De Huizen van Oranje en Nassau

Dillenburg(D)
Vlag BelgieVlag NederlandGouden KroonGouden KroonVlag LuxemburgVlag Duitsland
Bronvermelding

Koningen van Oranje en Nassau

Wilhelmine Marie Marie Sophie, Prinses der Nederlanden


Groothertog Karel Alexander en Groothertogin Sophie

In de Russische stad Sint Petersburg vond in februari 1816 een bijzonder huwelijk plaats: de Kroonprins van Nederland, de toekomstige koning Willem II, trouwde met de dochter van de Tsaar van alle Russen, Groothertogin Anna Paulowna. Zij was wat men noemde een "deftige partij" voor de Prins. Nederland was immers lang niet zo groot en belangrijk als het machtige Rusland, om nog maar te zwijgen van de eeuwenoude dynastie der Romanovs, die heel wat meer aanzien genoot dan de Oranje's die een paar jaar geleden een Koninklijke Familie waren geworden. Om allerlei redenen was deze verbintenis, echter de moeite waard en zo kreeg ons land een Russische Kroonprinses. Vrij snel achter elkaar kreeg ze vier zoons (waarvan er één maar zeer kort leefde) en toen, na acht huwelijksjaren werd er een dochter geboren. Die dochter werd vernoemd naar haar twee grootmoeders en haar oudtante en aldus werd zij genoemd Wilhelmina Marie Sophie Louise. Sophie heette de moeder van Anna Paulowna en Sophie werd de roepnaam van het Oranje Prinsesje. Met haar oudere broers groeide Prinses Sophie op in paleizen Soestdijk en Tervueren bij Brussel.

Ze had een heerlijke onbezorgde jeugd. Haar vader Willem, de latere koning Willem II, was dol op haar en verwende haar graag. Aan een goede opvoeding werd helaas niet erg veel aandacht besteed.Haar gouvernante leerde haar meer wat zij moest laten dan wat zij moest doen. Toen Sophie negen jaar oud was, besloot haar vader haar een eigen boerderij cadeau te doen in het park van paleis Soestdijk. Sophie legde er zelfs de eerste steen voor en toen het gebouwtje eenmaal klaar was, heeft ze er hele dagen doorgebracht. Het was het mooiste cadeau dat haar vader haar ooit had kunnen geven. Veel, veel later, toen de prinses al jaren getrouwd was, liet ze alsnog de gehele inboedel van dit kinderboerderijtje naar Weimar overbrengen. Wel een bewijs hoe blij ze ermee was geweest! Toen Sophie een tiener was, werd ze ernstig ziek en gedurende enige tijd moest ze langdurig rust houden.

In het huis Zorgvliet (het huidige Catshuis te 's-Gravenhage) dat haar vader onlangs had gekocht, werd Sophie goed verzorgd en na enige maanden was ze in zoverre hersteld dat ze met haar moeder mee op reis kon. Anna's zuster Marie Paulowna was getrouwd met de Groothertog van Saksen-Weimar en al vaak had ze erop aangedrongen om eens een bezoek te brengen aan de mooie stad Weimar. Juist nu Sophie nog wat op krachten moest komen, leek het haar moeder Groothertogin Anna Paulowna een goed idee haar mee te nemen op deze reis naar Weimar. Zo reisden moeder en dochter naar het bekende Weimar, stad van de grote schrijver en dichter Goethe. "Hier, in dit huis", vertelde Karel Alexander zijn nichtje uit Nederland, "heeft Goethe onder meer zijn boeken Iphigenie en Wilhelm Meiser geschreven".

Sophie keek vol bewondering naar haar in haar ogen zo geleerde neef. Niet alleen had hij de wereldberoemde Goethe persoonlijk gekend maar ook was hij aardig om te zien. Bovendien sprak Karel-Alexander al vier talen (Engels, Frans, Russisch en natuurlijk Duits) en leerde ook nog Italiaans! Sophie genoot met volle teugen van het verblijf in het Groothertogdom Saksen-Weimar en vond het jammer dat ze weer terug moest naar Nederland. Het jaar 1840 was een belangrijk jaar: Sophie's grootvader Koning Willem I deed afstand van de troon en haar vader volgde hem op als Koning. De inhuldiging van Willem II ging natuurlijk gepaard met grootse festijnen waar de zestienjarige Sophie met graagte aan mee deed.

Groothertog, neef en man Karl Alexander en Johann Wolfgang von Goethe

Het was in deze tijd dat zij de Franse Prins van Joinville ontmoette, een aanzienlijk en vermogend heerschap, die haar een huwelijksaanzoek deed. Maar het was tevergeefs en het kwam niet tot een huwelijk. Misschien omdat Sophie in stilte al rekende op een verbintenis met haar neef Karel Alexander? Deze was in 1841 naar 's-Gravenhage gekomen, waar hij bij zijn oom Bernhard van Saksen-Weimar logeerde. Hertog Bernhard was generaal in Nederlandse dienst en woonde op het landgoed Buitenrust in de residentie. Enkele weken bleef Karel Alexander bij zijn oom en natuurlijk ontmoette hij zijn nichtje zoveel mogelijk. Zoveel was Sophie toch wel voor hem gaan voelen dat ze hem een bijzonder afscheidsgeschenk gaf: een portret van zichzelf in Friese klederdracht.

Ze had dit kostuum gedragen tijdens haar eerste hofbal in Leeuwarden. Sophie had zich getooid met een sierlijke kap van fijne kant op haar hoofd met een gouden oorijzer, dat vastgezet was met diamanten spelden. Karel Alexander toonde zich geroerd door dit lieve geschenk. Hij beloofde Sophie weer spoedig terug te komen en aan deze belofte zou hij zich ook houden. Een klein jaar later kon de verloving al gevierd worden en wel in het paleis op de Kneuterdijk te 's-Gravenhage (onlangs verbouwd tot Raad van State). Terwijl de zeventienjarige Sophie met haar ouders en broers wat zenuwachtig in de salons van het paleis op haar verloofde wachtte, werd deze onder een escorte van militairen onder leiding van zijn oom Bernhard van zijn hotel opgehaald en naar de Kneuterdijk gebracht. Daar werden op plechtige wijze de ringen gewisseld en ook enkele toespraken gehouden. Niet alleen de gehele Koninklijke familie was bij deze gebeurtenis aanwezig, óók alle ministers waren getuige van de plechtigheid. Drie dagen later werd Sophie achttien jaar.

Ter ere van dit kroonjaar werd op het Malieveld van Den Haag een grootse wapenschouw gehouden.Samen met haar moeder zat Sophie in een open caléche en bekeek het bonte schouwspel. Nu volgden drukke maanden met voorbereidingen tot het huwelijk. Enerzijds vond Sophie het spijtig te gaan verhuizen naar een tamelijk ver land; ze zou haar vaderland niet meer zo heel vaak terugzien. Vooral haar broer Hendrik zou ze missen. Met hem kon ze altijd goed opschieten en hij was een echte trouwe speelkameraad voor haar geweest. Maar anderzijds verheugde ze zich op haar leven met Sascha, zoals ze Karel Alexander altijd noemde.

Weimar was een prachtige en vooral culturele stad en Sophie voelde instinctief dat ze zich erg goed in dit cultuurcentrum zou thuisvoelen. Na de bruiloft op 8 oktober 1842 reisde het jonge paar eerst naar Rotterdam, vanwaar ze per schip over de Rijn naar Weimar zouden varen. Het afscheid van het vaderland in deze havenstad was hartverwarmend. Vier hofkoetsen reden achter elkaar door Rotterdam, geëscorteerd door militairen en voorafgegaan door een koets waarin de burgermeester van de stad zat. Bij het schip aangekomen waarmee Sophie en Sascha zouden reizen, stopten de koetsen. De deur van de tweede hofkoets zwaaide met een ruk open en Sophie's broer Willem sprong eruit. Snel rende hij naar haar koets om de deur voor haar open te houden. Op de kade stond een grote menigte nieuwsgierig te kijken en een gejuich ging op. De kapel van de Rotterdamse Schutterij bracht nu enige melodieën ten gehore en vervolgens werden enkele toespraken gehouden.

"Enige haast is nu wel geboden, hoogheid", zei een der adjudanten plotseling, "het paar wil hedenavond nog in Keulen zijn, maar dan moet de boot wel spoedig vertrekken!" Alles werd in gereedheid gebracht. Sophie zette al een voet aan boord van het schip, toen ze zich opeens bedacht. Ze draaide zich om en sprak tot de functionaris die naast haar stond:"Ik wil mijn geliefde ouders nog een afscheidsbrief schrijven vóór ik afscheid neem van mijn land! Heeft u papier en pen voor mij?" De verraste functionaris, Admiraal Rijk, zorgde voor het gevraagde. "Zoudt u zo vriendelijk willen zijn, mij uw admiraalssteek even te lenen?" vroeg Sophie hem vervolgens. "Ik wil hem gebruiken als onderlegger bij het schrijven!" Iedereen kon dit opmerkelijke tafereel gadeslaan en het zorgde voor heel wat vrolijke hilariteit. Maar nu was het moment van afscheid toch echt aangebroken. De muziekkapel zette een feestelijke melodie in en een vlakbij liggend schip loste saluutschoten.

Terwijl de mensen op de kade enthousiast wuifden en "vaarwel" riepen, voer het schip met Sophie en Sascha aan boord langzaam de haven uit. Ruim tien dagen later arriveerde het bruidspaar in Saksen-Weimar, waar het bijzonder hartelijk werd ontvangen door de bevolking. Nadat Sophie en haar man zich in een herberg hadden kunnen opknappen, kwamen ze weer naar buiten en daar wachtte hen een verrassing. Zo'n twintig in Nederlandse klederdracht gestoken meisjes vormden een dubbele haag naar een elegante ivoorkleurige caléche met vergulde lantarens, die bespannen was met zes prachtige paarden. "Dit is het huwelijkscadeau van de stad Weimar", zei een afgevaardigde van de burgerij tegen Sophie, die ontroerd het geschenk bekeek. Samen met haar schoonmoeder (die tegelijk haar tante was) Maria Paulowna ging ze in deze koets zitten, terwijl Karel Alexander te paard links van de koets reed.


Componist Franz Listz

Zo deed de nieuwe erfgroothertogin van Saksen-Weimar haar intocht in haar nieuwe woonstad. De Groothertogelijke familie van Saksen-Weimar had een grote culturele traditie. Zowel Sascha's vader als zijn moeder hadden er altijd van alles aan gedaan om vooral de letterkunde en muziek te bevorderen; kunstenaars waren dan ook altijd van harte welkom aan het hof. Goethe en Schiller waren hoog vereerde dichters geweest die op alle mogelijke manieren door het Groothertogelijk paar waren gesteund. Nu was het de beurt aan Sophie: weldra bleek dat zij een minstens even grote belangstelling had als haar schoonouders en erg graag in contact kwam met kunstenaars. In de tijd van Sophie's eerste huwelijksjaren was het de naam van de pianist Franz Liszt die op ieders lippen lag. Deze ongelooflijke pianovirtuoos werd overal waar hij kwam stormachtig toegejuicht en mateloos bewonderd. Regelmatig organiseerde de Groothertogelijke familie concerten in het hoftheater en natuurlijk werd Liszt nu ook naar Weimar gehaald. Eénmaal had hij zijn kunsten op de piano vertoond en zelden was het publiek zo geestdriftig geweest.

Nu, ter ere van de komst van erfgroothertogin Sophie, was hij voor de tweede maal uitgenodigd. Niet alleen het hart van Sophie, nee de harten van alle vrouwen in Weimar gingen sneller kloppen bij de gedachte aan deze beroemde Hongaar. De opwinding die Liszt telkens en overal veroorzaakte was alleen te vergelijken met de hysterische taferelen die zich afspeelden rond bijvoorbeeld The Beatles in de zestiger jaren. Ook tijdens concerten van Liszt vielen de dames vlauw of slaakten zij opgewonden gilletjes. (Zie hierover het boek van Alan Walker: List. The Virtuose Years. New York 1983). Sophie verheugde zich bijzonder op het galaconcert. Langzaam liep de muziekzaal vol met vooraanstaande inwoners van Weimar. Ook waren deze avond veel bekende persoonlijkheden te gast. Iedereen zag er prachtig uit: de heren in uniform, rok of met korte broek en zwart-zijden kousen; velen hadden een lange om de hals gebonden witte das "á la romantique": dat paste bij de romantische muziek van Liszt. De dames droegen met kant opgemaakte crinolinejurken, diep gedecolleteerd en met kostbare armbanden en kettingen.

In het midden van de zaal was de grote hofloge, waar Sophie en Sascha binnenkort zouden binnenkomen. Links daarvan was het balkon voor de burgerij, rechts het balkon voor de adel: dat was toen nog streng gescheiden. Johann Christoph Friedrich (von) Schiller (Marbach am Neckar, 10 november 1759 - Weimar, 9 mei 1805) was een Duits toneelschrijver, filosoof en dichter.,Hij geldt als een van de grotere literatoren in de Duitse geschiedenis. In 1792 werd hij tot ereburger in Frankrijk benoemd. In 1802 werd hij in de adelstand verheven. Schiller was de zoon van militair en bezocht aanvankelijk een militaire kostschool in Schloss Solitude. Daarna studeerde hij rechten en medicijnen. Hij begon al vroeg met het schrijven van gedichten en is beïnvloed door de Sturm und Drang. In 1780 werd hij chirurgijn in Stuttgart. Vervolgens raakte hij in ongenade bij Karel Eugenius van Württemberg, de Hertog van Würtenberg en Schiller vluchtte naar Mannheim en Bauerbach.

Van 1784 tot 1787 was hij te gast in Weimar, Leipzig en Dresden. Een historisch drama Der Abfall der vereinigten Niederlande (1788) bezorgde hem een aanstelling als professor in Jena maar zonder financiële beloning. Alhoewel in 1791 bij hem tering werd geconstateerd, ontwikkelde Schiller een bewonderenswaardige werkzaamheid. Hij schreef belangrijke werken over de Dertigjarige Oorlog, Wallenstein, Jeanne d'Arc, de Maagd van Orleans, Maria Stuart en Willem Tell. In 1790 trouwde hij met Charlotte von Lengefeld. In 1795 trof hij Goethe. Aanvankelijk bekeken de twee grootheden elkaar jaloers, maar werden toch vrienden. Schiller had een passie voor roken en kaartspelen, sliep tot de middag en werkte 's nachts. In 1799 verhuisde hij opnieuw naar Weimar. Schiller was in zijn werk aanvankelijk revolutionair georiënteerd. Dat wil zeggen, zoals dat in die tijd gold: streven naar vrijheid en gelijkheid, het afwijzen van willekeur en onrechtvaardigheid. In later jaren was hij gematigder. Schiller is onder andere bekend van het gedicht (Ode) An die Freude (1785) dat hij schreef voor een vrijmetselaarsloge door tijdgenoot Beethoven gedeeltelijk verwerkt werd in het slotdeel van zijn Negende Symfonie. Friedrich Schiller overleed op 9 mei 1805 op 45-jarige leeftijd.


(l) Johann Schiller (*1759 - †1805), (m) Kisten van Schiller en Goethe en (r) Goethe (*1742 - †1832)

Johann Wolfgang von Goethe , 28 augustus 1749-22 maart 1832) was een Duitse schrijver, tekenaar en veelzijdig geleerde. Hij wordt beschouwd als het hoogste genie van de moderne Duitse literatuur aan de zijde van Schiller. Zijn werken omspanden het gebied van poëzie, drama, proza, filosofie en wetenschap. Zijn Faust is wel de grootste lange gedicht van de moderne Europese literatuur. Andere bekende literaire werken van zijn hand, zijn talrijke gedichten, de Bildungsroman Wilhelm Meister leerjaren, en de briefroman Het lijden van de jonge Werther. Goethe was een van de sleutelfiguren van de Duitse literatuur en het vrije verkeer van Weimar classicisme in de late 18e en vroege 19e eeuw; deze beweging valt samen met verlichting, Sentimentaliteit (Empfindsamkeit), Sturm und Drang en romantiek. Als auteur van de wetenschappelijke tekst Theorie van kleuren, werden zijn invloedrijke ideeën over plantaardige en dierlijke morfologie en homologie uitgebreid en ontwikkeld door 19e-eeuwse naturalisten waaronder Charles Darwin.

Hij diende ook jarenlang als de Privy wethouder van het Hertogdom Saksen-Weimar. In de politiek Goethe was conservatief. Op het moment van de Franse Revolutie, ontwikkelde hij het enthousiasme van de studenten en docenten tot een perversie van hun energie en bleef sceptisch over het vermogen van de massa om te regeren. Ook verzette Goethe zich niet tegen de oorlog van bevrijding gevoerd door de Duitse staten tegen Napoleon, maar bleef zich afzijdig houden van de patriottische inspanningen om de verschillende delen van Duitsland te verenigen in een natie. Bovendien pleitte hij in plaats daarvan het onderhoud van kleine Vorstendommen geregeerd door welwillende despoten. Goethe's invloed verspreid over Europa, en voor de volgende eeuw zijn werken waren een belangrijke bron van inspiratie in de muziek, drama, poëzie en filosofie. In het begin van zijn carrière, maar hij vroeg zich af of het schilderen zou kunnen zijn ware roeping; laat in zijn leven sprak hij de verwachting uit dat hij uiteindelijk zou worden herinnerd voor vooral zijn werk op kleur.

Er was ook nog een "Fremdenloge" voor buitenlanders, waar deze avond onder meer een Poolse dichter en een onmetelijk rijke Russische graaf zaten. Voorafgegaan door de opperhofmaarschalk schreden nu Sophie en Sascha binnen. Sophie zag er beeldig uit in een champagnekleurige satijnen avondjurk met kerserode strikjes. Als sieraden droeg ze parels in haar oren en een kleine tiara op haar haar. De kunstenaar van de avond, Franz Liszt, werd nu aan de Erfgroothertogin voorgesteld. Sophie reikte hem de hand en zei vriendelijk: "Ik ben erg benieuwd, hoe het temperament van een Hongaar die in Parijs is opgevoed het gevoelig sentiment van de Duitser Goethe zal vertolken!" (Liszt zou o.a. liederen van Schubert op tekst van Goethe spelen). Liszt lachte vrolijk, en boog. Sophies schoonmoeder, Maria Paulowna, wenkte haar even toe: "Weet je wat ik graag zou willen?", fluisterde ze Sophie toe,"Dat Liszt in Weimar komt wonen en zo het muziekleven in onze stad op een hoger peil kan brengen!" Sophie keek verrast: "Dat zou fantastisch zijn! Maar of hij zoiets zou doen...?" En inderdaad zou Liszt later Weimar als zijn domicilie kiezen, mede door de steun die hij kreeg van de Groothertogelijke familie!

Toen Franz Liszt zijn vriend Richard Wagner in Weimar introduceerde, was de familie van Saksen-Weimar meteen enthousiast over zijn muziek, ook al was die zo anders dan men gewoon was. Sophies schoonmoeder besloot de lege plaatsen in de concertzaal met vrijkaarten op te vullen, toen Wagner de eerste opvoering van zijn opera Lohengrin zou dirigeren. Het heeft haar heel wat geld gekost, want de bewoners van Weimar waren niet zo "modern" als de hun Heersers! Sophie zelf had dolgraag bij de Lohengrin willen zijn, want zij bewonderde Wagner (die overigens later met de dochter van Liszt trouwde) zeer. Helaas was haar vader, koning Willem II, in 1849 plotseling overleden en moest zij voorlopig rouw houden. Intussen was Sophie begonnen zanglessen te nemen van de grote Liszt. Deze deed dat met veel genoegen, want hij vond dat de Oranjeprinses muzikaal begaafd was. Aan een goede vriendin schreef hij in 1848: "Naast mijn omvangrijke werk aan het theater moet ik ook de wekelijkse concerten aan het hof voorbereiden en regelen. Ik geef erfgroothertogin Sophie vier, soms vijf uur zangles per week. De Prinses is zéér intelligent en heeft een mooie stem".


Franz Listz op latere leeftijd

Franz Liszt (Hongaars: Liszt Ferencz, in de moderne gebruik van Liszt Ferenc, 1859-1867 officieel Franz Ritter von Liszt) (22 oktober 1811-31 juli 1886) was een 19e-eeuwse Hongaarse [componist , virtuoos pianist en leraar. Franz Liszt was een zoon van met Marie Anna Lager en Adam Liszt op 22 oktober 1811, in het dorp Doborján (Duits: Raiding). Liszt werd beroemd in heel Europa tijdens de 19de eeuw voor zijn grote vaardigheid als een performer. Hij werd door zijn tijdgenoten geprezen als een van de technisch meest geavanceerde pianist van zijn leeftijd en misschien wel de grootste pianist aller tijden. Franz was ook een belangrijke en invloedrijke componist, een opmerkelijke pianolerares, een dirigent die in belangrijke mate bijgedragen aan de moderne ontwikkeling van de kunst, en een weldoener voor andere componisten en uitvoerende kunstenaars, met name Richard Wagner, Hector Berlioz, Camille Saint-Saëns, Edvard Grieg en Alexander Borodin. Als componist, Liszt was een van de meest prominente vertegenwoordigers van de "Neudeutsche Schule '('Nieuwe Duitse School').

Hij liet een uitgebreid en divers oeuvre, waarin hij invloed op zijn forward-looking tijdgenoten en verwachte aantal 20e-eeuwse ideeën en trends, na. Enkele van zijn meest opmerkelijke bijdragen waren de uitvinding van het symfonisch gedicht,het ontwikkelen van het concept van de thematische transformatie als onderdeel van zijn experimenten in muzikale vorm en het maken van radicale ommezwaai in harmonie. Liszt's grootvader was een opzichter op verschillende Esterházy landgoederen, hij kon de piano, viool en orgel. De familie van Liszt werd verspreid over heel Oostenrijk en Hongarije en geleidelijk verloor men het contact met elkaar. Liszt's vader speelde piano, viool, cello en gitaar. Hij was in dienst van Prins Nikolaus Esterházy II en en kende Haydn, Hummel en Beethoven persoonlijk. Op zesjarige leeftijd, Franz begon aandachtig te luisteren naar het pianospel van zijn vader en toonde interesse in zowel religieuze als Roma-muziek. Adam leerde hem pianospelen op de leeftijd van zeven en Franz begon te componeren op een elementaire manier toen hij acht was. Al die jaren dat Liszt in Weimar woonde en werkte, had hij het erg druk. Elke zondagochtend gaf hij een pianoconcert vlakbij het Groothertogelijk paleis. Sophie en haar man waren daarbij vrijwel altijd aanwezig. Weldra genoten deze zondagochtend concerten wereldberoemdheid, zowel vanwege het hoge peil ervan als ook vanwege de vele beroemdheden die ze opluisterden.

Sophie en haar man vonden dat juist een van de aantrekkelijkheden van deze zondagsconcerten: ongedwongen konden ze praten met interessante en artistieke personen vanuit heel Europa.Hans Christian Andersen bijvoorbeeld maakte op deze wijze kennis met het echtpaar; regelmatig zou hij op hun paleis te gast zijn. Zo zorgde de stimulerende kracht van het Groothertogelijk paar ervoor dat Liszt in Weimar woonde en dat deze stad een algemeen erkend muziek-en cultuurcentrum werd. Maar de zo veelzijdig geïnteresseerde Sophie zorgde er natuurlijk ook voor, dat haar eigen kinderen een goede muziekopvoeding kregen.

Niet alleen Liszt, ook zijn leerlingen en collegae hielden zich hiermee bezig. Eén zoon en drie dochters had Sophie gekregen. De zoon Karl August zou echter nog vóór zijn vader sterven, zodat Sophies kleinzoon (Karl Augusts zoon) later Groothertog van Saksen-Weimar werd. De láátste, want na de Eerste Wereldoorlog werd het land een republiek die zich aansloot bij Thüringen (nu Oost-Duitsland). Van haar drie dochters Marie Alexandrine, Sophie en Elisabeth overleed de tweede op achtjarige leeftijd. Haar dood dompelde het Vorstenhuis in diepe rouw. Vooral Sophie was er enige tijd erg van over haar toeren. Haar dochtertje had een afschuwelijke oorontsteking opgelopen, waar de artsen machteloos tegenover stonden. De kleine Sophie leed ondraaglijke pijnen, maar men kon niets doen. Ononderbroken zat Sophie aan het bed van de zieke, hopend op een wonder. Maar ten slotte overleed dit kind toch. Sophie heeft het verdriet hierover nooit helemaal kunnen verwerken.

Kort hierna was er opnieuw een sterfgeval in de vorstelijke familie: Maria Paulowna, Sophies schoonmoeder, stierf vrij onverwacht. Samen met haar drie kinderen was Sophie nog de avond vóór de verjaardag van de Groothertog bij haar schoonmoeder op bezoek geweest. Volgens Russisch gebruik (Maria Paulowna was een tsarendochter!) werden aan de vooravond van een verjaardag de cadeaus uitgereikt. Daarna was het de gewoonte om samen te eten. De avond was erg geslaagd geweest, ook al was Maria Paulowna de laatste tijd wat ziek. Samen met haar man, reed Sophie terug naar het paleis (de kinderen waren al eerder naar huis gebracht), toen zij plotseling werden ingehaald door een officier, die hen de droevige en onverwachte mededeling deed, dat de Grootvorstin Maria Paulowna was gestorven.

Enkele jaren daarvoor was Sophie's schoonvader ook al overleden en haar man was hem opgevolgd als regerend vorst van Saksen-Weimar. De begrafenis was indrukwekkend geweest en ook opmerkelijk: Sophies schoonouders hadden zich namelijk niet alleen voor muziek, maar ook voor de literatuur zeer ingezet. Goethe en Schiller hadden in Weimar gewoond en gewerkt. Sascha's vader had zijn bewondering voor deze dichtervorsten voor eeuwig willen vastleggen en daarom had hij bepaald, dat zowel Goethe als Schiller zouden worden bijgezet in het mausoleum van de Groothertogelijke dynastie. Zo werd de overleden Hertog nu niet alleen naast zijn eigen ouders maar ook naast deze grote Duitsers begraven. Inmiddels had Groothertogin Sophie zich zeer verdiept in de werken van Goethe en Schiller. In Weimar leefden de twee kleinzoons van Goethe, Wolfgang en Walther, die enigzins gebukt gingen onder de schaduw van hun zo beroemde grootvader.

Zij waren niet getrouwd en woonden samen in het grote Goethehuis. Beiden leidden een enigzins zonderling leven. Wél bewaakten ze met argusogen hun kostbare erfenis: de nagelaten papieren van hun grootvader! Niemand werd hier toegelaten, zelfs de Groothertog niet. Sophie's man had al eerder geprobeerd deze waardevolle papieren met een nationaal belang van de broers te kopen maar dat was niet gelukt. Alleen met Sophie onderhielden de broers een redelijk vriendschappelijke band. De Koning van Pruisen en de Koning van Beieren, deden in die jaren ook een poging de documenten te bemachtigen, doch Wolfgang en Walther gaven niet toe. In 1883 overleed Wolfgang, twee jaar later gevolgd door zijn broer Walther von Goethe. Tot grote verrassing van iedereen bleek Walther zijn kostbare bezittingen aan Groothertogin Sophie, Prinses van Oranje-Nassau, te hebben nagelaten. Zo was de strijd om om Goethes erfenis plotseling beëindigd-en iedereen was er gelukkig mee.

Moge Uwe Koninklijke Hoogheid deze nalatenschap aanvaarden als een teken van mijn innig gevoeld geloof in Haar zegenrijke toewijding aan deze voor mij heilige zaak, zo stond er in het testament.


Oude gotische Zaal (1742) en Nieuwe Gotische zaal

Het was in deze zgn. Gothische Zaal van het paleis op de Kneuterdijk dat Sophie van Oranje in 1742 in het huwelijk trad met haar neef, de (erf)Groothertog van Saksen-Weimar. Deze zaal is gerestaureerd en behoort nu tot het Raad van State-complex. Zo was de strijd om om Goethes erfenis plotseling beëindigd-en iedereen was er gelukkig mee. Sophie was natuurlijk zeer ontroerd door dit blijk van vertrouwen. "In heb geërfd; Duitsland en de hele wereld ervan met mij", zei ze meteen na het bekend worden worden van het grote nieuws.

Ze was 61 jaar oud toen dit gebeurde en vanaf dit moment zou ze zeer veel tijd besteden aan de naar haar genoemde "Sophienausgabe": de bewerking van de vele documenten en, veel later, de uitgave ervan. Van haar eigen geld liet Sophie een archief bouwen om Goethes literaire nalatenschap in onder te brengen.

Onder haar eigen toezicht werden vervolgens alle geschriften geordend en gecatalogiseerd. Ze hielp er zelfs ijverig aan mee. In grote wasmanden liet ze de handschriften naar haar paleis overbrengen, waar ze vrijwel alle persoonlijk bekeek. "De papieren waren zó stoffig dat ik bij dit werk, dat maanden geduurd heeft, steeds handschoenen moest aantrekken!", schreef ze in een brief.

Vier jaar na de dood van Goethe kreeg Sophie nóg een erfenis. Kennelijk had men een groot vertrouwen gekregen in haar deskundige behandeling van de Goethe-nalatenschap want de klein-en achterkleinkinderen van Schiller, hadden besloten alle oorkonden en manuscripten van deze dichter ook aan Sophie over te doen.

Vanaf dat moment heette het archief te Weimar het "Goethe-Schiller-Archiv". In 1892 waren Sophie en Karel Alexander vijftig jaar getrouwd. In Nederland werd dit feit groots gebracht. Nu het Oranjehuis zo klein was geworden (Wilhelmina was Koningin en verder was er in ons land niemand meer, behalve haar moeder Emma), was Sophie de eerst aanwezige om als Kroonprinses te fungeren. Bij een overhoopt overlijden van de zeer jonge Koningin Wilhelmina, zou zij de eerste opvolgster van de troon worden.


Groothertogin Sopie en Groothertog en Karl Alexander van Sachsen-Weimar

Juist door deze nauwe band met ons volk, werd er altijd veel aandacht aan het leven van Prinses Sophie geschonken. Vier jaar na haar gouden bruiloft logeerden Prinses Sophie en de Erfgroothertog van Saksen-Weimar voor het laatst samen in Nederland: eerst op Soestdijk, bij de zestienjarige Koningin, later in 's-Gravenhage. Een jaar later overleed Sophie toch nog vrij onverwacht. Haar man Karel Alexander overleefde haar nog vier jaar. De dood van hen beiden bracht in ons land verslagenheid teweeg: zowel Sophie als haar man waren hier zeer gerespecteerd en geliefd. Tot de geboorte van Prinses Juliana in 1909 bleef ons vorstenhuis met het Huis van Saksen-Weimar hecht verbonden. Na de dood van Sophie waren namelijk de kinderen van haar dochter Marie Alexandrine mogelijke troonopvolgers van de troon der Nederlanden!

Wilhelmine Marie Sophie Louise (Den Haag, 8 april 1824 – Weimar, 23 maart 1897), Groothertogin van Saksen-Weimar-Eisenach, Prinses der Nederlanden, Prinses van Oranje, Kroonprinses der Nederlanden (1890-1897), was de enige dochter van koning Willem II der Nederlanden en Anna Paulowna. Zij bracht een gelukkige jeugd door op Paleis Soestdijk en het jachtslot in Utrecht en werd door haar vader op relatief moderne wijze opgevoed. Tijdens haar opvoeding werd haar meer geleerd wat zij niet moest doen, dan wat ze wel moest doen. Hierdoor had ze een kleine leerachterstand. Eind jaren dertig werd Sophie zwaar ziek. Om op krachten te komen, ging ze samen met haar moeder naar Weimar toe. Hier ontmoette ze erfgroothertog Karel Alexander van Saksen-Weimar-Eisenach. Toen hij op zijn beurt in 1841 in Nederland kwam, werden zij tijdens een tocht door Friesland verliefd. Ze huwden op 8 oktober 1842 in het paleis aan de Kneuterdijk in Den Haag. Karel Alexander was haar volle neef, zoon van de toenmalige Groothertog Karel Frederik en Maria Paulowna, een zuster van Anna Paulowna. Hiermee werd Sophie schoonzuster van de latere Duitse Keizer Wilhelm I (de zuster van haar man was met hem getrouwd).

Uit Sophie’s zeer succesvolle huwelijk met Karel Alexander werden de volgende kinderen geboren:

  1. Karel August Willem Nicolaas (31 juli 1844 – 20 november 1894), gehuwd met Pauline van Saksen-Weimar-Eisenach en vader van groothertog Willem Ernst
  2. Marie Anna Alexandrine Sophie (20 januari 1849 – 6 mei 1922), gehuwd met Hendrik VII Reuss
  3. Maria Anna Sophia Elisabeth (Sophie) (29 mei 1851 – 26 mei 1859)
  4. Elisabeth Sibylle Maria Dorothea (28 februari 1854 – 10 juli 1908), gehuwd met Johan Albrecht van Mecklenburg-Schwerin,zoon van Frederik Frans II van Mecklenburg-Schwerin.

In oktober 1892 vierden Sophie en Karel Alexander hun gouden bruiloft. Er werd een grote bijeenkomst gehouden. Namens Nederland waren Wilhelmina en Emma aanwezig. Op deze reünie ontmoette Wilhelmina voor het eerst haar latere man, Prins Hendrik. Hij was hier ook bij aanwezig omdat zijn halfbroer getrouwd was met de dochter van Sophie, Elisabeth. Door de dood van haar dochtertje Sophie versomberde haar leven in een snel tempo. In 1894 stierf haar oudste zoon, dit trof haar zeer zwaar. Sinds dat moment ging haar gezondheid langzaam achteruit, en verergerde bovendien haar allergische kwaal. In 1894 zei zij o.a.: "Ik heb onuitputtelijk veel geleden".