De Huizen van Oranje en Nassau

Van Oranje-Nassau-Lippe-Biesterfeld.
Vlag BelgieVlag NederlandGouden KroonGouden KroonVlag LuxemburgVlag Duitsland
Bronvermelding

Koninginnen van Oranje en Nassau

Prins Bernhard Onderscheidingen

De Prins was verzot op uniformen en onderscheidingen. Tijdens staatsbezoeken en op zijn vele reizen kreeg de Prins tientallen onderscheidingen, andere onderscheidingen werden hem in Nederland toegekend. In totaal gaat het om 96 onderscheidingen. Om ze allemaal als baton op zijn uniform te kunnen dragen vroeg de Bernhard jarenlang batons van de halve breedte. Hij negeerde ook de Nederlandse voorschriften die stelden dat hij niet meer dan vier batons naast elkaar mocht dragen.

Bernhard gaf er bij gelegenheden dat hij zijn onderscheidingen droeg er de voorkeur aan om alleen zijn "in verband met de oorlog" verkregen Orden, Grootkruisen, Versierselen en Medailles te dragen. Veel van zijn Orden gaf hij later in bruikleen aan het Museum van de Kanselarij van de Nederlandse Ridderorden op Het Loo. Vanaf de Tweede Wereldoorlog heeft de Prins de Nederlandse regels genegeerd door zijn onderscheidingen op de Engelse" wijze te dragen. In de Nederlandse krijgsmacht draagt men ze opgemaakt in de Nederlandse en Pruisische trant.

Toen Prins Bernhard in Paleis Noordeinde in s'-Gravenhage werd opgebaard lagen voor zijn kist drie witte kussens. Op het middelste kussen was de standaard die Koningin Wilhelmina hem in 1937 had toegekend, bevestigd. Op het rechter kussen waren een commandeurskruis en een borst ster van de ilitaire Willems-Orde vastgemaakt. Het ging om twee in 2000 vervaardigde onderscheidingen, niet om de kruisen die door Koningin Wilhelmina aan de Prins waren uitgereikt en die door hem zo vaak op zijn uniformen en rokkostuums waren gespeld. Bernhard heeft deze twee versierselen nooit gedragen. Op het linker kussen lagen alleen onderscheidingen die de Prins in de Tweede Wereldoorlog heeft verworven.


(l) Prins Bernhard persoonlijk Standaard, (m) Commandeur Militaire Willems Orde en (r) Het Tableau Onderscheidingen

De grote gouden keten is die van de Orde van het Britse Rijk die hem in 1945 door Koning George VI van het Verenigd Koninkrijk werd toegekend. De ster is de ster van een "Chief Commander" in het Amerikaanse Legioen van Verdienste. De ster werd hem in april 1952 door de US President Truman bij bevordering toegekend maar de Prins was al in juni 1943, dus tijdens de oorlog als Commander in deze Amerikaanse orde opgenomen. De twee rijen onderscheidingen aan linten waren stuk voor stuk op de Pruisische, en in Nederland voorgeschreven, wijze opgemaakt. Het lint was dus gevouwen en geplooid terwijl Bernhard zijn onderscheidingen om principiële redenen altijd op de Britse wijze heeft gedragen

Het gaat om de volgende elf onderscheidingen:

Het Vliegerkruis
Het Oorlogsherinneringskruis met de gespen "Nederland 1940" en "Nederland 1945"
Het Verzetsherdenkingskruis
De Bronzen Ster (Verenigde Staten)
Het Oorlogskruis 1940 met palm van België
Het Oorlogskruis met bronzen palm van Frankrijk
Het Oorlogskruis 1939 van Tsjechoslowakije
De Defensiemedaille van het Verenigd Koninkrijk
De Frankrijk en Duitsland Ster van het Verenigd Koninkrijk
Het Oorlogskruis 1940-1945 met palm van Luxemburg
Het Oorlogskruis 1940 (IIIe klasse) van Griekenland

Vierentachtig onderscheidingen ontbraken. Daaronder zijn Orde van de Nederlandse Leeuw, zijn Kruis voor Trouwe Dienst met het jaartal XXXV en zijn Nederlandse en Engelse Johanniterorden. Ook het GrootKruis van de Huisorde van Lippe - Bernhard was een Prins van dat Huis - en zijn Huisorde van Oranje ontbrak. Ook het kleinood van de Orde van de Gouden Ark, een door hemzelf ingestelde onderscheiding waarvan hij Grootmeester was, ontbrak. Een aantal van de bij de bijzetting in Delft aanwezige Prinsen droegen, voorzover zij deze onderscheiding bezaten, de Orde van de Ark aan een lint om de hals. Een aantal Orden wordt nu in het Museum van de Kanselarij van de Nederlandse Ridderorden in Paleis het Loo tentoongesteld. Andere versierselen worden in het Koninklijk Huisarchief bewaard. Een groot aantal onderscheidingen, waaronder die van de Deense Orde van de Olifant, moest worden teruggestuurd aan de onderscheiden kanselarijen.


v.l.n.r. de Prins als Admiraal, als Generaal-Vlieger (het uniform waarin hij werd bijgezet in de Koninklijke Grafkelder te Delft) en Generaal van de Landmacht.

In 1945 werd het Bureau van de Inspecteur-Generaal opgericht. Prins Bernard werd de eerste Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht (IGK) De Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht (IGK) heeft als taak zich in te zetten ten goede van de leef- en werkomstandigheden binnen de Nederlandse krijgsmacht. Ook is hij een onafhankelijk persoon die kan bemiddelen in conflictsituaties binnen de krijgsmacht. Om deze onafhankelijkheid te waarborgen valt de IGK rechtstreeks onder de minister van Defensie.

Als eerste onderkomen van de Staf Inspecteur-Generaal diende een van een NSB'er in beslag genomen gebouw in Huizen. In april 1945 verhuisde de staf naar de huidige behuizing Landgoed De Zwaluwenberg bij Hilversum. In december 1946 werd de Prins aangesteld tot Inspecteur-Generaal van de Koninklijke Marine en in 1953 kwam hier de Koninklijke Luchtmacht bij. Het zou echter nog tot 1 januari 1970 duren, voordat het begrip Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht (IGK) zijn intrede deed. In 1976 trad de Prins af als IGK en werden alle formele banden met de krijgsmacht verbroken ten gevolge van de Lockheed-affaire. De hartelijke relatie tussen de Prins en "zijn" krijgsmacht bleef desondanks bestaan, zo stond de werkkamer van de Prins op De Zwaluwenberg ook na 1976 tot zijn beschikking.


De huidige IGK, de Luitenant-Generaal der Mariniers

Nu liggen de taken van de IGK op een ander terrein. Hij heeft de taak de minister van Defensie gevraagd en ongevraagd van adviezen te voorzien betreffende personele en bedrijfsmatige kwesties. De IGK wordt dan ook wel de ombudsman van defensie genoemd. Ook kan (voormalig) personeel hem vragen te bemiddelen in individuele aangelegenheden die betrekking hebben op Defensie. Sinds 1991 is de IGK tevens Inspecteur der Veteranen en sinds 2014 is hij bovendien Inspecteur der Reservisten. De IGK is tevens vicevoorzitter van het Comité Nederlandse Veteranendag, dat in 2005 door de Nederlandse regering is ingesteld. De huidige Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht is de Luitenant-generaal der mariniers Frank van Sprang.

De vierentachtig onderscheidingen van Prins Bernhard waren:

Commandeur in de Militaire Willems-Orde
Grootkruis in de Orde van de Nederlandse Leeuw
Grootmeester van de Orde van de Gouden Ark
Ridder in de Orde van de Gouden Leeuw van Nassau
Grootkruis in de Huisorde van Oranje
Rechtsridder in de Johanniterorde in Nederland
Vliegerkruis
Oorlogsherinneringskruis met de gespen "Nederland Mei 1940" en "Oorlogsvluchten 1940-1945"
Verzetsherdenkingskruis
Onderscheidingsteken voor Langdurige Dienst als officier(Met het getal XXXV)
De G. J. Snijders-medaille in goud
Huwelijksmedaille 1937
Inhuldigingsmedaille 1948
Herinneringsmedaille 25-jarig huwelijk 1962
Huwelijksmedaille 1966
Inhuldigingsmedaille 1980
Huwelijksmedaille 2002
Kruis van Verdienste van het Nederlandse Rode Kruis
Gouden Medaille van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor de Luchtvaart
Medaille voor Bijzondere Verdienste van de Koninklijke Nederlandse Vereniging "Onze Luchtmacht"
Kruis van de Koninklijke Vereniging van Reserve Officieren voor de Militaire prestatietocht
Zilveren Anjer van het Prins Bernhard Cultuur Fonds
De Bronzen Soldaat met het bijbehorende gouden erekoord
Prins Maurits-Medaille van de Koninklijke Nederlandse Vereniging 'Ons Leger'
Ster Grootkruis Orde van de Nederlandse Leeuw



Buitenlandse Onderscheidingen

Lijst van Grootkruizen:

Chief Commander US Legion of Merit
Ridder in de Huisorde van Lippe
Grootkruis (Chief Commander)in het Legioen van Verdienste van de Verenigde Staten van Amerika
Grootkruis in de Orde van Verdienste van Argentinië
Grootkruis in de Orde van de Bevrijder San Martin van Argentinië
Grootlint in de Leopoldsorde met de Zwaarden van België
Grootkruis in de Nationale Orde van het Zuiderkruis van Brazilië
Grootkruis in de Orde Do Merito Aeronautico van Brazilië
Grootkruis in de Orde Do Merito Naval van Brazilië
Keten van de Orde van Verdienste van Chili
Grootkruis in de Orde van de Gunstige Wolken van China
Grootkruis der Eerste Klasse in de Orde van Boyacá van Colombia Legioen van Eer


v.l.n.r: Bronzen Ster, Croix de la Guerre Luxemburg, Defence Medal 1945, Drie Franse oorlogskruizen, Ridderkruis in de Huisorde van Oranje en Erekruis IVe klasse van Lippe.

Grootkruis in de Orde van Sint Carlo van Colombia
Grootkruis Bijzondere Klasse in de Orde van Verdienste van de Bondsrepubliek Duitsland
Ridder in de Orde van de Olifant van Denemarken
Grootkruis in de Orde van Verdienste Juan Pablo Duarte van de Dominicaanse Republiek
Grootkruis Bijzondere Klasse in de Orde van Verdienste van Ecuador
Militaire Onderscheiding "Abdon Calderon" Eerste Klasse (in goud) van Ecuador
Keten van de Orde van de Koningin van Sheba van Ethiopië
Grootkruis in de Orde van het Zegel van Salomo van Ethiopië
Grootkruis in de Orde van de Witte Roos van Finland
Grootkruis in de Orde van het Legioen van Eer (Legion d'Honneur) van Frankrijk
Commandeur in de Orde van de Academische Palmen van Frankrijk
Erelegioen

Grootkruizen

Halskruis Gouden leeuw van Nassau en Ster Grootkruis Legioen van Eer(F)

Ster Grootkruis Legioen van Eer
Ster Grootkruis Orde van de Verlosser van Griekenland
Grootkruis in de Orde van de Verlosser van Griekenland
Grootkruis in de Orde van Victoria van Groot-Brittannië
Grootkruis in de Meest Eervolle Orde van het Bad (civiele divisie) van Groot-Brittannië
Grootkruis in de Meest Excellente Orde van het Britse Rijk van Groot-Brittannië
Erebaljuw Grootkruis in de Aloude Ridderlijke Orde van het hospitaal van St. Jan te Jeruzalem van Groot-Brittannië
Grootkruis in de Orde van Mahaputera van Indonesië
Grootkruis in de Orde van Pahlavi van Iran
Grootkruis in de Orde van Verdienste van de Republiek Italië
Grootkruis in de Nationale Orde van Ivoorkust
Grootkruis in de Orde van de Ster van Joegoslavië
Grootkruis in de Orde van de Ster van Karageorge van Zuid-Slavië
Grootkruis in de Dapperheidsorde van Kameroen

Grootlint in de Orde van de Ster van Afrika van Liberia
Grootlint in de Orde van de Pioniers van Liberia
Grootkruis in de Orde van de Eikenkroon van Luxemburg
Erebaljuw Grootkruis in de Souvereine en Militaire Orde van Malta
Grote Keten van de Orde van de Azteekse Adelaar van Mexico


Onderscheiding Eervolle langdurige dienst als Officier, Groot erekruis Huisorder van Oranje en Lints en Ster Orde van de Olifant.

Grootkruis in de Orde van Ojaswi Rajanya van Nepal
Grootkruis met Zilveren Ster in de Orde van Ruben Dario van Nicaragua
Grootkruis in de Orde van Sint-Olaf van Noorwegen
Grote Ster van het Ereteken voor Verdiensten van de Bondsrepubliek Oostenrijk
Keten van de Nationale Orde van Verdienste van Paraguay
Grootkruis met briljanten in de Orde van de Zon van Peru
De Orde van Verdienste voor de Luchtvaart Eerste Klasse van Peru
Grootkruis in de Orde van de 23e augustus van Roemenië
Grootkruis in de Nationale Orde van de Leeuw van Senegal
Grootkruis in de Orde van Karel III van Spanje
Grootlint in de Ere-Orde van de Gele Ster van Suriname
Ridder in de Huisorde van Chakry van Thailand
Grootkruis in de Orde van de Onafhankelijkheid van Tunesië
Grootkruis met Keten in de Orde van Pius van de Heilige Stoel
Keten van de Orde van de Bevrijder van Venezuela


Ster Orde Nederlandse Leeuw, US Legion of Merit en Ster Verlosserorde(GR)

De Orde van de Gouden Ark is een internationale ridderorde die op 10 juli 1971 door Prins Bernhard der Nederlanden werd gesticht. De Orde richt zich op natuurbescherming en "strekt tot onderscheiding van hen, die zich bijzondere verdiensten hebben verworven voor het behoud van flora en fauna op aarde". Prins Bernhard der Nederlanden was de eerste Grootmeester van de Orde. Tijdens zijn uitvaart droegen meerdere gasten, onder wie Prins Philip van het Verenigd Koninkrijk, hun versierselen van de Orde.


Versierselen Orde van de Ark, opgericht door Prins Bernhard.

De graden van de orde zijn Commandeur, Officier en Ridder. De Commandeur draagt een 55 millimeter breed versiersel aan een lint om de hals. De Officier draagt een 37 millimeter breed versiersel aan een lint met rozet op de linkerborst. De Ridder draagt een 37 millimeter breed versiersel aan een lint op de linkerborst. De volgende versierselen worden gebruikt. Het kleinood van de Orde is een vijfarmig blauw geëmailleerd gouden kruis dat op een tweemaal zo breed wit geëmailleerd gouden kruis is gelegd. De armen van beide kruisen zijn van gelijke lengte. De vijf armen verbreden zich vanuit het midden en eindigen in twee punten. Het kruis is op een gouden lauwerkrans gelegd. Op het kleinood is een medaillon met een gouden ring gelegd met een afbeelding van een schip op een blauw geëmailleerde ondergrond. Dit schip moet de mythische ark van Noach voorstellen. De voorstelling doet geen recht aan de beschrijving in Genesis maar lijkt meer op een koggeschip. De keerzijde is vlak. Als verhoging is een groen geëmailleerde gouden lauwerkrans aangebracht. Het lint van de orde is lichtgroen met aan weerszijden smalle blauwe en groene biezen.

Er zijn nog meer onderscheidingen van Prins Bernhard

Ridder in de Serafijnenorde van Zweden
Oorlogskruis 1940 met palm van België
Bronzen Ster (Verenigde Staten)
Oorlogskruis met bronzen palm van Frankrijk
Oorlogskruis 1939 van Tsjechoslovakije
Oorlogskruis 1940 (IIIe klasse) van Griekenland
Oorlogskruis 1940-1945 met palm van Luxemburg
Frankrijk en Duitsland Ster van het Verenigd Koninkrijk
Luchtvaartmedaille(Médaille de l'Aéronautique) van Frankrijk
Gouden Medaille van de Turkse Vereniging voor Luchtvaart Turkije
Defensiemedaille van het Verenigd Koninkrijk
Overwinningsmedaille (Victory-Medal) van de Verenigde Staten van Amerika.


v.l.n.r.: France-Germany Star, Oorlogskruis Begie met palrm en eervolle vermeldinge op 3 niveau's, Erekuis van Lippe, Oorlogskruis Griekenland, Oorlogskruis Tsjechoslovakije met 2 batons, Rechts Ridder Souvereine Militaire Orde van Sint Jan van Jeruzalem en Malta, Verzetsherdenkingskruis 1988 en Vliegerskruis en baton.

Herinneringsmedaille ter gelegenheid van de kroning van Hunne Majesteiten Koning George VI en Koningin Elizabeth van Groot-Brittannië
Herinneringsmedaille ter gelegenheid van de kroning van H. M. Koningin Elizabeth II van Groot-Brittannië
Herinneringsmedaille ter gelegenheid van het huwelijk van HH.KK.HH Prins Jean en Prinses Josephine-Charlotte van Luxemburg
Herinneringsmedaille ter gelegenheid van het 25e Eeuwfeest van de Stichting van het Keizerrijk Iran
Herinneringsmedaille ter gelegenheid van de XVe Olympiade te Helsinki Finland
Herinneringsmedaille ter gelegenheid van de Olympische Ruiterwedstrijden te Stockholm Zweden.

De Huisorde van de Gouden Leeuw van Nassau is gesticht als een Huisorde van de beide takken van het Huis Nassau, de Otttoonse linie en de Walramse linie. De twee overgebleven linies van het Huis Nassau waren met elkaar verbonden in een "Nassauischer Erbverein". De Huisorde van de Gouden Leeuw van Nassau is geen specifiek Nederlandse ridderorde. Deze onderscheiding werd als gemeenschappelijke Orde in 1858 ingesteld door Koning Willem III, Groothertog van Luxemburg en door Hertog Adolf van Nassau. De Orde beoogt een symbool te zijn van de eenheid en verbondenheid van de beide linies van het Huis Nassau. De Orde kent twee Grootmeesters, Koningin Beatrix en Prins Henri, Groothertog van Luxemburg.

Koning Willem III, Groothertog van Luxemburg, plaatste de Orde in 1858 op de lijst van Luxemburgse ridderorden. Tot ontevredenheid van zijn Nassause co-grootmeester verleende Willem III de Orde geregeld en wel in de rangen van Ridder, Officier, Commandeur en Grootkruis. De Orde werd hier een Huisorde met één klasse (Ridder) van de Hertog van Nassau en bleef dat ook nadat de Hertog in 1866 was afgezet en Nassau bij Pruisen werd gevoegd. De Hertogen van Nassau waren veel zuiniger met het toekennen van de Huisorde van de Gouden Leeuw van Nassau. Toen met het overlijden van Koning Willem III in 1890 een einde kwam aan de personele unie van Nederland en Luxemburg verdween de Orde aanvankelijk uit het Nederlandse decoratiestelsel. Hertog Adolf van Nassau kwam op grond van de "Nassauischer Erbverein" op de Luxemburgse troon.

Koningin Wilhelmina was nu het Hoofd van de jongere linie van het Huis Nassau maar noch de regentes, noch de na 1898 regerende Koningin voelden zich vrij om de Orde te verlenen. Dit misverstand werd in 1905 weer hersteld en sedertdien kunnen de Hoofden van beide takken van het Huis Nassau, gezamenlijk of ieder voor zich, over de Orde beschikken. Koningin Wilhelmina verleende in de eerste jaren na 1905 een aantal Kruisen van deze Orde aan Duitse Prinsen maar was verder uiterst terughoudend bij het verlenen van deze onderscheiding. De zonen van de van de Hoofden van de beide linies van het Huis Nassau zijn vanaf hun geboorte Ridder in de Orde. Zij dragen deze Orde vanaf hun achttiende jaar. De huisorde kan ook worden verleend aan Staatshoofden en andere personen die geen Vorsten of Prinsen van vorstelijke huizen zijn, mits zij tenminste de titel van Excellentie mogen voeren. De Huisorde van de Gouden Leeuw van Nassau kent sinds 1890 slechts één graad, die van Ridder. In de acte van 1905 liet de Luxemburgse Groothertog vastleggen dat de door hem betreurde en bij de oprichting niet voorziene verdeling in meerdere graden, ongedaan zou worden gemaakt. Omdat de Statuten van de Orde steeds over "zonen" spraken ging men er aan het Nederlandse Hof van uit dat de Nederlandse Prinsessen, Wilhelmina, Juliana en Juliana's dochters geen geboren Ridders in de (Huis)Orde van de Gouden Leeuw van Nassau waren.

Koningin Wilhelmina zelf werd niet in de Orde opgenomen maar Koningin Juliana werd in 1951, na een staatsbezoek aan Luxemburg, door Groothertogin Charlotte van Luxemburg in de Orde opgenomen. De laatste Nederlandse gedecoreerde was oud-minister van Buitenlandse Zaken Peter Kooijmans op 28 november 2006. Daarvoor ontving Max van der Stoel de onderscheiding op 31 augustus 1999. Generaal C. J. Snijders, bevelhebber der Landstrijdkrachten was tot die tijd de laatste geweest. Hij ontving op 29 september 1919 de onderscheiding uit handen van Koningin Wilhelmina. De onderscheiding werd door Koningin Beatrix en Groothertog Jan van Luxemburg gezamenlijk verleend aan Nelson Mandela tijdens zijn staatsbezoek aan Nederland in 1999. Prins Bernhard droeg de Orde omdat hij daarin (tegelijk met Koningin Juliana) in 1951 door de Luxemburgse Groothertogin was benoemd. Omdat zij zonen van het Hoofd van een van de beide linies van het huis Nassau zijn, werden de drie kinderen van Koningin Beatrix en Prins Claus der Nederlanden op de dag van de inhuldiging van hun moeder in 1980 Grootkruis in deze orde.

Na hun achttiende verjaardag droegen de Prinsen de versierselen op hun uniform of op een rokkostuum. De Groothertogelijke familie draagt de Orde zeer geregeld en met voorrang op de andere Orden als de belangrijkste Orde van Luxemburg. De Orde is in Luxemburg een Orde van de Staat, in Nederland is het een Huisorde. De huidige versierselen van de Orde zijn in Nederland en Luxemburg gelijk. De Ridders dragen een Kruis van de orde aan een grootlint dat 10 centimeter breed is over de rechterschouder en de ster van de orde op hun linkerborst. Het kruis is een Maltezer Kruis met een medaillon waarop de leeuw uit het wapen van het Huis Nassau is afgebeeld. Deze leeuw verschilt van de Nederlandse Leeuw omdat hij geen kroon, zwaard of pijlenbundel draagt. Tussen de armen van het kruis zijn vier gestileerde gouden letters "N" voor "Nassau" aangebracht. De ster is, afgezien van de leeuw, vrijwel gelijk aan die van de Orde van Oranje-Nassau.