Kasteel Nassau
Vlag BelgieVlag NederlandGouden KroonGouden KroonVlag LuxemburgVlag Duitsland

Vorstelijke Verblijven

Koepel van Fagel

Vervolg

François Fagel (1659-1748) moet een van de meest deugdzame figuren in Den Haag geweest zijn: bescheiden, loyaal, betrouwbaar, kalm, eerlijk en bijzonder genereus voor vrienden en familie. Dit blijkt uit de brieven die hij schrijft aan zijn goede vriend Philipp Von Stosch. (Von Stosch was als avonturier, excentriekeling en half geheimagent een ware tegenpool van Fagel). Door bemiddeling van Von Stosch ontvangt hij vele kunstvoorwerpen, boeken en penningen. Fagel's onbegrensd verzamelen brengt hem op een zeker moment zelfs in de schulden. Hij koestert een sterk verlangen zijn bibliotheek te herschikken en zijn penningenkabinet te ordenen, maar zijn ambt van griffier der Staten Generaal vergt teveel van zijn tijd.


De tuin van de Koepel van Fagel, de architekt Francois Fagel en een aanblik van de tuin.

Het thema van de tuin is er verwerkt in allegorische schilderingen van de vier seizoenen. Guirlandes en druiventrossen lopen in stuc door in de kroonlijst
om daarna weer op te gaan in de vlakke schildering. Geboetseerde voeten en billen van putti steken grappig uit het schilderwerk van het plafond en
panters leunen nieuwsgierig over de stuclijst. Deze bijzondere vorm van gezichtsbedrog werd in Italië veelvoudig toegepast maar kende in de Republiek
nauwelijks voorbeelden. Terwesten's verblijf in Rome heeft wellicht als inspiratie gediend voor de uitzonderlijke uitvoering van dit plafond, nu het enig
overgebleven voorbeeld in ons land van een Barokke overkoepeling waar het stucwerk zo bedrieglijk overgaat in de fresco schildering.


Links: Bij binnenkomst van de koepel kijkt men recht omhoog naar de lente. Gebaseerd op de Metamophosen van Ovidius zien we Venus verschijnen als
godin van de lente vergezeld door twee van haar zwanen. Venus wordt verliefd op de knappe Adonis en waarschuwt hem voor de gevaren van de jacht.
Toch sterft hij door een aanval van een everzwijn. Venus giet zoete nectar over het bloed van Adonis dat uitzwelt in een grote zeepbel die gouden
luchten weerspiegelt. Uit deze zeepbel ontluikt een nieuwe bloem: de windroos.

Rechts: De bloemenguirlande brengt ons van de lente naar de zomer. Ceres, godin van de landbouw, houdt in haar ene hand een sikkel terwijl ze haar
andere hand uitstrekt naar haar dochter Proserpina. Nadat Proserpina door Pluto naar de onderwereld is ontvoerd krijgt ze toestemming om
vier maanden per jaar, wanneer de aarde in volle bloei staat, naar haar moeder terug te keren.


In het middenstuk van het plafond vliegt Apollo door de lucht in zijn gouden zonnewagen omringd door putti: de dageraad breekt aan.


Links: Detail van "De Lente", Mattheus Terwesten 1708. Rechts: Detail "Herfstguirlande", attheus Terwesten en Caspar Pedro Verbruggen 1708.

De basis voor het aanbrengen van de schilderingen op muren alsmede het plafond had als thema de Oudheid. Terwesten had bijzonder veel op met de
jaargetijden. Als geen ander wist de schilder Mattheus Terwesten dit in zijn tijd te vereeuwigen. Gebruik makend van fraaie penseelstreken die
kenmerkend zijn voor zijn vakmanschap, creëerde hij een meer dan subliem meesterwerk van het onderwerp dat hem zo na aan het hart lag.
De schitterende kleuren trekken de aandacht van de bezoeker en oogstten veel lof. De nauwkeurigheid waarmee Mattheus te werk ging staafje door de
eeuwen heen zijn grote kennis van het schilderen. Dankzij de broodnodige restauratie - die 2007 werd voltooid - bleven
zijn meesterwerken voor het nageslacht bewaard.


v.l.n.r. Detail "De Herfst", Mattheus Terwesten 1708. Detail "De Winter", Mattheus Terwesten 1708 en Detail "De Zomer", Mattheus Terwesten 1708.

Linksonder: Aan beide zijden van de schouw heeft Terwesten klassieke beelden geschilderd. Deze schilderingen zijn gebaseerd op schetsen die hij in
Rome van de beelden gemaakt heeft. Het schetsboekje bevindt zich nu in de universiteitsbibliotheek in Leiden. Hier zien we Apollo met zijn lier
geschilderd naar de Apollo Giustiniani uit het Palazzo Giustiniani. Putti dwalen rond de voeten van het beeld en er ontluiken allerlei bloemen,
van de hand van Caspar Pedro Verbruggen (1664-1730).

Rechtsonder: Op het rechter wandstuk staat Flora. Evenals Apollo wordt zij omringd door bloemen en putti. Het beeld is naar voorbeeld van de Flora
Farnese uit het Palazzo Farnese (nu in het Museo Nazionale in Napels).


Zelf portret Matheus Terwesten (1724)

Mattheus Terwesten (ook: Mattheus Terwesten) (Den Haag, 23 februari 1670 – aldaar, 11 juni 1757) was een Nederlands schilder en tekenaar.
Hij was hofschilder van de koning van Pruisen en professor aan de koninklijke kunstacademie in Berlijn. Terwesten was werkzaam vanaf 1690 in
Den Haag, waar hij opgeleid werd door Willem Doudijns, Daniël Mijtens en zijn oudere broer, Augustinus Terwesten. Ook zou hij in Den Haag
samengewerkt hebben met de schilder Pieter Hardimé.

Omstreeks 1695 reisde hij via Berlijn naar Rome, waar hij tot 1699 bleef. In 1710 was hij hofschilder in dienst van Frederik I van Pruisen in Berlijn,
waar hij tevens Professor was aan de koninklijke kunstacademie was. Later keerde hij terug naar Den Haag, waar hij in 1757 overleed.
Van Terwesten zijn onder meer allegorieën, historiestukken, portretten en architectuurstukken bekend. Hij was leraar van Herman Diederik
Cuipers, Pieter van Cuyck, Jan van Gool, Johan Graham, Hendrik van Hulst, Jacob van Nachenius, Andries Storck en zijn twee zoons,
Augustinus Terwesten en Pieter Terwesten.


De Koepel van Fagel

De Koepel van Fagel is het ultieme plafond en een van de fraaiste schilderingen uit dit gebouw. Het is met zo'n kwaliteit gemaakt dat slechts weinigen
deze kunst meester zijn. De tekeningen zijn subliem aangebracht en met zeer veel kennis van zaken werden de desbetreffende kleuren verwerkt tot
een geweldig aansprekend geheel. Niet alleen is dat indrukwekkend te noemen maar ook de gekozen opstelling, de bedoeling van die opstelling en
het juiste formaat qua grootte, maakt de toeschouwer zwijgzaam. Het kijken er naar is een genot.



Links: Het schouwstuk toont het altaar van Venus dat door putti versierd wordt. De voorstelling refereert aan een Romeins festival dat op 1 april
gevierd werd. Tussen de vogels verschijnen de duiven van Venus en de pauw van Juno, die als godin van het huwelijk vaak in verband
wordt gebracht met de Godin van de liefde.

Midden: Schilderij Wilhelmina: Opgehouden in Den Haag door de Eerste Wereldoorlog, schildert Koningin Wilhelmina rond de kerst van 1917
een reeks van vier stadsgezichten vanuit Paleis Noordeinde en de Paleistuin. Voor het laatste stadsgezichtje, op 4 januari 1918, koos Koningin Wilhelmina
haar standpunt in de Paleistuin aan de linkerzijde van de koepel van Fagel met op de achtergrond de Sint Jacobuskerk in de Parkstraat. De tekening geeft
prachtig de winterse atmosfeer weer in de stad. Voor zover bekend zijn dit de enige Haagsche wintergezichten die Koningin Wilhelmina heeft gemaakt.

Rechts: In dit medaillon is de personificatie van Amerika te zien met daaronder de signatuur van Terwesten en de datum 1708.