieke Habsburgers. Hij sneuvelde op 18 augustus bij de verovering van Groenlo door Prins Frederik Hendrik. Het huwelijk van Willem van Nassau duurde daardoor slechts 4 maanden en was kinderloos. In 1631 trouwde de weduwe Anna van der Noot met Philips Jacob van den Boetzelaar, Heer van Asperen. Willem LaLecq-Nassau liet wel een bastaardzoon na die hij verwekte voor zijn huwelijk, Willem genaamd.


Willem van Nassau, Heer van de Leck en Lodewijk van Nassau

Jonker Willem van Nassau was de zoon van Willem LaLecq-Nassau en Barbara Cocx Augustinesdochter. Jonker Willem van Nassau werd geboren rond 1620 en overleed tussen 20 mei 1677 en 21 juni 1679. Hij trad in het huwelijk in 1650 met Geertruijt Hendriks Mulder (1629-1719). In 1657 was hij soldaat in de compagnie van Kapitein Percheval. In 1661 oefende de jonker het beroep uit vanj kamerheer en woont met zijn gezin in 's Gravenhage.

Hij kreeg 4 kinderen (tak sterft uit): Deze waren Willem, Margaretha, Barbara en Johan.

Lodewijk (Lowys) van Nassau-Beverweerd, Heer van Beverweerd en Odijk (1625) en de Lek (1627). Hij werd geboren in 1602 als bastaardzoon van Prins Maurits en Mageretha van Mechelen, hij sterft op 28 februari 1665 te 's Gravenhage. Lodewijk trouwde op 7 april 1630 met Isabella, Gravin van Hornes. Lodewijk van Nassau kreeg van zijn vader in 1625 het huis Beverweerd aan de Kromme Rijn en de Heerlijkheid Odijk, deze waren via Anna van Buren in de familie gekomen. In 1627 erfde hij van zijn broer Willem LaLecq-Nassau de Heerlijkheid van de Lek. In 1648 kocht Lodewijk van Nassau de in erfpacht zijnde visserijen in de Lek, IJssel, Merwede van Oudmunster en de Dom. In 1648 werd hij door zijn oom Prins Frederik Hendrik naar Frankrijk gestuurd om uit te leggen dat het huwelijk van zijn zoon Willem en de EngelsePrinses Mary Stuart wel paste. In 1643 werd hij benoemd tot Generaal-Majoor en Gouverneur van Bergen op Zoom en in 1658 tevens Gouverneur van 's Hertogenbosch.

In 1650 kwam het begin van het Eerste Stadhouderloze Tijdperk. Van 1660 tot 1662 was hij ambassadeur extra-ordinaris in Engeland. Maria Stuart, die naar Engeland terugkeerde, verzocht Lodewijk zitting te nemen in een commissie die deverantwoording op zich moest nemen van de opvoeding van haar in de Republiek achtergelaten zoon Prins Willem III van Oranje-Nassau.

Andere deelnemende leden van de commissie waren o. a. Johan de Witt en Cornelis de Graeff, heer van Zuidpolsbroek en deze commissie werd op 4 oktober 1660 officieel geïnstalleerd. De commissie stelde voor om de gouverneur van Prins Willem III te ontslaan. De Gouverneur was de neef van Lodewijk van Nassau-Beverweerd, namelijk Frederik van Nassau-Zuylenstein, bastaardzoon van Prins Frederik Hendrik.

Prins Willem III van Oranje-Nassau, kon het uitstekend vinden met Frederik van Nassau-Zuylenstein en daarom protesteerde Prinses Maria Stuart hevig tegen het ontslag van Frederik van Nassau-Zuylenstein. Kort daarop, op 3 januari 1661, overleed de Prinses aan pokken. Omdat de Staten van Holland, Koning Karel II en de grootmoeder van Prins Willem III, Amalia het niet eens konden worden over de verantwoordelijkheid voor de opvoeding van de Prins, ontbond men de commissie eind september 1661. Hierna bleef Lodewijk van Nassau-Beverweerd nog een jaar als gezant in Londen, Engeland. Hij slaagde erin zijn dochters Emilia en Elisabeth uit te huwelijken met vertrouwelingen van de Engelse Vorst. Lodewijk van Nassau-Beverweerd stierf op 28 februari 1665 en werd begraven in de Sint Jacobskerk te 's Gravenhage.

Maurits van Nassau werd rond 1604 geboren als bastaardzoon van Prins Maurits van Oranje-Nassau en Margaretha van Mechelen. Maurits van Nassau stierf op 5 juni 1617 aan de pest. Prins Maurits van Oranje-Nassau, Prins van Oranje, Graaf van Nassau. Geboren op 14 November 1567 te Dillenburg als zoon van Prins Willem van Oranje-Nassau (1533-1584) en Anna van Saksen. Prins Maurits van Oranje-Nassau overlijdt op 23 april 1625 te 's Gravenhage.

Alleen de drie bastaardzoons uit de relatie met Margaretha van Mechelen behandelde men geheel als wettige kinderen en aan het hof opgevoed, de overige natuurlijke kinderen werden buiten het hof gehouden.

Prins Maurits kreeg ook een relatie met Cornelia Jacobsdochter waaruit Anna werd geboren.

1) Anna van Nassau ( ? -11 juni 1673), bastaarddochter van Prins Maurits van Oranje-Nassau en Cornelia Jacobsdochter. Anna ging in ondertrouw op 7 maart 1636 te Heusden met Jonker François de Ferrier, Heer van Morsant (+1647). Zij voerde in 1626 een huishouden in 's Gravenhage en kreeg een jaarlijkse toelage van f. 1200 van haar vader. Anna's echtgenoot was Luitenant onder Frédéric Maurice de la Tour d' Auvergne, Hertog van Bouillon, zoon van Elisabeth en dus een neef van Anna van Nassau. In 1639 werd Jonker François de Ferrier, Ritmeester over een vaan Kurassiers. In 1647 overleed hij en liet een schuld na van f. 4000. Anna vroeg via Constantijn Huyghens aan Prins Frederik Hendrik om (financiële) hulp en die werd haar gegeven. Anna leefde tot 1673 en sterft op 11 juni 1673 te Breda waar ze werd begraven in de Grote Kerk.

Uit een andere relatie van Prins Maurits met Ursula de Rijck wordt Elisabeth van Nassau geboren, haar moeder trouwde later met Jacob van Schuylenbosch in 1626.

*) Elisabeth van Nassau, wordt in 1611 geboren als de bastaarddochter van Prins Maurits en Ursula de Rijck. Zij werd op 29 oktober begraven in de Grote Kerk in Breda. Dankzij de rekeningen van de voogd van Prins Maurits natuurlijke kinderen, Mr. Louis Kinschot, was er meer bekend over hun. Tot 1626 bleek voor Elisabeth (Isabella) f. 1066 te zijn uit gegeven aan voornamelijk school en schoolartikelen. In 1626 trouwde haar moeder met Jacob van Schuylenbosch uit Utrecht. In november 1634 mocht zij beschikken over het legaat dat Prins Maurits haar bij codicil van 7 april 1625 had nagelaten.

Kennelijk kon ze het bedrag niet goed beheren want een half jaar later vroeg ze Prins Frederik Hendrik om een voorschot, later in 1639 en 1643 nog eens. Daarna moest ze haar goederen in onderpand geven om haar schulden te betalen, en vraagt ze Prins Willem III en zijn voogden om financiële hulp. Als haar halfbroer Cael Maurits sterft, eist zij de erfenis en jaargeld van hem op, omdat zij tot universeel erfgenaam was benoemd. Als haar halfzus Anna overlijdt, eiste ze ook haar jaargeld op. Ze verklaart brutaalweg, dat ze veel kosten moest maken voor haar zieke moeder met wie zij samenwoont.

Uit de wederom nog een relatie van de Prins met Jobghen van Alpen Arentsdochter, werd 1 kind geboren:

1.)Carel van Nassau word rond 1612 geboren als bastaardzoon van Prins Maurits en Jobghen van Alpen Arentsdochter. Carel van Nassau trouwde in 1630 te Brabant met Margaretha van Bodeghem. Hij sneuvelde op 28 maart 1637 bij Porto Calvo te Brazilië. Rond de leeftijd van 10 jaar ging Carel met andere
kinderen uit bekende families naar de kostschool van Jean de la Laing te Rijnsburg en leerde daar ondermeer dansen en schermen. Hij trok nog voor de dood van zijn vader in bij de Waalse predikant R. J. de Nerée op het Rapenburg te Leiden, "De Zwarte Leeuw' bij de cedemie. Hier werd hij als 13 jarige student ingeschreven. Vanaf 7 mei 1626 woonde Carel bij Dr. E. Schrevelius, buitegewoon hoogleraar te Leiden.

De voogd van alle natuurlijk kinderen van Prins Maurits, Mr. Louis Kinschot, haalde op 2 juni 1626 Carel op uit Emmerink waar hij om onbekender redenen heen was gevlucht. Het toezicht op Carel werd verscherpt en een zekere Bernard wordt tot zijn pedagoog aangesteld. Carel leidde het leven van een edelman hetgeen wat uit zijn opleiding en aankopen wel bleek. In 1628 liep Carel wederom weg, ditmaal naar Arnhem maar wordt 3 dagen later doo zijn voogd terug gehaald. Carel kreeg uit de erfenis van zijn vader jaarlijks f. 4000 maar gaf veel meer uit, wat uit zijn schuldbekentenissen van 1631, 1632, 1634, 1636 duidelijk werd. In 1630 trouwde hij, zonder de meerderjarigheid bereikt te hebben en zonder de toestemming van zijn voogd, Margaretha van Bodegem. In 1631 nam de jongeman dienst in het Staatse leger. In 1636 benoemde hij zijn moeder en zijn stiefvader , de Haagse herbergier, Hans Romer tot universeel erfgenaam. Op 28 maart 1637 sneuvelde hij bij Porto Calvo. Zijn weduwe hetrouwde drie maal met Jacob de Bruijn, Nicolaas van Loenen uit Brussel en als laatste met Gerard Nieuwstad ook uit Brussel.

En nog een relatie. De Prins maakte kennis met Anna van Kelder (+ 1674). Anna van de Kelder is de dochter van de klokkenmaker Jan Jacobs van de Kelder. Jan was belast met het regelen van de stadsuurwerken van 's Gravenhage. Hij bezit een huis aan de westkant van de Haagse schoolstraat.

Prins Maurits van Oranje-Nassau en Anna van de Kelder krijgen 1 kind:

1.) Carel Maurits van Nassau werd geboren rond 1616 als bastaardzoon van Prins Maurits van Oranje-Nassau en Anna van de Kelder. Hij stierf rond 1646. In het begin werd Carel Maurits opgevoed door zijn moeder die vanaf 23 oktober 1626 per half jaar f. 125 ontving van Prins Maurits, voor zijn opvoeding. Anna zelf kreeg ook een toelage. Later bezocht Carel Maurits ook de kostschool in Leiden waar zijn halfbroer Carel ook naartoe ging. In 1628 werd Carel Maurits ziek: hij kreeg een "kwaad gebrek aan zijn hoofd en zijn haar is helemaal uitgevallen". In 1634 ging hij naar de kostschool van Henri Swaardecroon te Noordwijk-Binnen. In 1634 verzocht Carel Maurits aan zijn voogd mr. Louis Kinschot de toelage van zijn moeder te verhogen, omdat hij bij haar wilde wonen vanwege een ruimere behuizing die hij dacht nodig te hebben.

Hierop ontving Anna een extra toelage van f. 300 per jaar. Rond 1636 vertrok Carel Maurits naar Frankrijk waar hij zes jaar verbleef. Na zijn terugkeer nam hij contact op met van Kinschot. Aan hem deelde hij mede dat hij liever aan een veldtocht van Prins Frederik Hendrik wenste deel te nemen dan 'onder de swarte mantels gezonden' (onder de godsgeleerden). Kinschot adviseerde legerdienst, want volgens hem hadden de zes jaren in Frankrijk 'voor zijne opvoeding niet veel geholpen', zo schreef Kinschot in 1642 aan Prins Maurits. Carel Maurits leefde zuinig en liet bij zijn overlijden een bedrag van fl.41.450 na. In die tijd een hoop geld. Volgens zijn testament uit 1636 werd 'sijn lieve zuster Joffrouw Anna van Nassau' tot erfgename benoemd.

Enfin het leven gaat verder ook voor Prins Maurits en de volgende relatie diende zich aan en wel met Deliana de Backer. Deliana huwde na de relatie met de Prins voor 1629 met een zekere Van den Bosch van wie zij nog een dochter kreeg.

Uit de relatie met de Prins kwam een dochter:

1.) Eleonora van Nassau, bastaarddochter van Prins Maurits van Oranje-Nassau en Deliana de Backer. Eleonora werd geboren rond 1620 en overleed tussen 1693 en 1703. Ze trouwde op 23 maart 1642 met Gerhard Bernhard Freiherr von Pöllnitz. Eleonora kreeg onderwijs in Delft. In 1634 woonde zij in huis bij haar grootmoeder van moeders zijde, Debora van Banchem. Waarschijnlijk ontmoette zij in 's Gravenhage Gerhard Bernhard Freiherr von Pöllnitz, zoon van een vroege minister en gezant van Saksen. In 1646 werd von Pöllnitz Ritmeester in Staatse dienst, later nam hij dienst in het leger van de Keurvorst van Brandenburg, die gehuwd was met Eleonora's nicht Louise Henriette.

Gerhard bracht het tot Generaal-Majoor, opperstalmeester, Gouverneur van de residentiesteden Berlijn en Keulen. In 1672 reisde hij als gezant naar 's Gravenhage om met de nieuwe Stadhouder te onderhandelen over een alliantie. De Staten-Generaal vereerden hem - voor zijn werkzaamheden - met een gouden keten en een gouden medaille. De Keurvorst verhief hem tot Vrijheer (Freiherr). Na Eleonora's dood ging de uitbetaling van het legaat, door aan haar kinderen en verdere afstammelingen zelfs tot 1806. In 1806 overleed de laatste wettige erfgename Eleonore Sophie von Pöllnitz.

De tak van natuurlijke afstammelingen van Prins Maurits was - uiteraard - zeer uitgebreid maar stierf uit in 1861 met Gravin Johanna Geertruida Abrahima van Nassau LaLecq, dochter van Jan Floris van Nassau LaLecq en Barbara Arnolda Lemmers.

Hieronder alle natuurlijke erfgenamen van Prins Maurits:

Willem van Nassau, Heer van de Lek in 1625 (genaamd Willem LaLecq). Geboren rond 1601 als bastaardzoon van Prins Maurits en Margaretha van Mechelen.

Lodewijk (Lowys) van Nassau, Heer van Beverweerd en Odijk (1625) en de Lek (1627). Hij werd geboren in 1602 als bastaardzoon van Prins Maurits en Mageretha van Mechelen, hij sterft op 28 februari 1665 te 's Gravenhage. Hij trouwde op 7 april 1630 met Isabella, Gravin van Hornes.

Maurits van Nassau werd rond 1604 geboren als bastaardzoon van Prins Maurits van Oranje-Nassau en Margaretha van Mechelen. Murits van Nassau stierf op 5 juni 1617 aan de pest.

Anna van Nassau, ( ? -11 juni 1673), bastaarddochter van Prins Maurits van Oranje-Nassau en Cornelia Jacobsdochter. Anna trouwt gaat in ondertrouw op 7 maart 1636 te Heusden met Jonker François de Ferrier, Heer van Morsant (+1647).

Elisabeth van Nassau, werd in 1611 geboren als de bastaarddochter van Prins Maurits en Ursula de Rijck. Zij werd op 29 oktober begraven in de Grote Kerk in Breda.

Carel van Nassau, werd rond 1612 geboren als bastaardzoon van Prins Maurits en Jobghen van Alpen Arentsdochter. Carel van Nassau trouwde in 1630 te Brabant met Margaretha van Bodeghem. Carel van Nassau sneuvelde op 28 maart 1637 bij Porto Calvo te Brazilië.

Carel Maurits van Nassau, werd geboren rond 1616 als bastaardzoon van Prins Maurits van Oranje-Nassau en Anna van de Kelder, hij overleed rond 1646.

Eleonora van Nassau,bastaarddochter van Prins Maurits van Oranje-Nassau en Deliana de Backer. Eleonora werd geboren rond 1620 en stierf tussen 1693 en 1703. Ze trouwde op 23 maart 1642 met Gerhard Bernhard Freiherr von Pöllitz

Jonker Willem van Nassau-LaLecq, was de zoon van Willem I van Nassau-LaLecq en Barbara Cocx Augustinesdochter. Jonker Willem van Nassau-LaLecq werd geboren rond 1620 en overleed tussen 20 mei 1677 en 21 juni 1679. Hij trouwde in 1650 met Geertruijt Hendriks Mulder (1629-1719). Voordat Willem LaLecq-Nassau trouwde met Anna van der Noot verwekte deze Nassau een bastaardzoon bij Barbara Cocx Augustinesdochter. Jonker Willem was in 1657 soldaat onder compagnie van Kapitein Percheval. Vier jaar later is Jonker Willem kamerheer en woonde met zijn gezin in 's Gravenhage. Zijn moeder Barbara (+1681), dochter van de Haagse notaris Lambert Rietraet, trad in het huwelijk later met de Luitenant Caspar Judefaes. Jonker Willem van Nassau-LaLecq kreeg 4 Kinderen (tak sterft uit): Willem, Margaretha, Barbara en Johan.

Rijksgraaf Maurits Lodewijk I van Nassau-LaLecq (1679), Heer van de Lek (LaLecq), Heer van Beverweerd (1665). Geboren in 1631 als zoon van bastaard Lodewijk van Nassau en Gravin Isabella van Hornes, gestorven 23 april 1683. . Maurits Lodewijk I bracht zijn jeugd door in 's Gravenhage en studeerde in 1647 te Leiden. In 's Gravenhage kwam hij Anne Hyde tegen die als hofdame van Mary Stuart in de hofstad verbleef. Hun liefde bleek groot te zijn en een huwelijk werd verwacht,. Maar echter, heel onverwacht huwde zij met de latere Koning Jacobus en werd de moeder van Mary Stuart II. Maurits Lodewijk I van Nassau trouwde op 26 maart 1669 te Terheide met Anna Isabella van Beieren van Schagen (1636-1716). Zij was afkomstig van een bastaardtak van de Graven van Holland uit het Huis van Beieren. Anna Isabella bleef katholiek maar haar enige zoon werd protestant opgevoed.

Maurits Lodewijk I was een voortreffelijk ruiter en een trouw dienaar van Prins Willem III. Hij trad in Staatse dienst als Ritmeester. In 1665 werd hij Majoor en in 1666 bracht Maurits het tot Kolonel der Calaverie. In 1669 werd hij benoemd tot Gouverneur van de vesting Sluis. In 's Gravenhage kocht Maurits Lodewijk I in 1671 een huis aan de Prinsessegracht recht tegenover de Koekamp. In 1674 vocht Maurits Lodewijk I als Brigade-Generaal der Ruiterij mee in de slag bij Seneffe in Henegouwen. Maurits Lodewijk I raakte tijdens deze slag gewond. In de jaren hierna hadden Maurits Lodewijk I en zijn broers Willem Adriaan en Hendrik onenigheden met Prins Willem III.

De bastaarden wilden wel een adellijk wapen hebben zonder die vervelende balk erop. Maar zonder de goedkeuring van hun vorstelijke bloedverwanten konden zij - als bastaardkinderen - het Nassauwapen niet zonder schuine balk voeren. Zij verzochten in 1676 de Prins om het wapen zonder schuine balk te mogen voeren net als alle natuurlijke kinderen. De Prins weigerde resoluut. Hierop voerden de Nassau-LaLecq's het wapen toch zonder schuine balk, waarop de Duitse Nassau's (Dillenburgse, Hadamarse, Siegense en Dietze linies) zich beklaagden. In 1679 werden Maurits Lodewijk I en zijn broers tot Rijksgraven verheven door Keizer Leopold II en daarmee was het probleem opgelost. Maurits Lodewijk I stierf op 23 april 1683.

Willem Adriaan van Nassau-Odijk Graaf van Nassau en heer van Odijk (in naam, nooit mee beleend) en van Kortgene 1670-1705, Heer van Zeist 1677-1705, Heer van Blikkenburg 1687-1705, (Den Haag, ca. 1632 - Den Haag, 21 september 1705) was de zoon van Lodewijk van Nassau-Beverweerd en Isabella, Gravin van Hornes.Hij werd opgevoed in Parijs waar hij door zijn gokverslaving met hoge schulden kwam te zitten. Hij vluchtte uit Parijs om zijn schuldeisers te ontlopen en nam dienst bij de cavalerie. Na zijn huwelijk vestigde hij zich in Den Haag, naast het Mauritshuis.

In 1668 werd hij, vanwege zijn connecties in Zeeland, door Prins Willem III benoemd tot plaatsvervanger als Eerste Edele van Zeeland. Zijn hebzucht kwam ook in Zeeland tot uiting doordat hij de best betalende ambten aan de hoogst biedende verkocht. Dat machtsmisbruik zette kwaad bloed, maar ofschoon de Prins ervan vernam, liet hij Willem Adriaan begaan omdat hij diens bevelen opvolgde en de Staten Generaal van Zeeland erin meegingen. Willem Adriaan was waarschijnlijk ook betrokken bij de moord op Cornelis de Wit. Terwijl Cornelis op zaterdag 20 augustus 1672 nog in de Gevangenpoort wachtte op de uitspraak van de rechters werd volgens Gerrit Copmoyer, een ooggetuige, in de nabijgelegen herberg De Beuckelaer al plannen beraamd tegen de gebroeders De Witt. Copmoyer was een van de weinig ooggetuigen van de gebeurtenissen die hier iets van heeft opgeschreven.

Hij was advocaat en woonde op het Buitenhof een plaats vanwaaruit hij alle gebeurtenissen goed kon volgen. Volgens hem waren de heren Odijk, Zuilestein en Tromp om vijf uur 's ochtends al samengekomen in de herberg van De Beuckelaer op de Plaats. Willem Adriaan en Willem van Nassau-Zuilestein waren vertrouwelingen van Willem III. Tromp was de conflictrijke admiraal Cornelis Tromp. Laatstgenoemde zat vol wrok tegen Johan de Witt, omdat hij door deze ontslagen was uit zijn functie. Dat was niet terecht, omdat De Witt hem juist vaak in bescherming had genomen. De drie heethoofden hadden het dienstmeisje van Bossy, de cipier van de Gevangenpoort bij zich geroepen. Ze gaven haar de opdracht om Johan de Witt thuis, op de Kneuterdijk, te gaan vertellen dat zijn broer hem wilde spreken. Volgens een andere bron waren de heren 's middags nog steeds in de herberg aan het stoken. Admiraal Tromp is die dag ook op andere plekken in Den Haag gesignaleerd. Hij lijkt een van de aanstichters van de moord te zijn geweest.

Hierop nam Willem Adriaan I van Nassau-Odijk ontslag uit militaire dienst om zich volledige te wijden aan zijn nieuwe taken.

Willem Adriaan I bleek een goede diplomaat te zijn en nam deel aan diverse gezantschappen, Keulen (1673), Londen (1674) en Nijmegen (1678). In 1670 verkreeg hij van Prins Willem III de Heerlijkheid Kortgene op Noord-Beveland. In 1677 kocht hij de ambachtsheerlijkheid Zeist die hij voor fl.5000 door de Staten van Utrecht liet verheffen tot 'Hoge Heerlijkheid' met landsrechten.

In 1687 kocht hij de Ridderhofstad Blikkenburg in Utrecht van de Heer van Schoonderbeek.Willem Adriaan was een groot liefhebber van kunst en architectuur en liet Slot


Willem Adriaan van Nassau-Odijk

Zeist naar het voorbeeld van Versailles bouwen.De verhouding tussen de Prins-Stadhouder en van Nassau-Odijk verkoelde mede door zijn gedrag en het (ongeoorloofd) voeren van het Nassau wapen.

Pas in 1698 nam Willem Adriaan weer deel aan een gezantschap naar Parijs. Hij had tevens zitting in de Staten-Generaal als Eerste Edele van Zeeland. Na de dood van de Prins-Stadhouder Willem III kwamen er spot- en smaadschriften over Willem Adriaan, die Spillebeen werd genaamd. In 1704 schafte men het ambt Eerste Edele af en in 1705 overleed Willem Adriaan I van Nassau-Odijk. Onder de door hem nagelaten schulden, gingen zijn kinderen en kleinkinderen nog lang gebukt.

Elisabeth van Nassau-Beverweerd werd gedoopt op 28 december 1633 te 's Gravenhage als dochter van bastaard Lodewijk van Nassau en Gravin Isabella van Hornes. Elisabeth van Nassau-Beverweerd stierf op 18 januari 1718 te Londen. Ze trouwde inEngeland in maart 1664 of 1665 met Henry Bennet (1618-1685), 1ste Graaf van Arlington (1672), Burggraaf van Thetford.

Emilia van Nassau-Beverweerd werd gedoopt op 4 maart 1635 te 's Gravenhage, ook als dochter van bastaard Lodewijk van Nassau en Gravin Isabella van Hornes. Emilia van Nassau-Beverweerd overleed op 12 december 1688 en werd begraven te Londen. Ze trouwde op 14 november 1659 te 's Hertogenbosch met Thomas Butler (1634-1680), Graaf van Ossory, Ridder in de Orde van de Kouseband (1672).


Mauritia Margaretha van Nassau-Beverweerd, werd geboren rond 1637 wederom als een dochter van bastaard Lodewijk van Nassau en Gravin Isabella van Hornes. Zij trad in het huwelijk in 1670 met Colin Lindsay (1652-1722), 3e Graaf van Balcarres. Mauritia Margaretha van Nassau-Beverweerd werd op 14 augustus 1671 begraven te Leiden.

Wilhelmina Anna van Nassau-Beverweerd, werd geboren rond 1638 als - en jawel hoor - dochter van bastaard Lodewijk van Nassau en Gravin Isabella van Hornes Zij ging in ondertrouw op 19 juli 1671 te 's Gravenhage met Aelbert van Ruijtenburg (1630-1688). Wilhelmina Anna van Nassau-Beverweerd werdtop 12 september 1688 begraven in 's Gravenhage.

Graaf Hendrik van Nassau-Ouwerkerk (1679), Heer van Ouwekerk, Heer van Woudenberg (1675). Hij werd gedoopt op 16 december 1640 te 's Gravenhage als zoon van bastaard Lodewijk van Nassau en Gravin Isabella van Hornes. Hendrik ging met Françoise van Aerssen (1642-1720) op 2 oktober 1667 in ondertrouw te 's Gravenhage. Graaf Hendrik van Nassau-Ouwerkerk overleed op 18 oktober 1708 te Roeselare.

Charlotte van Nassau-Beverweerd, werd gedoopt op 23 september 1642 te 's Gravenhage als dochter van bastaard Lodewijk van Nassau en Gravin Isabella van Hornes. Charlotte van Nassau-Beverweerd stierf jong (?).

Gerard Anthonie van Nassau, werd gedoopt op 21 oktober 1643 als zoon van bastaard Lodewijk van Nassau en Gravin Isabella van Hornes Gerard Anthonie van Nassau overleed jong.

Charlotte Philiberthe van Nassau-Beverweerd, werd gedoopt op 2 oktober 1649 te 's Gravenhage als dochter van bastaard Lodewijk van Nassau en Gravin Isabella van Hornes. Charlotte Philiberthe van Nassau-Beverweerd stierf eind 1702.

Graaf Maurits Lodewijk II van Nassau-LaLecq, Heer van de Lek en Beverweerd. Gedoopt op 2 december 1670 te 's Gravenhage als zoon van Maurits Lodewijk I en Anna Isabella van Beieren van Schagen. Hij trouwde op 26 mei te Huis te Zeist met Elisabeth Wilhelmina van Nassau-Odijk.In 1711/1717 kwamen regelingen tot een scheiding. Op 26 december 1740 overleed Graaf Maurits Lodewijk I van Nassau-LaLecq te Menen.

Maurits Lodewijk II had een relatie met Helena van der Ploegh (+1731), samen krijgen zij drie bastaardkinderen.

Graaf Lodewijk van Nassau-Odijk, gedoopt op 4 december 1664 te 's Gravenhage als zoon van Willem Adriaan I van Nassau-Odijk en Elisabeth van der Nisse. Lodewijk van Nassau-Odijk stierf jong.

Graaf Cornelis van Nassau-Odijk. Hij werd gedoopt op 8 juni 1667 te 's Gravenhage als zoon van Willem Adriaan I van Nassau-Odijk en Elisabeth van der Nisse. Als baby overleden.

F

Gravin Elisabeth van Nassau-Odijk. Gedoopt op 27 mei 1668 te 's Gravenhage als dochter van Willem Adriaan I van Nassau-Odijk en Elisabeth van der Nisse. Gravin Elisabeth van Nassau-Odijk overleed jong.

Graaf Cornelis van Nassau-Odijk, Heer van Kortgene. Hij werd gedoopt op 14 mei 1669 te 's Gravenhage als zoon van Willem Adriaan I van Nassau-Odijk en Elisabeth van der Nisse. Graaf Cornelis van Nassau-Odijk stierf op 5 maart 1708 te 's Gravenhage.

Graaf Lodewijk Adriaan van Nassau-Odijk, Heer van Odijk, Zeist, Blikkenburg, (1702) en Kortgene (1708). Gedoopt op 8 juni 1670 te 's Gravenhage als zoon van Willem Adriaan I van Nassau-Odijk (ca.1632-1705) en Elisabeth van der Nisse. Hij trouwde op 23 augustus 1701 te Bergen met Susanna Cornelia Studler van Surck (1685-1707), Vrouwe van Bergen. Graaf Lodewijk Adriaan van Nassau-Odijk overleed op 4 maart 1742.