





Majesteitelijke Mode
Koninklijke Kleding
In de 17e eeuw ontwikkelde ons land zich tot een voortvarende Natie. Deze periode stond ook wel bekend als de Gouden Eeuw. Een totaal nieuwe
klasse
manifesteerde zich. Jong rijke kooplui. Men ging zich kleden gelijk de Adel dat ded.Deze kooplieden konden de hand leggen op de prachtigste
en de meest
kostbare stoffen. Kleurrijke stoffen waren dat voorzien van veel kant. De oudere generatie hield echter strak en stijf - niet bereid tot
eninge consessie -
vast aan het zongenaamde zwarte Regentenkostuum. Bij de vrouwen zat het haar nog verborgen onder een mutsje. Dat bestond
uit
een ondermuts en
daarop een fraaie siermuts. De mannen droegen een knielange pofbroek. Op het hoofd een hoed gemaakt van beverhaar.
De band om de hoed was
vervaardigd van zilver en vaak versierd met edelstenen. Dit afhankelijk van de rijkom van haar bezitter.
Mode voor Musici 17e eeuw en Hoge Adel, late mode uit 1748.
Meer dan de mannen waren de vrouwen het object van de mode. De kleurige stoffen maakten het mogelijk om ontwerpen te vervaardigen die
schitterend
van kleur en stof waren. Zijde was vooral de stof voor de Hoge Adel, Vorstinnen en Koninginnen. De boezem werd veelal op zijn fraaist
getoond, waarbij
diepe decolleté's heel gebruikelijk waren. De fraaie jurken werden voorzien van een korte mouw en hing n tot op de grond. Amper
zag men de schoenen
van de dame in kwestie, laat staan haar benen. Wijde brede robes gaven de vrouw nog meer aanzien dan zij al had.
Men completeerde het geheel met een
prachtige mantel van zijde. De kinderen was een ander hoofstuk. Deze werden net gekleed als pages.
De meisjes
kregen een jurk a la mama. Op het haar
werd een sierlijk vervaardigd kapje geplaatst van kant. Soms hoog opgetuigd en vastgezet
met lange
spelden, vormde het net een kroon.
Kindermode 18e eeuw en Koninklijke Mode, Madame Henriette.
Mouwen tot net over de ellebogen en het geheel werd afgewerkt met een prachtige mantel die door een mooi koord werd bevestigd. Ziedaar, een
sjieke
kleine dame. Net een prinsesje. De jongen kreeg hoge schoenen met een grotere hak en voorzien van strikken. Dat stond deftig zo werd
geoordeeld.
Zijn kleding bestond uit gekleurde slobkousen, een broek die reikte tot aan de knie. De jas was driekwart lengte in een soort X-vorm
voorzien van lange
wijduitlopende gespleten mouwen waartussen zijde of kant was verwerkt. Alles natuurlijk van de fijnste kwaliteit stof. Was hij van
Hoge Adel dan werd
de jongen voorzien van een steek als hoofddeksel en een sjerp vaneen of andere niet nader gespecificeerde orde.
Het beroemde befje ontbrak uiteraard niet. Stond toch aardig, nietwaar?
Componist W.A. Mozart, kindermode ten tijde van Frans Hals, Engelse mode Gainsborough 18e eeuw,
In de tweede helft van 17e eeuw, Barok geheten, was alle kleding statig en indrukwekkend. Alle versieringen waren zwaar symetrisch van lijn. Men
begon
gebruik te maken van tegenstellingen in de mode. Dat was een nieuwe weg die ingeslagen werd. Niet alleen een contradictie in lijnen maar
ook van
kleuren.
Die kleuren werden tevens dieper en warmer. De mannen zowel als de vrouwen straalden hierdoor macht en trots uit. Iets wat
een mens
kennelijk
toch nodig had op zijn tijd. De befjes waren wederom present en in veel gevallen gemaakt van Brussels kant. Wijde mouwen
voor de
heren
waren in.
De kleuren werden klassiek gehouden. De Hoge Adel kleedde zich ook in tegenstellingen. Felle kleuren werden gebruikt
om op
te vallen.
De heren droegen schoenen met grote gespen, witzijden kousen, een nauw- sluitende kniebroek.
Prachtige pruik en hoepelrok, Koningin Anne van Denemarken en de Franse Koning Lodewijk XIV ook met pruik.
Tegen het einde van de 17e eeuw en het begin van de 18e eeuw, kwamen de pruiken ten tonele. Louis XIV, de Zonnekoning en Koning van Frankrijk,
begon met het dragen van pruiken en zijn hofhouding deed vrolijk mee. Omdat Frankrijk veel macht in Europa had, raakte het gebruik van pruiken al
snel verspreid. In 1680 had Louis XIV al 40 pruikenmakers in dienst, die in Versailles al zijn pruiken ontwierpen. Daarbij een lang en prachtig
geborduurd
vest en
een jas. Een kanten kraag, aangevuld met kanten manchetten en een kleine driekantige steek maakte het beeld compleet.
Men zou het statige
mode
kunnen noemen. Als geen ander wisten zij de modegril van dat moment goed te bespelen. Lange pruiken rondde het
geheel af. Hun vrouwen
droegen
extreem wijde jurken, die versierd waren met kant en linten De taille was zeer smal. Hierdoor leken zij erg slank.
Vooral de kapsels trokken veel
aandacht.
De pruiken weden steeds rijker versierd. Deze konden soms tot grote hoogten stijgen.
Een halve meter was zeker geen uitzondering.
Prachtige schoenen met strikken (Gainsborough mode)en Franse mode (1778) 'Torenhoog' kapsel.
De 18e eeuw is de eeuw van de meest kunstmatige kapsels in heel de haargeschiedenis. Er werden in deze periode heel veel pruiken gefabriceerd.
De kapsels zijn niet langer bescheiden, maar nu heel extravagant, in de Rococo stijl. De S-golven domineerden het haar in deze periode, en ook
asymmetrische kapsels waren zeer gewild. Kappers speelden daar handig op in, door torenhoog uitziende bouwsels te creeëren die een aardige
gelijkenis begonnen te vertonen met een hedendaags flatgebouw. Des te vreemder leek de doelstelling; een elegant kapsel. Pas tegen het einde van
de 18e eeuw werden de kapsels weer wat meer bescheiden, op een neo-klassieke manier (zie de Griekse kapsels).

Franse mode rond 1800.
Het gewone volk had zeker oog voor de domtorenhoge uitstulpingen op de hoofden van de Hoge Adel. Met enige jaloersheid en ontzag werden deze decandente vormen van haarversieringen bekeken. Onder die toren zat overigens heel gewoon en vaak zeer kort haar, zowel bij mannen
als vrouwen.
Nadeel van zo'n sleeppruik was dat het gewone haar geen lucht kreeg en vaak van jewelster stonk omdat het niet gewassen werd.
Het gepeupel
probeerde
ook mee te doen in die modetrant maar al spoedig kwamen zij tot een simpele conclusie;
wel mooi en duur maar ontzettend bewerkelijk.


Developed and powered by: Henri, Webmaster.
Bronvermelding