De Huizen van Oranje en Nassau

Dillenburg (D)
Vlag BelgieVlag NederlandGouden KroonGouden KroonVlag LuxemburgVlag Duitsland
Bronvermelding

Het ontstaan der Nederlanden

Gouverneurs der Nederlanden

Niet altijd zijn wij in staat gebleken om diverse namen en juiste data van de stadhouders te achterhalen. De geschiedenis was dan niet volledig en de bewaard gebleven geschriften gaven ook geen inzicht van wie, wat, hoe en waar was in een bepaalde tijdseenheid. Willem V (Düsseldorf, 28 juli 1516 - aldaar, 5 januari 1592), bijgenaamd Willem de Rijke, was Hertog van Kleef, Gulik en Berg, Graaf van Mark en Ravensberg (1539 - 1592) en Hertog van Gelre (1539 - 1543). Willem was de enige zoon van Hertog Johan III van Kleef. Na de dood van zijn vader op 6 of 7 februari 1539 volgde hij hem in deze gebieden op. Om zijn heerschappij zeker te stellen, trouwde hij in 1541 met een nicht van de Franse Koning, Johanna van Albret. Zijn zus Anna van Kleef huwelijkte hij uit aan de Engelse Koning Hendrik VIII. Zoals wij allemaal weten uit die historische verhalen, overleefde zij dat niet.

Wilhelm VCleveJuelich-Kleve-Berg
Johan Juelich von Kleve-Berg, Jülich-Kleve-Berg Territorium en Willem V Jülich von Kleve-Berg

Van 1539 tot 1543 regeerde Willem V ook over de naast gelegen gebieden van Gelre. Na het verdrag van Venlo van 7 september 1543 moest hij dit gebied echter inclusief het graafschap Zutphen afstaan aan de Keizer Karel V. Hierdoor werd Gelre een van de Zeventien Provinciën. Het huwelijk met Johanna van Albret werd geannuleerd. In plaats hiervan trouwde hij met de nicht van Karel V, Maria van Oostenrijk. Zo kwam er een verbintenis met het huis Habsburg. Ondanks deze verbintenis bleef Willem zijn geloof in de humanist Erasmus trouw. Hij bood bescherming aan verschillende humanisten, de theoloog en advocaat Konrad Heresbach, de arts Johann Weyer en de geleerde Stephanus Winandus Pighius.

Willem V van Kleef moet niet verward worden met Willem de Rijke, de vader van Willem van Oranje, die ook Willem de Rijke wordt genoemd, maar die leefde een generatie eerder. Willem trouwde 18 juli 1546 in Regensburg met Maria van Oostenrijk (Praag, 15 mei 1531 – Hambach, 11 december 1581), dochter van Keizer Ferdinand I.



Zij kregen de volgende Kinderen:
Maria Eleonora (Kleef, 16 juni 1550 – Königsberg, 1 juni 1608), huwde op 14 oktober 1573 in Königsberg met Albrecht Frederik van Pruisen (Neuhausen, 29 april 1553 – Fischhausen, 28 augustus 1618).
Anna (Kleef, 1 maart 1552 – Höchstädt, 6 oktober 1632), huwde op 27 september 1574 in Neuburg met Filips Lodewijk van Palts-Neuburg (Zweibrücken, 2 oktober 1547 – Neuburg, 22 augustus 1614) en werd de moeder van Wolfgang Willem van de Palts.
Magdalena (Kleef, 2 november 1553 – Meisenheim, 30 juli 1633), huwde op 4 oktober 1579 in Bergzabern met Johan I van Palts-Zweibrücken (Meisenheim, 18 mei 1550 – Germersheim, 12 augustus 1604).
Karel Frederik (1555 – Rome, 1575).
Elisabeth (1556 – 1561).
Sibylle (26 augustus 1557 – 16 december 1627), huwde op 4 maart 1601 met Aartshertog Karel van Oostenrijk (22 november 1560 – 31 oktober 1618), Vorst van Burgau.
Johan Willem (1562-1609).
Stadhouders van Vlaanderen
?-?: Adrien van Croy-Roeul ?
1559-1568: Lamoraal van Egmont ?
1572-1577: Jan van Croÿ
1577-1583: Filips III van Croÿ-Aarschot
1583-?:

Huis Croÿ

Philip van Croÿ

Huis Croÿ (ook Croy of Croij geheten) was een adellijk geslacht, oorspronkelijk afkomstig uit Picardië. Zij voerden her en der de titels van Heer, Markgraaf, Graaf, Hertog en Prins van verschillende heerlijkheden. De geslachtsnaam was afgeleid van de heerlijkheid Croÿ of Crouÿ aan de Somme in Frankrijk. Crouÿ is nu nog een gemeente in het departement van de Aisne. De oudste bekende telg was Jacob van Croÿ (13e eeuw). De Croÿ's zouden van Koning Stefanus IV van Hongarije afstammen door het huwelijk van diens zoon Marcus met Catharina van Croÿ. Het geslacht dankte zijn rijkdom echter met name aan het huwelijk van Willem van Croÿ (overleden ca. 1364) met Isabella van Renty. Mede dankzij Agnes van Croÿ, minnares van Jan zonder Vrees, maakten de Croÿ's in dienst van de Hertogen van Bourgondië een snelle opgang.

Jan I, Heer van Croÿ, werd stadhouder van Artesië maar sneuvelde in 1415 in de slag bij Azincourt. Zijn oudste zoon, Anton (1385-1475), Graaf van Porcéan en Guînes, werd de stamvader van de tak Croÿ-Aarschot, Hertogen van Aarschot (tak uitgestorven in 1612), en van de tak Croÿ-Rœulx, Heren en later Graven van Rœulx (tak uitgestorven in 1767). De jongere zoon, Jan II, Graaf van Chimay, stadhouder van Henegouwen en Namen, werd de stamvader van de tak Croÿ-Chimay, Graven en Prinsen van Chimay (tak uitgestorven in 1527), en van de tak Croÿ-Sempy, Markgraven van Sempy bij Hesdin. Uit deze laatste tak ontstonden later de tak Croÿ-Solre, Graven van Solre in Henegouwen, nu in Frankrijk vlakbij de Belgische grens. Voorts de tak Croÿ-Renty, Markgraven van Renty bij Sint-Omaars (tak uitgestorven in 1683), en de tak Croÿ-Havré, Hertogen van Havrech of Havré bij Bergen (tak uitgestorven in 1849).

Jacob van Croÿ (1436-1516), zoon van Jan II Graaf van Chimay, studeerde in Keulen, werd kanunnik van Luik, domheer van Keulen en sinds 1502 bisschop van Kamerijk. Van 1477 tot 1494 was hij eigenaar van een landgoed met bijbehorend kasteel in de buurt van Aarle-Rixtel (Noord-Brabant, Nederland) dat naar hem werd vernoemd en nog altijd bestaat: het huidige Kasteel Croy. Naast de al genoemde heerlijkheden, waren sommige takken van de familie onder andere ook Hertog van Soria en Archi (Napels), Graaf van Meghem, Heer van Cresecques, Markgraaf van Warneck, Heer van Fontenoy, Graaf van Buren, Baron en Markgraaf van Molembais. De vrijgezellen in de familie bekleedden macht als aartsbisschop van Toledo of bisschop van Kamerijk, Doornik of Terwaan. August (1765-1822), nazaat van Jan van Croÿ-Solre, had vijf kinderen uit twee huwelijken.

Rond 1850 waren zij de laatste leden van het huis Croÿ. Alle takken van de familie die nu in België, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk en Tsjechië leven, stammen van hem af. De Westfaalse, Boheemse en Franse takken stammen af van de oudste zoon Alfred (1789-1861). Drie Belgische takken stammen af van de tweede zoon Ferdinand (1781-1865),met name: de Croÿ-Solre, de Croÿ-Rœulx (niet te verwarren met de vroegere gelijknamige takken) en de Croÿ-Rumillies. De derde zoon Filips (1801-1871) ligt aan de basis van de Oostenrijkse tak. In Duitsland, Tsjechië en Oostenrijk noemt de familie zich von Croÿ, in Frankrijk en België de Croÿ.

August Filips vader Anne-Emanuel werd door de bepalingen van de Reichsdeputationshauptschluss in 1803 voor zijn aan de Fransen verloren gebieden op de linker Rijnoever gecompenseerd met het graafschap Dülmen (300 km² met 16.000 inwoners). Deze staat werd echter reeds in 1806 gemediatiseerd. In 1815 werd hij als Hertog van Croÿ-Dülmen Standesherr van de Duitse Bond. Telkens de oudste zoon in deze Westfaalse tak noemt zich nog steeds Hertog van Croÿ: August (9e), Alfred (10e), Rudolf (11e), Karl (12e), Karl (13e), Carl (14e). Tot deze tak hoorde ook Isabella, die gehuwd was met Aartshertog Frederik van Oostenrijk.

Bekende leden van het geslacht Croÿ:

Anton van Croÿ (1385–1475), de Grote Croÿ, Bourgondisch staatsman.
Filips I van Croÿ (1435-1511), Graaf van Porcean, stadhouder van Luxemburg Willem van Croÿ (1458-1521),
Heer van Chièvres, Hertog van Soria en Archi, landvoogd van de Nederlanden (een andere Willem was aartsbisschop van Toledo)
Jacob van Croÿ (1436-1516), zoon van Jan II Graaf van Chimay, sinds 1502 bisschop van Kamerijk.
Filips II van Croÿ-Aarschot (1496–1549), neef van Willem, Hertog van Aarschot, stadhouder van Henegouwen.
Filips III van Croÿ-Aarschot (1526-1595), zoon van Filips II, Hertog van Aarschot, stadhouder van Vlaanderen.
Karel Filips van Croÿ-Havré (1549-1613), zoon van Filips II, krijgs- en staatsman.
Karel van Croÿ-Aarschot (1560-1612), zoon van Filips III, krijgs- en staatsman.
Ferdinand van Croÿ-Roeulx (+ 1524), Heer van Roeulx, stadhouder van Artesië.
Adrien van Croÿ-Roeulx (vermoord 1553), Graaf van Roeulx, stadhouder van Vlaanderen en Artesië.
Karel Alexander van Croÿ (1581-1624), Spaans militair.
Ernst Bogislaw van Croÿ (1620-1684), bisschop van Cammin, Brandenburgs stadhouder van Pommeren en Pruisen.
Karel Eugenius van Croÿ-Rœulx (1651-1702), Duits en Russisch militair.
Emanuel van Croÿ (1718-1784), militair, vertrouweling van Lodewijk XV.
Anne-Emanuel van Croÿ (1743-1803), week uit naar het Duitse Rijk, verkreeg in 1803 het Graafschap Dülmen.
August van Croÿ (1765-1822), zoon van Anne-Emanuel, tot 1806 regerend Graaf van Dülmen, stamvader van alle hedendaagse takken.
Isabella van Croÿ (1856-1931), Prinses van Croÿ-Dülmen en later door huwelijk Aartshertogin van Oostenrijk.

Gouverneurs van Opper-Gelre

1502-1522: Reinier van Gelre
1522-1543: ?
1543-1544: René van Châlon
1544-1555: Filips van Lalaing
1555-1560: Filips van Montmorency
1560-1572: Karel van Brimeu
1572-1579: Gillis van Barlaymond
1579-1589: Jan van Argenteau
1589-1592: Marcus de Rye de la Palud
1592-1593: Karel van Ligne
1593-1611: Herman van den Bergh
1611-1618: Frederik van den Bergh
1618-1632: Hendrik van den Bergh
1632-1640: geen
1640-1646: Willem Bette
1646-1652: Jan Koenraard van Aubremont
1652-1680: Filips Balthasar van Gendt
1680-1699: Johan Frans Desideratus van Nassau-Siegen
1699-1702: Filips Emanuel van Hornes

Het geslacht van den Bergh

Willem IV van den Bergh

Graaf Willem IV van den Bergh was, in onze geschiedenis, een van de bekendste telgen uit het geslacht (1537-1586). Deze Graaf was een zoon van Graaf Oswald II van den Bergh (1508-1546) en Elisabeth Hij trouwde in 1556 te Meurs met de oudste zuster van Prins Willem van Oranje, Maria, Gravin van Nassau, van Katoenen, Vianden en Dietz. Tweede dochter van Prins Willem de Rijke en Juliana van Stolberg. Uit dat huwelijk werden 16 kinderen geboren en een daarvan was Willem IV. Deze graaf speelde tesamen met zijn zoons een een niet onbelangrijke rol in de Tachtigjarige Oorlog.

De politiek van Filips II van Spanje was hem onwelgevallig en bracht schade toe aan zijn belangen. Willem IV tekende, tesamen met 200 andere hoge Edelen in 1566 het beroemde Smeekschrift der Edelen.Daar de Spaanse Koning weigerde aan dat verzoekschrift gehoor te geven, brak bovengenoemde oorlog uit. Graaf Willem IV bevocht met wisselend succes het Spaanse Leger. Net als Willem van Oranje vluchtte hij naar Duitsland om de troepen onder bevel van Alva te ontkomen. In 1572 speelde Willem IV een aanzienlijke rol in de tweede invasie die door Prins Willem van Oranje op touw was gezet. Hij veroverde de steden Doetinchem, Zutphen, Zwolle, Kampen en Steenwijk.

Na de Pacificatie van Gent in 1576 keerde graaf Willem IV van den Bergh terug naar de Nederlanden. Hij hoopte Stadhouder van Gelderland te worden maar dat mislukte en die post ging naar zijn zwager Jan van Nassau in 1578. Uit onvrede pleegde hij verraad aan zijn zwager Prins Willem van Oranje. De Graaf zocht contact met Alexander Farnese, de Hertog van Parma. Graaf Willem IV wilde de Spaanse Koning dienen en wenste daarover te onderhandelen met de Hertog. Daar Jan van Nassau voortijdig bedankte voor het Stadhoudersschap, verkreeg de Graaf alsnog die functie. Edoch, gingen de geheime onderhandelingen met de Hertog van Parma rustig door. Triest voor de Graaf, kwam dat verraad in 1583 aan het licht en de Gewestelijke Staten lieten hem en zijn vrouw gevangen zetten.

Door het toedoen van de Prins van Oranje werden ze, wegens gebrek aan bewijs, op vrije voeten gesteld. Van den Berg was uiterst ondankbaar want hij liep alsnog over. Vier van zijn zoons, de Graven Herman (1558-1611), Frederik (1559-1618), Oswald II (15570-1624) en Hendrik (1573-1638) kregen belangrijke militaire posities aan het Hof van de Spaanse Koning en in zijn leger.

Hendrik van den Bergh


Hendrik van den Bergh

Hendrik, Graaf van den Bergh (Bremen, 1573 - 22 mei 1638), heer van Stevensweert, was een Nederlands militair in Spaanse dienst tijdens de Tachtigjarige Oorlog en stadhouder van Spaans Opper-Gelre. Hendrik was de zevende zoon van Graaf Willem IV van den Bergh en Maria van Nassau, de oudste zuster van Prins Willem van Oranje. Als al zijn broers maakte hij carrière in Spaanse dienst. Hij streed onder meer bij Gulik, Breda, Grol en in 1629 bij 's-Hertogenbosch, waar hij de inname door Prins Frederik Hendrik niet kon verhinderen. Onder Ambrogio Spinola onderscheidde hij zich zo, dat hij na het Twaalfjarig Bestand in het leger van Albrecht en Isabella de op een na hoogste commandant werd.

Hierdoor werd hij de leider van de met name adellijke partij die ontevreden was met de overheersende Spaanse invloed in de Zuidelijke Nederlanden. Hij onderhandelde met René van Renesse en Frederik Hendrik en trad door omkoping in 1632 aan de zijde van de stadhouder. In diens Veldtocht langs de Maas speelde hij Roermond en Venlo in Staatse handen. In 1633 werd hij openlijk lid van het Staatse leger, evenwel zonder dat hij bij zijn volgelingen veel navolging vond. Hij stierf in 1638. Hendrik huwde in 1612 met Margaretha van Wittem van Beersel (1582-1627), dochter van Jan van Wittem en Maria Margaretha van Merode.

Uit dit huwelijk werden twee kinderen geboren:

1. Maria Elisabeth II van den Bergh (1613-1671), Markiezin van Bergen op Zoom, gehuwd met Eitel Frederik V van Hohenzollern-Hechingen.
2. Herman Oswald van den Bergh (1614-1622)
Hendrik hertrouwde in 1629 met Hiëronyma Catharina Gravin van Spaur-Flavon (1600-1683), dochter van George Frederik van Spaur-Flavon.

Uit dit huwelijk werden geboren:

1. Elisabeth Catharina van den Bergh (1632-1681), gehuwd met Johan IV van Hohenrechberg-Aichen en met Hans van Rechberg.
2. Amalia Lucia van den Bergh (1633-1711), gehuwd met Paul Jacob van Waldburg-Zeil.
3. Wilhelmina Juliana van den Bergh (1638-1714), gehuwd met Bernhard van Sayn-Wittgenstein en met Karel Eugenius van Croÿ

Bij een andere vrouw verwekte hij nog:

1. Anna Maria Elisabeth van den Bergh (1600-1653), gehuwd met Bernard Albrecht van Limburg-Bronkhorst.
2. Herman Frederik van den Bergh (1600-1669), gehuwd met Josina van Löwenstein-Wertheim.

Stadhouders van Limburg

1542-1572: Jan van Oost-Frieslan.
1572-1574: niemand.
1574-1578: Arnoud Huyn van Amstenraedt.
1578-1579: Christoffel van Mondragon.
1579-1597: Claude van Wittem van Beersel.
1597-1612: Gaston Spinola.
1612-1620: Maximiliaan van Sint-Aldegonde.
1620-1624: Karel Emanuel van Gorrevod.
1624-1626: Herman van Bourgondië.
1626-1632: Hugo van Noyelles.
1632-1635: Staatse bezetting.
1635-1640: Willem Bette.
1640-1647: Jan van Wiltz.
1647-1665: Lancelot Schetz van Grobbendonk.
1665-1685: Johan Frans Desideratus van Nassau-Siegen.
1685-1702: Hendrik Lodewijk Lamoraal van Ligne.
1702-1703: Frans Sigismund van Thurn en Taxis.
1703-1705: Lodewijk van Sinzendorff.
1705-1707: Jan Peter de Goës.
1707-1709: Ferdinand Bertrand de Quiros.
1709-1710: Johan Wenceslaus van Gallas.
1710-1713: Frans Adolf van Sinzerling.
1713-1713: Lodewijk van Sinzendorf.
1713-1714: George van Tunderfeld.
1714-1723: Frans Sigismund van Thurn en Taxis.
1723-1728: Otto van Vehlen.
1728-1754 Wolfgang Willem van Bournonville.


Ernestine Yolande, Prinses van Ligne

Johan Frans Desideratus, Graaf van Nassau-Siegen werd geboren te Nozeroy op 28 juli 1627 en overleed te Roermond op 17 december 1699. Hij was tevens Vorst van Nassau-Siegen en stadhouder van Limburg en Opper Gelre. Johan was de enige zoon van Graaf Jan VIII 'de Jongste' van Nassau-Siegen, Katzenelnbogen, Vianden en Dietz, Markies van Monte-Caballo en Baron van Beilstein (1583-1638) en Ernestine Yolanda van Ligne (1594-1668). In 1612 bekeerde hij zich tot ontzetting van zijn familie tot het Katholisisme. Later trad deze Graaf in Spaanse dienst. Zoals geschreven volgde zijn zoon Johan Frans hem en en deze moest een deel van het Graafschap aan de Protestante tak
van de familie afstaan.


Jan VIII "de jongste" van Nassau-Siegen

Zij kregen de volgende kinderen:

1.Maria (1619-1620).
2.Bij geboorte gestorven dochter (1620).
3.Clara Maria (1621-1695).
4.Ernestine Charlotte (1623-1668), huwde met Maurits Hendrik van Nassau-Hadamar.
5.Lamberta Alberta Gabrielle Ursela (1625-1635).
6.Johan Frans Desideratus (1627-1699), Vorst van Nassau-Siegen.

Johan Frans Desiratius

Johan Frans Desideratus, Vorst van Nassau-Siegen

Johan bleef zijn Protestante familieleden bestrijden en bleef ook de Calvinisten in zijn landsdeel vervolgen. Zijn heerschappij kenmerkte zich door wanbeheer en forse schulden. De Vorst was net als zijn vader Generaal in Spaanse Dienst. In 1652 werd hij in deze Vorstenstand verheven en in 1661 tot Ridder in de Orde van het Gulden Vlies benoemd. Van 1665 tot 1685 was hij Spaans stadhouder van Limburg en van 1680 tot 1699 ook van Opper-Gelre. Lange tijd leefde Vorst Johan in Roermond, alwaar hij overleed in 1699.

Johan Frans Desideratus huwde in 1651 met Johanna Claudia van Königsegg-Rotenfels-Aulendorf (1632-1663). Zij was een hofdame van Keizerin Eleonora Gonzaga. Uit zijn tweede huwelijk (1665) met Eleonora Sophie van Baden (1641-1668), een dochter van Herman Fortunatus van Baden-Rodemachern, werd de troonopvolger Willem Hyacint (1666-1743) geboren. In 1669 trouwde hij voor de derde keer met de Waalse Isabella Clara du Puget de la Serre (1651-1714), dochter van Nicolaas du Puget de la Serre.

Uit dit huwelijk werden geboren:

1.Alexius Andrea Anton Ferdinand Christiaan (1673-1734), Aartsbisschop van Trapezopolis.
2.Frans Hugo (1678-1735), Baron van Ronse.
3.Emanuel Ignatius (1678-1735).

Na de opstand van 1795 kwam er een einde aan het fenomeen van Stadhouder. In het vervolg namen de Landheren zelf het bestuur ter hand, gesteund door de Staten van de diverse Gewesten. Toch bleef het nog lange tijd onrustig in ons gebied. De geschiedenis geeft ook duidelijk de voor's en tegen's weer van wat zich allemaal had afgespeeld tussen Vorsten en Regeringen alsmede het Volk.