Prinsen van Oranje Nassau
Bijzetting Prinses Anna van Hannover
Op de 25ste van de sprokkelmaand in het jaar 1759 werd het ontzielde lichaam van de Vrouwe Gouvernante bijgezet in de Koninklijke Grafkelder in de Nieuwe Kerk te Delft. Zij was de weduwe van Prins Willem IV van Oranje en Regentes voor haar zoon Prins Willem V. Anna werd geboren op 2 november 1709 te Hannover. Ze was het tweede kind van de latere Koning George II en Koningin Caroline van Brandenburg-Ansbach. Na de huwelijkssluiting in 1734 in Londen met Willem Carel Hendrik Friso, Prins van Oranje, Graaf van Nassau-Dietz etc. - de latere (erf)stadhouder Prins Willem IV - reisde zij met haar echtgenoot vanuit Londen over de Noordzee.
Vervolgens via Amsterdam per jacht over de Zuiderzee, om via Harlingen in Leeuwarden te belanden waar zij het onderkomen van vele generaties Friese stadhouders uit het huis Nassau-Dietz betrok. Namelijk het Stadhouderlijke Hof (thans een hotel) vlak bij het oude stadhuis van de Friese hoofdstad. Toen haar echtgenoot eerst tot stadhouder van Groningen, Drenthe, Gelderland en Friesland en in 1747 tot erfstadhouder en tot kapitein-generaal en admiraal van de Unie werd benoemd - dus van de gehele Republiek der Verenigde Provinciën - verhuisde de stadhouderlijke familie met vrijwel de gehele hofhouding (ca 120 personen) van Leeuwarden naar Den Haag, naar paleis Huis ten Bosch. De stadhouderlijke kwartieren aan het Binnenhof functioneerden als representatieve ambtswoning.
Het echtpaar kreeg vier zoons en een dochter.
Na jaren van opvoeding en Gouvernante zijn voor haar zoon Prins Willem V van Nassau-Dietz kwam ook aan haar leven een einde. Anna van Hannover stierf in 's-Gravenhage op 12 januari 1759 en werd op grootse wijze bijgezet in de Grafkelder van Oranje-Nassau in de Nieuwe Kerk in Delft. Hertog Lodewijk Ernst van Brunswijk nam de opvoeding van erfstadhouder Willem V op zich tot zijn meerderjarigheid in 1766. Onderstaand een impressie van de bijzetting.
In haar leven was de Prinses een educatieve en scherpzinnige vrouw. Ook kon haar doortastendheid gepaard gaande met een groot verantwoordelijkheidgevoel niet worden ontzegd. Tel daarbij op het gegeven van een noeste en harde werker was en het beeld van de Prinses was compleet. Zij ging met haar tijd mee, wat te merken was aan het inenten van haar kinderen tegen de gevreesde pokken (een nieuwigheid in die tijd)
Anna was een expressionistisch mens. Zij was begifted met opmerkelijke kwaliteiten, zoals een meer dan goed schilderstalent. De Prinses zong uitstekend en bespeelde diverse muziekintrumenten als de clavencimbel als ook de kwarsfluit. Voor die tijd de geijkte instrumenten. Voorts spreidde Anna behoorlijk veel compneertalten ten toon dat resulteerde in een fraaimuziekboek met instrumentale bewerkingen van aria's voornamelijk afkomstig van haar leermeester de later zeer beroemd geworden componist Friedriech Händel. Zelfs liet zij een verzameling fluitcomposities na.
Bovendien schreef de Prinses prachtige brieven zodat een zeker schrijverstalent haar niet worden ontzegd. Ook zorgde Anna ervoor dat haar zoon, Willem V de beschikking kreeg over een door haar geinitieerd naturaliënkabinet. Met naturaliën of naturalia worden (onderdelen van) bijzondere planten en dieren bedoeld. In latere jaren werd deze bezameling zo bekend dat diverse beroemde geleerden afkomstig uit binnen- en buitenland dit bezochten. Met de Pruisische Kroonprins, de latere Koning Frederik de Grote, die haar en haar echtgenoot in 1738 bezocht in zomerresidentie Paleis Soestdijk, onderhield zij een levendige correspondentie voornamelijk over muzikale onderwerpen. In een brief aan Voltaire, volgend op het zomerse bezoek aan het echtpaar, roemde Frederik de Grote de levensbeschouwelijke en filosofische diepzinnigheid van de Prinses en haar man.
De Prinses werd in de loop van de jaren de belangrijkste politieke adviseur van haar man. Het ging zover dat zij de politieke beslissingen voor haar inmiddels doodzieke man nam. Bij de dood van Prins Willem IV was hun zoon Prins Willem V nog niet oud genoeg om zijn vader op te volgen. Anna werd Regentes van de nieuwe Erfstadhouder met de titel van Gouvernante. Dat zette bij sommigen kwaad bloed en men trachtte de Hertog van Brunswijk op die stoel te krijgen, hetgeen jammerlijke mislukte en de Prinses bleef zitten waar zij zat.
Anna van Hannover stond bekend om haar redelijk grilig karakter. Ook werd zij omschreven als vreemd, heftig, trots, heerszuchtig, vals, dwaas en ijdel. Ook stond de Prinses bekend als absolutistisch en bepaald willekeurig. Niettegenstaand dat gegeven heeft Anna tot het laatst toe haar plichten vervuld.