Stambomen Oranje en Nassau
Nassau, -Beilstein, -Dillenburg en -Hadamar
Deel IXXIb. Willem II Frederik George Lodewijk van Nassau (zn. van XXc, geb. 's-Gravenhage 6.12.1792, Koning der Nederlanden (1840-1849), Orins van Oranje-Nassau, groothertog van Luxemburg, hertog van Limburg, overl. Tilburg (Koninklijk paleis) 17.3.1849, tr. St. Petersburg 9.2.1816 Anna Paulowna grootvorstin van Rusland, geb. St. Petersburg 7.1.1795, overl. 's-Gravenhage (huize Buitenrust) 1.3.1865, dr. van Paul I Petrowitsj an Rusland en Sophia Dorothea Louise van Württemberg.
Uit dit huwelijk:
XXIc. Willem Frederik Karel van Nassau (zn. van XXc , geb. Berlijn 28.2.1797, veldmaarschalk (1840-1868), admiraal (1829), commissaris-generaal van Oorlog (1826-1830), kolonel-generaal der Pruisische Infanterie à la suite van het 2e regiment van de garde te voet, chef van het 2e regiment Pruisische Infanterie van Westfalen nr. 15 en van het Russische regiment Grenadiers van Rostow nr. 2, grootmeester-nationaal der Vrijmetselaren (1816), overl. Wassenaar (Huize De Paauw) 8.8.1881, tr. Berlijn (Koninklijk Paleis) 21.5.1825 Louise Augusta Wilhelmina Amelia prinses van Pruisen, geb. Koningsbergen (Koninklijk slot) 1.2.1808, overl. Wassenaar (Huize De Paauw) 6.12.1870, dr. van Frederik Willem III van Pruisen en Louise Augusta Wilhelmina van Mecklenburg-Strelitz.
Uit dit huwelijk:
XXIIa. Frederick Frank Rochford Nassau (zn. van XXIa), geb. London 24.3.1889, vertegenwoordiger hoedenfabriek, diende in de Eerste Wereldoorlog bij de Royal Naval Air Service, overl. London 25.2.1959, tr. Harwich 3.8.1914 Elsie Janet Coppin, geb. Harwich 17.6.1888, overl. Saint Albans 15.2.1943, dr. van Frederick Coppin en Janet Chamberlain.
Uit dit huwelijk:
XXIIb. Willem III Alexander Paul Frederik Lodewijk van Nassau (zn. van XXIb, geb. Brussel 19.2.1817, koning der Nederlanden (1849), Prins van Ornaje-Nassau, groothertog van Luxemburg, hertog van Limburg, kolonel-eigenaar van het regiment Oostenrijkse Infanterie nr. 63, chef van het regiment Russische Grenadiers van Kiew nr. 5 en van het Regiment Pruisische Huzaren (2e van Westfalen) nr. 11, overl. Apeldoorn 23.11.1890, tr.(1) Stuttgart (Koninklijk slot) 18.6.1839 Sophia Frederika Mathilde prinses van Württemberg, geb. Stuttgart (Koninklijke Nieuwe slot) 17.6.1818, overl. Wassenaar (Huis ten Bosch) 3.7.1877, dr. van Willem I Frederik Karel van Württemberg en Catharina Paulowna van Rusland.
Uit dit huwelijk:
Uit dit huwelijk:
XXIIIa. Frederick Herbert Nassau (zn. van XXIIa, geb. Harwich 26.9.1919, ambtenaar, diende tijdens de Tweede Wereldoorlog als luitenant bij de Royal Signals, vocht onder veldmaarschalk Montgomery bij El Alamein (1943), raakte later in krijgsgevangenschap, overl. Perton 19.12.1990, tr. London 29.10.1945 Elizabeth McGee, geb. South Shields (Durham) 12.9.1919, dr. van William McGee en Margaret Jane Lough.
Uit dit huwelijk:
XXIIIb. Herbert John Nassau (zn. van XXIIa), geb. London 18.10.1920, technisch ontwerper vliegtuigfabriek Hawker Siddley, diende in de Tweede Wereldoorlog bij de Royal Air Force, overl. Enfield (absmiddlesex) 21.4.1969, tr. Staines (absmiddlesex) 3.8.1957 Doris Miller, geb.1921, verpleegster.
Uit dit huwelijk:
Regering | Naam | Geboren | Overleden | Familie |
1606-1653 | Johan Lodewijk | 02-08-1590 | 10-03-1653 | |
1653-1679 | Maurits Hendrik | 24-04-1626 | 24-01-1679 | Zoon |
1679-1711 | Frans Alexander | 27-01-1674 | 27-05-1711 | Zoon |
1711-1739 | Christiaan van Nassau-Dillenburg | Regent |
Nassau- Dillenburg
Nassau-Dillenburg is een tak van het Huis Nassau. Massau-Dillenburg ontstond in 1303, toen de zonen van Otto I van Nassau (die Nassau sinds Otto's dood in 1289 gezamenlijk hadden bestuurd) het gebied opdeelden in drie delen: Nassau-Siegen, Nassau-Hadamar en Nassau-Dillenburg. Nassau-Dillenburg ging in 1328 op in de tak Nassau-Siegen, maar zij noemen zich dan Nassau-Dillenburg. Vervolgens wordt Nassau-Dillenburg in 1341 opgedeeld in Nassau-Dillenburg en Nassau-Beilstein. Na het uitsterven van de tak Nassau-Beilstein in 1561 werden alle gebieden van de Ottonische linie op de rechter Rijnoever herenigd onder de broer van Willem van Oranje, Graaf Jan van Nassau-Dillenburg.
De deling van Nassau-Dillenburg in 1606
Na de dood van Graaf Jan in 1606 werden de gebieden verdeeld onder zijn vijf zoons:
Na 1743 werden alle gebieden weer herenigd. De Vorsten gebruikten dan de naam Oranje-Nassau om zich te onderscheiden van de Walramse linie. De keizerlijke administratie gebruikte Nassau-Dillenburg als naam, bijvoorbeeld in de Reichsdeputationshauptschluss van 1803.
Het Graafschap Nassau-Dillenburg van 1606 tot 1739
Bij het overlijden van Willem Lodewijk in 1620, ging zijn Graafschap over naar zijn jongere broer George van Nassau-Beilstein, de die zich vervolgens Nassau-Dillenburg noemde. Het Graafschap behoorde tot de Nederrijns-Westfaalse Kreits. Op 25-11-1652 werd de Graaf tot rijksvorst verheven. Ten gevolge van huwelijk van Adolf, een jongere zoon van Vorst Lodewijk Hendrik met Elizabeth Charlotte Melander, regeerde er ook een lid van de dynastie in het rijksgraafschap Holzappel.
Het Graafschap Dillenburg na 1739
In 1739 stierf Nassau-Dillenburg uit met Christiaan, waarna het Graafschap in 1743 in het bezit kwam van de tak Nassau-Dietzt. Vervolgens werd het bestuurd als een ambt binnen het herenigde Vorstendom. De Rijnbondacte van 12-7-1806 stelde met haar besluiten het Graafschap Dillenburg (uitgezonderd de ambten Wehrheim en Burbach) onder de soevereiniteit van het Groothertogdom Berg. De ambten Wehrheim en Burbach kwamen onder de soevereiniteit van de Hertog van Nassau-Usingen en de Vorst van Nassau-Weilburg: de mediatisering. In 1808 verloor de Prins van Oranje ook de laatste rechten wegens zijn verzet tegen Napoleon. Na de nederlagen van Napoleon nam de Prins het land in 1813 weer in bezit. In het verdrag van 31-5-1815 stonde ook, dat hij echter al zijn Duitse bezittingen af diende te staan aan het Koninkrijk Pruisen. Pruisen stond vervolgens dezelfde dag nog het vorstendom Dillenburg (zonder het ambt Burbach) af aan het Hertogdom Nassau.
Gebied van het Vorstendom
Het Vorstendom Dillenburg bestond uit de ambten Dillenburg, Haiger, Herborn, Ebersbach, Tringenstein, Burbach en Driedorf. Het ambt Wehrheim was een gemeenschappelijk bezit met het Keurvorstdendom Trier.
Regenten
Regering | Naam | Geboren | Overleden | Familie |
1606-1620 | Willem Lodewijk | 13-3-1560 | 31-5-1620 | |
1620-1623 | Georg I | ??-9-1562 | 09-7-1623 | broer |
1623-1662 | Lodewijk Hendrik | 09-5-1594 | 12-7-1662 | zoon |
1662-1676 | Adolf | 13-1-1629 | 9-12-1676 | zoon |
1676-1701 | Hendrik | 28-8-1641 | 18-4-1701 | zoon van oudere broer |
1701-1724 | Willem | 28-8-1670 | 21-9-1724 | zoon |
1724-1739 | Christiaan | 11-8-1688 | 28-8-1739 | broer |
Nassau- Beilstein
Nassau-Beilstein is een tak van het Huis Nassau. Het ontstond in 1341, toen de Nassause tak Nassau-Dillenburg werd opgesplitst in Nassau-Dillenburg en Nassau-Beilstein. In 1561 ging de tak weer op in Nassau-Dillenburg. Alle landen op de rechter Rijnoever van de Ottoonische linie waren dan weer verenigd onder Graaf Jan, de broer van Willem van Oranje. In 1606 werd Nassau-Dillenburg verdeeld onder de vijf zonen van Jan, waarbij de heerlijkheid Beilstein aan George viel. Bij het verscheiden van George' oudere broer Willem Lodewijk in 1620, volgde hij deze op in het Graafschap Dillenburg. Vanaf dan noemt George zich Nassau-Dillenburg. De Heerlijkheid Beilstein maakte deel uit van de Keur-Rijnse Kreits, dit in tegenstelling tot de andere Graafschappen van de Ottoonische linie, die tot de Nederrijns-Westfaalse Kreits behoorden. De Heerlijkheid Beilstein werd in personele unie met Nassau-Dillenburg bestuurd en ging met dit Vorstendom op in het verenigde Vorstdendom onder Nassau-Dietz in 1743.
In 1782 komt er een eind aan de administratieve eenheid van Beilstein als het verdeeld wordt over Vorstendom Dillenburg (ambt Driedorf): parochie Beilstein, Vorstendom Hadamar: (ambt Rennerod): parochies Emmerichenhain, Neukirch en Liebenscheid; (ambt Mengerskirchen): parochies Nenderoth en Niedershausen en het Vorstendom Dietz: (ambt Marienberg): parochie Marienberg. Door de Rijnbondsacte van 12-7-1806 werden de gebieden die verenigd waren met Dilenburg en Hadamar onder de soevereiniteit van de Groothertog van Berg gesteld en de delen die met het Vorstdendom Dietz waren verenigd onder die van de Hertog van Nassau-Usingen en de Graaf van Nassau-Weilburg: de al eerder vermelde mediatisering. Na de nederlagen van Napoleon nam de Prins van Oranje deze bezittingen in 1813 weer in bezit. Op 31-5-1815 sloot hij een verdrag met Pruisen, waarin van Oranje zijn Duitse bezittingen afstond. Nog dezelfde dag stond Pruisen de Heerlijkheid Beilstein af aan de Hertog van Nassau.
Heerser: Hendrik I van Nassau-Beilstein
Hendrik I van Nassau-Belstein (1307-1388)
Graaf van Nassau-Beilstien, periode 1343-1388
Voorganger: Hendrik I van Nassau-Siegen
Opvolger: Hendrik II
Vader: Hendrik II van Nassau-Siegen
Moeder: Adelheid van Heinsberg-Blankenberg.
Hendrik I van Nassau-Beilstein (1307 - 1388 ) huwde in 1339 met Meijna van Westerburg (-1388), en werd de vader van:
Heerser: Reinhard van Nassau-Beilstein
Graaf van Nassau-Beilstein
Periode 1388-1412
Voorganger: Hendrik I
Opvolger: Johan I
Vader: Hendrik I van Nassau-Beilstein
Moeder: Meijna van Westerburg
Reinhard van Nassau-Beilstein (-1412). Hij was een zoon van Hendrik I van Nassau-Beilstein en Meijna van Westerburg. Reinhard volgde zijn vader in 1388 op als Graaf van Nassau-Beilstein en regeerde samen met zijn broer Hendrik II. Hij had vermoedelijk geen nakomelingen
Hendrik II van Nassau-Beilstein (gestorven 1410) was de oudste zoon van Hendrik I van Nassau-Beilstein en Meijna van Westerburg. Hij volgde zijn vader in 1388 op als Graaf van Nassau-Beilstein en regeerde samen met zijn broer Reinhard. Hendrik huwde in 1383 met Catharina van Randerode en werd de vader van:
Hendrik V van Nassau-Beilstein (-Pavia, 24 februari 1525 ) was een zoon van Johan II van Nassau-Beilstein en Maria van Solms-Braunfels. Samen met zijn broer Johan III volgde hij in 1513 zijn vader op als Graaf van Nassau-Beilstein. Hij sneuvelde in de slag bij Pavia (1525).
Johan I van Nassau-Beilstein ( -1473 ) was een zoon van Hendrik II van Nassau-Beilstein en van Catharina van Randerode. Samen met zijn broer Hendrik was hij Graaf van Nassau-Beilstein sinds 1412. Johan was gehuwd met Mathildis van Isenburg-Grenzau (-1436), en was de vader van:
In 1447 hertrouwde hij met Johanna van Gehmen (-1451), en werd de vader van:
Johan II van Nassau-Beilstein (-1513 ) was een zoon van Hendrik IV van Nassau-Beilstein en Eva van Sayn. Hij volgde zijn vader in 1499 op als graaf van Nassau-Beilstein. Johan huwde met Maria van Solms-Braunfels (1471-1505). Na haar dood troude hij met Anna van Lippe (-1533) en was de vader van:
Johan III van Nassau-Beilstein (1490 - 11 december 1561 ) was een zoon van Johan II van Nassau-Beilstein en Maria van Solms-Braunfels. Hij volgde in 1513 zijn vader op als Graaf van Nassau-Beilstein. Doordat hij geen mannelijke erfgenamen had, kwam het gebied na zijn dood bij Nassau-Dillenburg.
George, Graaf van Nassau-Beilstein en Nassau-Dillenburg (1562-1623):
George I de Oude (Dillenburg, 1 september 1562 - aldaar, 9 augustus 1623) was Graaf van Nassau-Beilstein en Nassau-Dillenburg. Hij was de derde zoon van Jan VI de Oude van Nassau-Dillenburg en diens eerste vrouw Elisabeth van Leuchtenberg. George studeerde in 1576 te Heidelberg en ging vervolgens naar de Nederlanden, waar hij onder Gunther van Schwarzburg in de krijgsdienst trad. Een hier opgevat plan hem als Bisschop van Utrecht te installeren kwam niet tot uitvoering. Sinds 1580 verbleef hij aan het hof van Markgraaf George Frederik I van Brandenburg-Ansbach. George kwam in 1604 aan de regering in land en stad Driedorf, dat hij van zijn vader kocht. Na zijn vaders dood (1606) deelde hij diens gebied met zijn broers Willem Lodewijk, Jan VII de Middelste, Ernst Casimir en Johan Lodewijk, waarbij hij de Heerlijkheid Beilstein met het Westerwald, Burbach en de Hickengrund kreeg. In 1611 kocht hij van Jan VII bovendien Wehrheim, dat gezamenlijk met Keur-Trier werd bestuurd. Hij resideerde pas sinds 1612 te Beilstein.Tot dat jaar verbleef hij te Dillenburg, waar hij als regent optrad namens zijn broer Willem Lodewijk, die als stadhouder van Friesland in de Nederlanden verbleef. In 1618 sloten George en Jan VII een overeenkomst waarin de laatstgenoemde afzag van zijn recht op Nassau-Dillenburg, dat hem na de dood van Willem Lodewijk zou toevallen. Na diens dood volgde George hem dan ook op als Graaf van Nassau-Dillenburg. Nassau-Beilstein werd hierop verdeeld, zodat George alleen Burbach en de Hickengrund behield. Na zijn dood (1623) verdeelden zijn zoons Albrecht en Lodewijk Hendrik het Graafschap, maar na Albrechts dood in 1626 werd Nassau-Dillenburg weer verenigd onder Lodewijk Hendrik. George huwde in 1548 met Anna Amalia van Nassau-Saarbrücken (1565-1605), dochter van Filips IV van Nassau-Weilburg-Saarbrücken.
Uit het huwelijk werden veertien kinderen geboren, van wie de meeste jong stierven:
George van Nassau-Beilstein en Nassau-Dillenburg trouwde in 1605 met zijn tweede vrouw Amalia van Sayn-Wittgenstein (1585-1633) en kregen 1 kind:
Margarete van Nassau-Dillenburg (1606-1661), trouwde in 1626 met Graaf Otto von Lippe-Brake (1589-1657).
Zij hadden 12 kinderen:
Zij kregen een dochter:
Hun oudste zoon was:
Hun oudste zoon:
Hun oudste zoon:
Hun tweede zoon:
Hun oudste zoon:
Hun tweede zoon:
Hun oudste zoon:
Hun oudste zoon:
Zijn oudste dochter: