De Huizen van Oranje en Nassau

Ville d'Orange (F)
Vlag BelgieVlag NederlandGouden KroonGouden KroonVlag LuxemburgVlag Duitsland
Bronvermelding

Het Huis van Oranje

Guilhem d'Orange

Orange is een prachtig stadje in de Vaucluse ongeveer twintig kilometer ten noorden van Avignon en gelijk Parijs heeft het een Arc de Triumphe. Orange is een verbastering van Arausio. Dat was de naam van een Keltische watergod en ook de naam van een naar hem genoemde Keltische nederzetting, waar de Romeinen in 105 BC verpletterend verslagen werden door Cimbren en Teutonen. In het jaar 35 voor Christus werd daar door de veteranen van het Tweede Gallisch-Romeinse Legioen een nederzetting gesticht. Deze verzamelingen Romeinse gebouwen kreeg vooralsnog de naam"Colonia Julia Firma Secundanorum Arausio"en werd later de ons bekende stad Orange. Afbeeldingen van fruit in de Vlag en het Wapen van Orange wijzen naar streekproducten, buiten de wijn, en staan bekend als het 'Orange fruit' dat veelvuldig in het gebied van de Vaucluse, onderdeel van de Provence, wordt gekweekt. Thans heeft de stad rond de 30.000 inwoners, een Nationaal Monument de kathedraal Notre-Dame-de-Nazareth. De bekende Arc en het beroemde Romeinse Theater staan sinds 1981 op de lijst van hetWereld erfgoed van de UNESCO.

Heraldisch Wapen Orange

Het is ook de warmste stad van Frankrijk. In de 4e eeuw werd het een Bisdom. Vervolgens werd het een Graafschap en 400 jaren later veroverde Guilhelm(Willem) een edel- en leenman van Karel de Grote, Orange en werd het een Prinsdom in het zuiden van Frankrijk dat tot 1711 zelfstandig was. Het grensde in het westen via de Rhône aan Frankrijk en werd aan alle andere zijden omsloten door het Comtat Venaissin. Het gebied Orange heeft de geschiedenis die veel ouder is als die van het geslacht Nassau's.

Zoals reeds vermeld was de stad van grote betekenis in de tijd van de Romeinen. Vele Romeinse oudheden herinneren aan die glorieze tijd. De eerste Graaf van Oranje was, volgens de overleving, Willem met de Hoorn (Guilhelm, of Guillaume au Court Nez), een hoveling van Karel de Grote, die zich verdienstelijk zou hebben gemaakt met het verdrijven van de Moren uit het Rhone-dal en de stad Orange in 793 op het Arabische volk de Saracenen heroverde.

Als deel van het oude Koninkrijk Bourgondië, behoorde het Graafschap sinds 1032 tot het Heilige Roomse Rijk. Maar over de geschiedenis van het ontstaan van het Prinsdom hangen sluiers en die werden langzamerhand opgelicht als in de 12e-eeuw de Heren van Baux, stammende uit de Provence het gebied in eigendom verkrijgen. Over het ontstaan van het geslacht Baux zijn heel weinig verdere gegevens bekend. Het Gravenhuis Baux, splitste zich in 1150 in twee linies, waarvan er een in 1163 door Keizer Frederik Barbarossa I in de Rijksvorstenstand werd verheven. Het territorium van deze laatste tak kwam na de dood van Raimbaud III via diens zuster Tiburge III toe aan haar echtgenote Bertrand I van Baux.

Het gebied van de Grafelijke tak werd aanvankelijk afgestaan aan de Johannieterorde - een Maltezer Orde - , maar Bertrand III herenigde geheel Oranje in 1308. Het was een klein gebied Orange, dat dankzij de Keizer als Prinsdom werd erkend en waarvan de heerser voortaan soeverein Vorst was. De Prins diende zich bewust te zijn van het feit dat zijn gebied, grenzende aan de Pauselijke grondgebied Comtat enasissin, een enclave vormde, open lag voor grote gevaren die inderdaad niet zijn uitgebleven. Juist die Soevereiniteit gaf de problemen en daarmede de grote aantrekkingskracht weer. Internationaal bezien stond de Prins van Oranje hoger op de Adellijke ladder dan zijn neven van Nassau.

Mede daarom nam Jan III zowel als later Rene van Chalon, deze titel in de eerste plaats aan. Bovendien was de rang van Prins ook voor zijn opvolgers het meest interessant van alle nog verkrijgende titels. Samenvattend kan men stellen dat Jan III (oom van Renatus) en Renatus van Nassau (René van Châlon) Prins van Oranje werden dankzij vererving van goederen. In de jaren erna werd diens opvolger (Willem I, "de Zwijger" Prins van Oranje en Nassau) niet alleen Prins van Oranje maar tevens Prins van Oranje-Nassau. De verwachtte samenvoeging van beide geslachten is hier feitelijk ontstaan. Duidelijk was dat het geslacht van Oranje zich niet zo heeft ontwikkeld als dat van Nassau, dat in de tijd van Keizer Karel V zich manifesteerde, terwijl er geen sprake was van het geslacht der Oranjes (d'Orange). Na de dood van Raimond V van Baux erfde diens dochter Maria het Prinsdom.

Via haar gemaal Jan III van Chalon kwam het gebied aan het Huis Châlon en met het sterven van de laatste telg van dit geslacht, Philibert, aan diens neef Renatus van Nassau (René van Châlon), de zoon van zijn zuster Claudia en Hendrik III van Nassau-Breda. Onder René werd Oranje als twistappel tussen Karel V en Frans I verschillende malen door Frankrijk bezet. Omdat ook hij kinderloos was, benoemde hij zijn neef Willem van Nassau tot opvolger. Deze Guilhelm d'Orange geldt als de stamvader van de Oranjes en dus van het huidige Vorstengeslacht van het Koninkrijk der Nederlanden. Over de afkomst van deze Guilhelm d'Orange, wordt nog altijd gediscussieerd door historici.

Hij zou van Joodse of Mengrovische afkomst zijn. En werd tot twee keer toe heilig verklaard door het Vaticaan. Hij kreeg daardoor verschillende namen, w. o. Sint Willem van Oranje, ook Willehalm, Guilhelm, Guillaume's (9de eeuw). Zijn feestdag wordt op 30 april gehouden. Guilhelm (Willem) d'Orange, of Willehelm was ook Graaf van Razès, Toulouse, Barcelona en tevens Hertog van Aquitanië. Hij zou de Arabische en Hebreeuwse taal hebben beheerst en de Leeuw van Judah zou op zijn schild hebben geprijkt. Guilhelm was een belangrijke leenman en strijder aan het hof van Karel de Grote. Dat was de toen heersende Vorst. Guilhelm werd opgevolgd door Bertrand-Rambauld, Graaf d'Orange en Nice. Die leefde tussen 1034 en 1097. Zijn zoon Rambauld II (ca. 1066), Graaf van Orange, was een van de aanvoerders van de eerste kruistocht van 1096 naar Antiochië (Turkije) en Jeruzalem.


Guilhelm d'Orange

Hij had nog even tijd en daardoor was zijn dochter Tiburge d'Orange (1107-1173). Het Prinsendom van Orange ontstond pas in 1163 in het zuiden van Frankrijk en was volledig omsloten door Frankrijk. Met toestemming van de Duitse Keizer Frederik Barbarossa I, mocht het Graafschap zich enPrinsendom noemen. Het was niet groter dan zo'n 300 vierkante km. Dat Orange zich een Prinsendom mocht noemen en soeverein was, bracht een belangrijke status met zich mee. De Prins van Orange stond op gelijke voet met de andere Europese vorsten.

Het heersende geslacht werd met uitsterven bedreigd en via huwelijk, kwam het voor de helft in handen van het Huis van Montpellier. In 1189 kreeg het Huis van Baux het Prinsendom in zijn bezit. En Bertrand I van Baux die was getrouwd met de laatste Prinses van Orange, werd vrolijk Prins van Orange. De laatste Prins van Orange uit het Huis van Baux was Raimond V en hij leefde van 1340 tot 1393. Echter Raimond V had maar een dochter, Maria.

Deze dochter trouwde met Jean III van Hâlon. Het gebied van deze laatste tak kwam na de dood van Raimbaud III via diens zuster Tiburge III toe aan haar echtgenote Bertrand I van Baux Het gebied van de Grafelijke tak werd aanvankelijk afgestaan aan de Johannieterorde -een Maltezer Orde -, maar Bertrand III herenigde geheel Orange in 1308. En Bertrand I van Baux die was getrouwd met de la atste Prinses van Orange, werd vrolijk Prins van Orange.

De laatste Prins van Orange uit het Huis van Baux was Raimond V en hij leefde van 1340 tot 1393. Echter Raimond V had maar een dochter, Maria. Deze dochter trouwde met Jean III van Chalon. Deze erfde het Prinsdom en daardoor kwam het dus in het bezit van het Huis van Chalon terecht. Zo kwam de titel van Prins van Orange in het Huis van Chalon. Philibert van Chalon was de laaste van zijn generatie. Hij kreeg al snel moeilijkheden met de Franse Koning, die het Prinsdom wilde inlijven. Philibert des Chalon-Orange, zocht daarom hulp bij Keizer Karel V.


Het Prinsdom in 1547

Helaas mocht dat niet baten, want Koning Frans I van Frankrijk nam vrolijk Orange in beslag en zette Philibert van 1524 tot 1526 gevangen. Bij de vrede van Madrid liet men Philibert weer vrij en hij begon aan een korte maar schitterende loopbaan in het leger van Karel V. Na de dood van Raimond V van Baux erfde diens dochter Maria het Prinsdom. Via haar gemaal Jan III van Chalon kwam het aan het Huis Chalon en met het sterven van de laatste telg van dit geslacht, Philibert, aan diens neef Renatus van Nassau (René van Chalon), de zoon van zijn zuster Claudia en Hendrik III van Nassau-Breda. Onder René werd Orange als twistappel tussen Keizer Karel V en Koning Frans I van Frankrijk verschillende malen door Frankrijk bezet. Omdat ook hij kinderloos was, benoemde hij zijn neef Graaf Willem van Nassau tot opvolger.

Als Opperbevelhebber van het Keizerlijke leger leidde Philibert de beruchte bestorming van Rome; 'Sacco di Roma'. Hierna verdedigde hij Napels tegen de Fransen. Als dank en beloning voor zijn moed, werd hij tot Vice-Koning van deze stad gekroond. Bij de vrede, die in 1529 met de Franse Koning gesloten werd, kreeg hij zijn Prinsdom Orange weer terug. Een jaar later sneuvelde hij op 28 jarige leeftijd bij Flor

ence. Hij liet geen kinderen na. Maar Philibert van Chalon, Prins van Orange had wel een zuster Claudia van Chalon genaamd, die een zoon had. Deze zoon was René van Chalon 1519-1544) en erfde in 1538 van zijn oom de titel Prins van Orange. Hier begon de connectie met het Huis van Nassau. René van Chalon voegde de namen Oranje en Nassau bij elkaar. Hij was de zoon van Claudia van Chalon(1498-1521) en van Hendrik III van Nassau (1483-1538). Dat René, van Chalon werd genoemd kwam omdat zijn moeder van een voornamere familie afstamde dan Hendrik III van Nassau (1483-1538).

De Chalon's waren tenslotte in bezit van het Vorstendom Orange, dat geen leen, maar een soeverein Vorstendom was. Daarom voerde Rene van Chalon het devies "Je maintendrai Chalon" wat door Willem de Zwijger later gewijzigd is in 'Je maintendrai Nassau'.René van Châlon, Prins van Orange en Graaf van Nassau (1538), geboren op 5 februari 1519 te Breda, Stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht (1540), van Gelderland (1543), Heer van de France-Comté, Ridder van het Gulden Vlies (1531) en vooral legeraanvoerder. Hij was de eerste van de Bredase Nassau's die in een strijd sneuvelde. Keizer Karel V wilde zich in de buurt van Parijs vestigen en gaf daarom het opperbevel aan René van Chalon. In 1542 ging René van Châlon de strijd aan met de Franse Koning Frans I.

Tijdens het beleg van Saint Dizier in Champagne werd hij op 17 juni 1544 getroffen door een kanonskogel die hem de rechterschouder verbrijzelde en hem uiteindelijk fataal werd. Zijn praalgraf staat in de St.Pieterskerk te Bar-Le-Duc Op zijn graf prijkt een monument met het half ontvleesd skelet van Rene van Châlon, in de opgeheven hand bevindt zich een kristallen bol waarin het Prinselijk hart heeft gezeten. Het huwelijk van Rene van Châlon, Prins van Oranje bleef kinderloos en toen hij sneuvelde in 1544, erfde zijn volle Duitse neef Willem I (De Zwijger) van Nassau-Dillenburg de titel Prins van Oranje,. Hij werd de Stamvader van het Huis Oranje-Nassau. Het Praalgraf van Rene van Châlon, Prins van Oranjeis niet zijn laatste rustplaats. Die plek is - formeel bezien - , de Grafkelder van de Oranje´s in de Nieuwe Kerk te Breda. Daar rust zijn stoffelijk overschot tot in alle eeuwigheid, zo staat geschreven in het Boek des Levens.


Het Praalgraaf in Bar le Duc

Keizer Karel V bepaalde dat hij de erfenis alleen mocht aanvaarden, als hij katholiek opgevoed werd aan het Keizerlijke hof te Brussel. Onder Willem (de Zwijger) van Nassau-Dillenburg (1533-1584), Prins van Oranje (1544-1584) begon de Vereniging der Nederlanden. Dat was een redelijk ondankbare taak met al die politieke kuiperijen. Want ook in die tijd had men het stiel van politicus al heel aardig onder de knie. Hoofdzaak was dat de jonge Willem van Oranje in het bezit van Rene's erfenis geraakte. Deze bestond uit de Nederlandse goederen, die in de France-Comté lagen ,waar alleen de aanspraken op Chastelbellin betwist werden.

Later ook nog, na de vrede, uit het Prinsdom Orange en de vier Baronieën in de Dauphine. Er werd geen enkel bewijs gevonden, dat de bezittingen in het Hertogdom Bourgondië, hem waren toegevallen. Een zo'n uitgebreid bezit kon niet alleen worden bestuurd door de eigenaar met zijn Baljuwen, Rentmeesters en Secretarissen. Er was een Raad nodig van Rechtskundigen, financiële Deskundigen. Van oudsher had de Graaf van Nassau deze mensen wel in dienst. Daaruit werd een Raad gevormd die later de naam van 'Raad nevens Zijne Excellentie' zou krijgen en een vast lichaam zou worden. Door de uitgebreidheid van de bezittingen van Oranje-Nassau speelde deze Raad een belangrijker rol dan de Edelen in dienst van het Geslacht Oranje.

De opbrengst van deze bezittingen was slechts bij benadering vast te stellen. Vele landerijen, gebieden en andere stukken grond - meeste buiten de Nederlanden - waren verpacht. Een berekening van 880.000 a 1.300.000 livres per jaar zou mogelijk kunnen zijn. Het daaraan gekoppelde vermogen kon men schatten op 14 miljoen livres. Tegenwoordig is dat ongeveer2.6 Miljard Euro. René was dus behoorlijk rijk en zijn huwelijk met Anna, bracht alleen maar meer geld in het laatje van de Orang(j)e's.

Het departement (département) is de derde bestuurslaag in Frankrijk, te vergelijken met provincies in België en Nederland, na het nationale niveau en het (recentere, hogere) niveau van de regio's (région). Departementen zijn op hun beurt weer onderverdeeld in arrondissementen en cantons (kantons), die weer bestaan uit de communes (gemeenten).

Vaucluse
Prinsdom Orange en de vier Baronieën in de Dauphine. Departement Vaucluse

Voorheen was elk kanton steeds deel van een enkel arrondissement, dit is na de herindeling van de kantons, besloten in 2013 en van kracht sinds 2015, niet langer altijd zo. Frankrijk telt 102 departementen: 97 "metropolitane" departementen (die behoren tot de Métropole, het 'moederland' Europees Frankrijk) en vijf overzeese departementen, op eilanden die ver buiten Europa liggen (Franse Antillen en Indische Oceaan nabij Madagaskar) en in Zuid-Amerika.

De Provence is een gebied in het zuidoosten van Frankrijk. De Provence ligt tussen de Middellandse Zee, het Rhônedal en Italië, voor het overgrote deel in de administratieve regio Provence-Alpes-Côte d'Azur. In ruime zin strekt de Provence zich in het westen uit tot voorbij Nîmes (administratief in Occitanië) en in het noorden tot het zuiden van het departement Drôme (Auvergne-Rhône-Alpes). Grote steden in het gebied zijn Marseille, Nice, Toulon, Avignon en Aix-en-Provence. De naam Provence is ontstaan uit het Latijnse provincia. De huidige Provence is het oostelijke deel van het gebied dat als Provincia Romana in 121 v. Chr. deel werd van het Romeinse Rijk. In de vijfde eeuw werd het door de Goten geregeerd.

Dit duurde tot 536, toen de Franken het veroverden. In 713 werd de Provence geteisterd door Moorse plundertochten afgesloten met de Slag bij Avignon in 737. Bij het Verdrag van Verdun (843) en splitsing van Karolingische rijk, werd het toebedeeld aan keizer Lotharius I, heersers van het Midden-Francië. Zijn zoon Karel van Provence maakte er het koninkrijk Provence of Cisjuranisch Bourgondië van, dat een kort leven beschoren was (855-863). Na zijn dood erft zijn broer Lotharius II het kleine noordelijk deel van diens koninkrijk tot aan Vienne. De rest van Karels koninkrijk komt in bezit van zijn andere broer keizer Lodewijk II. Lodewijk II van Italië.

Een wanordelijke periode volgt. Na de dood van Lotharius II, wordt door Karel de Kale en Lodewijk de Duitser de Provence bij het Verdrag van Meerssen (870) opnieuw bij het keizerlijk gebied gevoegd, maar slechts voor korte tijd, want na de dood van keizer Lodewijk II in 875 viel het in handen van de koning van Frankrijk Karel de Kale, alweer voor maar een poosje. Karels zwager Boso V van Provence liet zich in 879 uitroepen tot Koning van het tweede koninkrijk Provence.

De zoon van Boso V, keizer Lodewijk III de Blinde, vertrouwde het bestuur ervan toe aan zijn zwager Hugo van Arles, die het land op zijn beurt overdroeg in 934 aan schoonbroer Rudolf II, koning van Transjuranisch Bourgondië.Het nieuwe geheel werd het tweede koninkrijk Bourgondië-Provence, ook wel Koninkrijk Arles genoemd. Dat bleef bestaan tot de dood van Rudolf III van Bourgondië in 1032. Het graafschap Provence ontstaat uit het huwelijk in 924 van Boso I van Provence, zoon van hertog van Bourgondië Richard I met Bertha (913-965), dochter van Boso III van Arles de broer van Hugo van Arles, en de zwakke macht van Rudolf II van Bourgondië. Bosso II van Arles, mogelijke kleinzoon van Boso III van Arles, zoon van Rotbald I van Provence volgde hem op.

Met het uitsterven van de mannelijke lijn, bereikten Dulcia van Provence en Alfons Jordaan van Toulouse in 1125 een akkoord over de verdeling van het graafschap Provence in een markizaat, graafschap Forcalquier of Opper-Provence en een graafschap Arles of graafschap Provence of Neder-Provence genoemd.Dulcia trouwde met Raymond Berengarius III van Barcelona, waardoor het graafschap Provence onderdeel werd van Kroon van Aragón. Van 1033 tot 1264 maakte het als markizaat en graafschap deel uit van het Heilige Roomse Rijk. Door het huwelijk in 1246 van Beatrix van Provence met Karel van Anjou, zoon van koning Lodewijk VIII van Frankrijk, komt het graafschap toe aan de hertog van Anjou.

In 1388 werden de zogeheten Nizzardische Landen (het achterland van Nizza of Nice) afgestaan door Provence aan Amadeus VII van Savoye van het graafschap Savoye. Het gebied omvatte naast Nice ook Puget-Théniers, dorpen in de valleien van de Tinée en de Vésubie en de dorpen Breglio en Saorgio in de vallei van de Roia. Sinds 1481, na de dood van Karel V van Maine, behoort Provence toe aan Lodewijk XI van Frankrijk en werd deel van het Frankrijk en tot aan de Franse Revolutie was het een zelfstandige Franse provincie.

Stamboom René van Chalon (1519-1544)

Grootouders:

Johan V van Nassau-Dietz (1455-1516)
Getrouwd in 1482
Elisabeth van Hessen (1466-1523)

Jan IV van Chalon-d'Arlay
Getrouwd jaar onbekend!
Filiberte van Luxemburg

Ouders:

Hendrik III van Nassau-Breda (1483-1538)
Getrouwd in 1515
Claudia van Chalon (1498-1521)
René van Chalon (1519-1544)
Getrouwd in 1540

Anna van Lotharingen (1522-1568)

Kinderen:

Maria van Chalon (1544?)

Stamboom Anna van Lotharingen (1522-1568)

Grootouders:

Man, onbekend?

Vrouw onbekend?

Ouders:

Anton II van Lotharingen of Anton de Goede
Getrouwd jaar onbekend!
Renata van Bourbon-Montpensier
Anna van Lotharingen (1522-1568)
getrouwd in 1540
René van Châlon (1519-1544)

Kinderen:

Maria van Chalon (1544?


Anna werd geboren op 25 juli 1522—Diest, 15 mei 1568) Anna was de dochter van Hertog Anton de Goede en Renata de Bourbon-Montpensier. Zij trouwde op 22 augustus 1540 te Bar-le-Duc met René van Chalon (1519-1544), Prins van Oranje. Ze kregen een dochtertje, Maria, dat slechts 3 weken oud werd en na haar overlijden werd bijgezet in de Grote Kerk te Breda. Na de dood van René in 1544 huwde ze op 9 juli 1548 met Filips II van Croÿ-Aarschot, Hertog van Aarschot en Stadhouder van Henegouwen. Met hem kreeg zij een zoon, Karel Filips van Croÿ (1549-1613).

De stad telt twee Romeinse monumenten die op de Werelderfgoedlijst van UNESCO staan:

De Triomfboog


De triomphboog in Frankrijk

Een Triomfboog is ook te vinden in Orange (Frans: Arc de Triomphe d'Orange), Frankrijk. Recent onderzoek heeft uitgewezen dat de boog gebouwd moet zijn tijdens de regeerperiode van Augustus. Het is gebouwd over de voormalige via Agrippa, ter ere van de veteranen van de Gallische Oorlog, en het tweede legioen. Later werd het gereconstrueerd in opdracht van Keizer Tiberius, ter ere van de overwinningen van Germanicus Julius Caesar op de Germanen in het Rijnland. Op de boog staat een inscriptie van de oorspronkelijke naam van Orange (Colonia Julia Firma Secundanorum Arausio). Later kwam daar een inscriptie ter ere van Tiberius bij. De boog was oorspronkelijk gebouwd van grote blokken kalksteen.

Het heeft drie bogen, het centrale deel groter dan de twee buitenste zijden. Het geheel is 19,21 meter hoog en 8,40 meter breed. Elk gedeelte heeft twee halfzuilen in de Korinthische orde. Het ontwerp van de boog in Orange werd later gebruikt voor de Boog van Septimius Severus en de Boog van Constantijn in Rome. De boog is versierd met reliëfs van diverse militaire onderwerpen, zoals zeeslagen en de strijd tegen Germanen en Galliërs. Op een van de afgebeelde veldslagen is een soldaat te zien die een schild, met daarop het wapen van het Legio II Augusta, vasthoudt.

Het Romeinse theater in Orange geldt als een van de best bewaard gebleven theaters uit het Romeinse Rijk. Colonia Julia Firma Secundanorum Arausio was een Romeinse colonia, die in 40 v.Chr. werd gesticht door de soldaten van het Tweede Legioen. Het theater werd in de 1e eeuw n.Chr. gebouwd. Het speelde een belangrijke rol in het stadsleven. Men kon er o.a. kijken naar pantomime, voordrachten van dichters en Attische komedies. Op het podium stonden grootste decorstukken en er konden met behulp van machines allerlei speciale effecten worden gecreëerd. De toegang tot de voorstellingen, die vaak de hele dag duurden, was gratis. Het Romeinse Rijk veranderde gedurende de 4e eeuw sterk onder invloed van het opkomende christendom.

In 391 werd het theater in Orange per officieel besluit gesloten, omdat de kerk bezwaar maakte tegen de in hun ogen onzedelijke voorstellingen. Het theater werd verlaten en verviel in de eeuwen die volgden. In de middeleeuwen werd het gebouw geplunderd door barbaren en diende het als verdedigingspost. Tijdens de religieuze conflicten in de 16e eeuw werd het theater door de burgers gebruikt als toevluchtsoord. Het gebouw diende ook nog als gevangenis tijdens de Franse Revolutie. In de 19e eeuw werd het theater weer gerestaureerd.


Het antieke Romeinse Theater (103 m breed en 36 m hoog)

Het theater is goed bewaard gebleven. Opvallend is dat het 103 meter lange podiumgebouw nog vrijwel intact is, terwijl dit bij vrijwel alle andere antieke theaters geheel is verdwenen. Van de naar schatting 10.000 zitplaatsen zijn er 7.000 hersteld. De bovenste rijen van de tribune zijn niet meer herbouwd. In 2006 is een nieuw dak van metaal en kunststof op het podiumgebouw geplaatst. Het theater staat sinds 1981 op de Werelderfgoedlijst van Unesco, met UNESCO volgnummer 163. Het gebouw voldoet aan de volgende criteria: Het is een zeldzaam overblijfsel van een verdwenen cultuur en het wordt geassocieerd met gebeurtenissen, tradities of geloven van universele betekenis. In 2007 werd de inschrijving voor Orange uitgebreid met de Triomfboog van Orange, die ouder is dat degene die in Parijs staat.

De ongeveer 29.000 inwoners tellende stad Orange vinden we in het Departement (84) Vaucluse. De stad heeft een rijke geschiedenis en heeft aan aantal interessante bezienswaardigheden, waarvan er twee zelfs op de Werelderfgoedlijst van UNESCO staan. Allereerst het Romeinse Theater dat zeer goed bewaard is gebleven en de authentieke Romeinse sfeer goed weet weer te geven. De tweede op de UNESCO lijst is de Romeinse Triomfboog welke gebouwd is ten ere van de veteranen van het Gallische Legioen XI. Naast een bekende wijnbouw streek (Côtes du Rhône) werden hier vroeger ook veel sinaasappelen verhandeld.

Dit heeft bijgedragen aan de Franse benaming voor Sinaasappel (Orange) en hierdoor ook invloed heeft gekregen op de aanduiding van de kleur Oranje. Een interessant feit is dat Willem van Nassau (Willem I) de stad en het Prinsendom in 1544 erfde van zijn neef René van Chalon. Hierdoor werd Willem I, Prins van Orange (Oranje). Nu is Orange lang niet zo bekend meer als eeuwen geleden. Het stadje ligt net naast de snelweg (Route du Soleil) die naar Aix en Provence gaat of naar Spanje De oude huizen van weleer maken langzamerhand plaats voor moderne gebouwen als flats en dicht op elkaar staande eensgezins woningen. Ook hier is bouwgrond duur en dient dus goed en economisch te worden gebruikt. Weinig bekend is dat in Orange een kazerne is gevestigd van de Kepi Blanche (het Franse Vreemdelingen Legioen) oftewel Le legion Etrangere. Daar is het 1e Vreemdelingenregiment Cavalerie gelegerd. Als je Orange doorrijdt richting het Oosten, kom je aan het einde van het stadje de legerplaats tegen met een perfect geklede Legionnair die wacht loopt voor de poort.

OrangeVaucluse
De fraaie fontein in het centrum van Orange en het Romeins Theater.

Vaucluse is een echte Provence streek en ligt in het noordwesten van de regio Provence-Alpes-Côte d'Azur. Een gebied waar het goede leven zich manifesteert in alle vormen en waar een gevestigde Bourgondiër zich snel thuis zal voelen. Naast truffels en meloenen vind je in de streek ook druiven, de meest bezichtigingswaardige wijngaarden vind je bij Châteauneuf-du-Pape, het beroemde wijndorp. Ook cultuur liefhebbers zullen zich prettig voelen in de streek door de vele bezienswaardigheden. Zo vindt men in Vaucluse onder andere de stad Avignon, het Pauselijke Paleis, de Fontaine de Vaucluse en de Mont Ventoux, bij wielrenliefhebbers bekend.

Mont Ventoux Departement Vaucluse
De Mont Ventoux met bovenop de TV-Toren en het Departement Vaucluse ten voeten uit

Maar ook vele overblijfselen van de Romeinse cultuur, zoals bijvoorbeeld bij de opgravingen van Vaison-la-Romaine. Qua natuur biedt Vaucluse een prachtig berglandschap, de Mont Ventoux en ook het regionale park Luberon lijkt de moeite van het bezoeken waard. Vaucluse is ook een populair regio onder golf liefhebbers, het gebied telt meerdere golfbanen die bekend staan om het gebruik van het landschap. Heuvels, veel groen en waterpartijen kenmerken de banen. Vaucluse heeft een inwoneraantal van rond de half miljoen op een totale oppervlakte van 3567 km².