





Familiegraven van Oranje en Nassau
Grafkelders Nassau- Bastaarden
Bergen
In de plaats Bergen in Noord-Holland liggen ook Nassau-bastaarden, afstammelingen van Prins Maurits. De zijtak Nassau-Bergen heeft zijn
stempel gedrukt op dit dorp. De eerste Heer van Bergen was Anthonis Studler van Zurck en de laatste Heer van Bergen was
Wigbold Adriaan van Nassau-Bergen. Hij was getrouwd met Hester van Egmond van de Nyenburgh. Met het overlijden van Wigbolt te
Bergen
op 25 oktober 1797 verdween tevens de laaste mannelijke afstammeling van dit geslacht. Zowel zijn vrouw als hij werden begraven in een
grafkelder van de Ruinekerk die echter in opdracht van de eerste Heer van Bergen in 1661 werd aangelegd.
Zij zijn nog de enige die bij het ruimen
van graven, zowel binnen als buiten de kerk, gespaard zijn gebleven.
Bij opening van de grafkelder in 1870 trof men vijf kisten in zeer
goede staat
aan,
de andere waren vergaan.
Deuren Noordkapel, interieur Ruïnekerk Bergen en steen grafkelder Nassau-Bergen
De grafkelder van het geslacht Nassau-Bergen bevindt zich in de Noorderkapel, die afgesloten is voor het publiek. Twee fraaie geloogd eikenhouten
deuren sieren de plaats waar de Heren van Bergen en hun familie werden bijgezet. In de kapel is een steen - die 200 x 144 cm
meet en een ruimte
bedekt
van 600 x 460 cm - zichtbaar, waaronder de laatsten van het geslacht rusten. Het is wat merkwaardig daar deze grafkelder niet is aangelegd
door de leden
van Nassau-Bergen maar door Anthonis Studler van Zurck. Zoals reeds gemeld werd bij opening vijf
nog gave kisten aan getroffen
met letters gemaakt
van koperen spijkertjes, die de sterfdata weergaven van degene die erin lag. Het betrof
alleen de overblijfselen van afstammelingen
van Nassau-Bergen.
De eerste van dit geslacht werd bijgezet in 1759 en de laatste in 1797.
Degene die verantwoordelijk was voor het totstandkomen
van deze kelder, Studler van Zurck, had een kleindochter die in 1702 trouwde met Lodewijk Adriaan van Nassau-Bergen.
In de grafkelder werden de stoffelijke overschotten bijgezet van:
1.) Willem Adriaan II van Nassau-LaLecq, Heer van Bergen(15 februari 1704 – 2 oktober 1759), zoon van Lodewijk Adriaan van Nassau-Odijk. |
/W_A_Graaf_van_Nassau-Odijk.jpg)
/Het Oude Hof van Bergen.jpg)
/Wigbolt Adriaan van Nassau-Bergen.jpg)
v.l.n.r. Willen-Adriaan Graaf van Nassau-Bergen, Het Oude Hof van Bergen en Wigbolt Adriaan van Nassau-Bergen
Lodewijk Adriaan was Graaf van Nassau, Heer van Odijk (in naam, nooit mee beleend), Zeist, Blikkenburg van 1702 tot 1742 en van Kortgene
van
1708 tot 1742. Door huwelijk werd hij tevens Heer van Bergen. Op 4 januari 1700 werd hij lid der Staten-Generaal vanwege de Ridderschap van Zeist in
Utrecht. Lodewijk Adriaan trouwde te Bergen op 23 augustus 1701 met Susanna Cornelia Studler van Surck Vrouwe van Bergen (gedoopt Alkmaar,
6 juni 1685 – Den Haag, 1707) de dochter van Adriaan Antonisz. Studler van Zurck, Heer van Hoogenhuizen (1649-1695)
en Anna Eleonora van Teijlingen (1660-1733).
uit zijn huwelijk werden de volgende kinderen geboren:
Willem Adriaan II van Nassau-LaLecq Graaf van Nassau, Vrijheer van Bergen (1708-), Heer van Odijk Kortgene, Zeist, Driebergen, Mijlpolder, Krabbe,
Middelharnis, Driebergen (1742-) en Heer van Hoogenhuizen (1704-1759) (Utrecht, 15 februari 1704 – Bergen, 21 oktober 1759).
Alida Cornelia van Nassau-Odijk Gravin van Nassau (gedoopt Den Haag, 2 augustus 1705) op jonge leeftijd overleden.
Geslachtstabel:
XVIIc. Lodewijk Adriaan van Nassau-Odijk (zn. van XVId), ged. 's-Gravenhage 8.6.1670, Graaf van Nassau-la Lecq , Heer van Odijk en Zeist (1705),
van Blikkenburg (1702), van Cortgene (1708), lid van de Ridderschap van Utrecht, overl. 's-Gravenhage 4.3.1742, begr. Zeist, tr.
in
Bergen 23.8.1701
Susanna Cornelia Studler van Zurck, ged. Alkmaar 6.6.1685, Vrouwe van Bergen, overl. 1707, dr. van Adriaan Anthoniesz. Studler van Zurck,
Heer van Bergen, en Anna Eleonora van Teylingen.
Uit dit huwelijk:
Willem Adriaan II van Nassau-Odijk, ged. Utrecht 15.2.1704, volgt XXVIIIf. Willem Adriaan II van Nassau-Odijk (zn. van XVIIc), ged. Utrecht 15.2.1704,
Graaf van Nassau-la Lecq , Heer van Odijk, Zeist, Cortgene, Mijlpolder, Krabbe, Middelharnis en Driebergen (1742), Vrijheer van
Bergen (1708), overl.
Bergen 21.10.1759, tr. Bergen 14.1.1725 Adriana Petronella van der Does van Noordwijck, ged. 's-Gravenhage
19.4.1703, Vrouwe van Alblas,
begr. Bergen 12.12.1770, dr. van Wigbold Adriaan van der Does, Heer van Noordwijck, en
Maria Henriette van Reede van Schonauen.
Uit dit huwelijk:
Louise Suzanna van Nassau-Odijk, ged. Bergen 13.10.1726, overl. Wenen 2.8.1803, tr. 's-Gravenhage 7.1.1750 Friedrich Christoph
Graaf von Degenfeld-Schönburg, geb. 12.12.1721, luitenant-generaal, gezant te Wenen, overl. Wenen 10.3.1781, zn. van
Christoph Martin von Degenfeld-Schönburg, Pruisisch minister van Oorlog, en Maria von Schönburg-Leinster.
Willem Lodewijk van Nassau-Odijk, ged. Bergen 14.12.1727, Graaf van Nassau-la Lecq , Heer van Bergen,
hoogheemraad van de Uitwaterende Sluizen van Noord-Holland, overl. 26.6.1792. Wigbold Adriaen van Nassau-Woudenberg,
ged. Bergen 26.6.1729, volgt XIXd.VIIIf.
Alida Cornelia van Nassau-Odijk, ged. 's-Gravenhage 2.8.1705. XVIIIf. Willem Adriaan II van Nassau-Odijk (zn. van XVIIc), ged. Utrecht 15.2.1704,
Graaf van Nassau-la Lecq , Heer van Odijk, Zeist, Cortgene, Mijlpolder, Krabbe, Middelharnis en Driebergen (1742), Vrijheer van Bergen (1708), overl.
Bergen 21.10.1759, tr. Bergen 14.1.1725 Adriana Petronella van der Does van Noordwijck, ged. 's-Gravenhage 19.4.1703, Vrouwe van Alblas,
begr. Bergen 12.12.1770, dr. van Wigbold Adriaan van der Does, Heer van Noordwijck, en Maria Henriette van Reede van Schonauen.
Louise Suzanna van Nassau-Odijk, ged. Bergen 13.10.1726, overl. Wenen 2.8.1803, tr. 's-Gravenhage 7.1.1750 Friedrich Christoph
Graaf von Degenfeld-Schönburg, geb. 12.12.1721, luitenant-generaal, gezant te Wenen, overl. Wenen 10.3.1781, zn. van Christoph Martin von
Degenfeld-Schönburg, Pruisisch minister van Oorlog, en Maria von Schönburg-Leinster. Willem Lodewijk van Nassau-Odijk, ged. Bergen 14.12.1727,
Graaf van Nassau-la Lecq , Heer van Bergen, hoogheemraad van de Uitwaterende Sluizen van Noord-Holland, overl. 26.6.1792.
Wigbold Adriaen van Nassau-Woudenberg, ged. Bergen 26.6.1729, volgt XIXd.
XIXd. Wigbold Adriaen van Nassau-Woudenberg (zn. van XVIIIf), ged. Bergen 26.6.1729, Graaf van Nassau-la Lecq , Heer van Woudenberg
(geërfd van Willem Maurits, Graaf van Nassau-la Lecq in 1753), Heer van Odijk, Zeist, Driebergen, Cortgene, Mijlpolder, Krabbe, Middelharnis
en Abbas
Vrijheer van Bergen (1792), raad en burgemeester van Alkmaar, rentmeester-generaal van de Staten, Domeinen en Espargnes in
West-Friesland en het
Noorderkwartier, bewindhebber van de Oost-Indische Compagnie, overl. Bergen 24.10.1797, ondertr. Alkmaar 2.5.1756,
tr. Hoorn Hester Anna van
Foreest, ged. Hoorn 21.2.1736, overl. 10.6.1785, begr. Bergen, dr. van Nanning Jacobsz. van Foreest,
Heer van Petten en Holmerban en Jacoba de Vries.
Uit dit huwelijk:
Adriana Petronella van Nassau, ged. Alkmaar 22.2.1757, Gravin van Nassau-la Lecq -Odijk, Vrouwe van Bergen en Cortgene, Erfdochter van Woudenberg,Odijk, Zeist, Driebergen, Mijlpolder, Krabbe, Middelharnas en Alblas, overl. Alkmaar 5.4.1789, tr. Alkmaar 18.5.1777 Joachim Ernst
Jhr. Mulert tot de
Leemcule, ged. Dalfsen 17.5.1740, lid Ridderschap Overijssel (1814), overl. Amsterdam 12.1.1828, zn. van Boldewijn Jacob Mulert tot de Leemcule
en Fosca Catharina Johanna van Raesfelt.
De Ruïnekerk Bergen en het zij aanzicht.
De Ruïnekerk is een 15e-eeuwse kerk aan de Raadhuisstraat in Bergen (Noord-Holland). De kerk werd tijdens de Tachtigjarige Oorlog afgebrand,
maar de ruïne werd hierna weer deels herbouwd. De kerk heeft status als rijksmonument. De Ruïnekerk wordt gebruikt door de protestante gemeente
van Bergen voor wekelijkse kerkdiensten. Ook worden hier trouw- en rouwdiensten gehouden. Er vinden regelmatig klassieke muziekconcerten plaats
in de Ruïnekerk; het gebouw staat bekend om de goede akoestiek. Het orgel uit 1886 is afkomstig uit de Hervormde
Kerk van Koog aan de Zaan.
Het orgel werd in 1913 aangekocht door de Hervormde Gemeente van Bergen.
In 1960 werd het orgel gerestaureerd.
De Kerkstraat, de Ruïnelaan en het Kerkpad in Bergen zijn vernoemd naar de kerk. Het dorp Bergen ontstond rond een rooms-katholieke kapel
op de plek
van de huidige Ruïnekerk. Na het Mirakel van Bergen in 1422 werd de kapel vervangen door een eenbeukige (of mogelijk driebeukige) kerk, gewijd aan deapostels Petrus en Paulus, om de vele pelgrims te ontvangen. Het was destijds de grootste kerk van Noord-Holland.
Op 21 februari 1574, tijdens de
Tachtigjarige Oorlog, werd de kerk geplunderd en afgebrand door geuzen onder leiding van Diederik Sonoy,
als deel van een tactiek van de verschroeide
aarde rond Alkmaar om de Spanjaarden te beletten het Beleg van Alkmaar weer te hervatten.
Hierbij ging een groot deel van de kerk,
waaronder de kerktoren, verloren. In de periode tot 1597 werd de geruïneerde kerk deels gebouwd.
Het herbouwde koorgedeelte kwam gereed in 1594; dit jaartal werd aangebracht op een balk boven de preekstoel. Hierna werd de Ruïnekerk in gebruik
genomen als protestantse kerk. Tijdens de Slag bij Bergen in 1799 werd er zwaar gevochten rond de kerk. De vele kogelgaten en
inslagen in de kerk
herinneren hier nog aan. In 1943, tijdens de Tweede Wereldoorlog, werd de uit 1888 daterende luidklok van de kerk door
de Duitse bezetters gevorderd.
In de periode 1955-1961 werd de kerk gerestaureerd onder leiding van architect C.W. Royaards, die onder
meer een houten portaal in 18e-eeuwse
Zaanse stijl aan het gebouw toevoegde. Dit houten portaal werd enkele meters verplaatst werd toen
in 2003 de ingang verbreed werd.
Op de kerkgevel prijkt het jaartal 1958 ter herinnering aan de restauratie.
In 1970 werd een carillon in het kerktorentje opgehangen, bestaande uit 26 luidende klokken en een klok die geen dienst doet. Op de grootste klok staat:
"Ik luid voor hen die voor onze vrijheid vielen en in Bergen rusten 1940-1945". Op de andere klokken staan de namen van gesneuvelden in de
Tweede Wereldoorlog, en een klok is voor de naamloze gesneuvelden. Buiten de kerk (maar binnen de ruïnemuren) bevinden zich zo'n 25 grafzerken.
In de kerk bevindt zich de Grafkelder van Nassau-Bergen, waar de Rijksgraven van Nassau-Bergen werden bijgezet.
Slechts het graf van Wigbold Adriaan van Nassau (1729-1797) is overgebleven.
Loenen aan de Vecht
NASSAU-LALECQ, Barbara Arnolda Flora Gravin van (geb. Utrecht 1-12-1793 – gest. Loenen a/d Vecht 24-2-1855), een der laatste leden van de
bastaardtak van de familie Van Nassau. Dochter van Jan Floris Graaf van Nassau-LaLecq (1751-1814) en Barbara Arnolda Lemmers (1757-1846).
Barbara van Nassau-LaLecq trouwde op 2-1-1841 in Kortenhoef met Govert Bijl de Vroe (1763-1850). Het huwelijk bleef kinderloos.
Barbara van Nassau-LaLecq was de jongste van acht kinderen van Jan Floris van Nassau-LaLecq, die behoorde tot de tak van natuurlijke afstammelingen
van Maurits, Graaf van Nassau, Prins van Oranje (1567-1625). Barbara had vijf broers, van wie er slechts drie de volwassen leeftijd bereikten,
en twee zusters: Maria Wilhelmina Isabella Carolina (1780-1856) en Johanna Geertruida Abrahamina (1784-1861).
Barbara's vader had ondermeer zitting in de admiraliteit van Zeeland te Middelburg. Haar broers doorliepen een militaire loopbaan.
Op haar 48ste trouwde Barbara van Nassau-LaLecq met de 77-jarige Govert Bijl de Vroe uit Woudrichem, die in 1780 als 'garde de corps' had gediend
in de lijfwacht van Willem V en eerder gehuwd was geweest met haar tante, de zuster van haar moeder (gest. 1839). Wegens ziekte
van de bruid werd
het huwelijk bij haar thuis in Kortenhoef voltrokken. In juli 1842 verhuisde het echtpaar naar Loenen aan de Vecht, waar het introk bij
het grote huisgezin van Maria de Vergne, de dochter van Barbara's zus Maria Wilhelmina, in de Dorpsstraat aldaar.



v.l.n.r. S.E. Bijl de Vroe-Lemmers, grafkelder Bijl de Vroe en J.F.H.K. Graaf van Nassau-LaLecq In 1843 kocht het echtpaar Bijl De Vroe-van Nassau-LaLecq een grafkelder op de algemene begraafplaats in Loenen. Daar zijn beide echtelieden
na hun dood begraven. Barbara van Nassau-LaLecq werd dus niet bijgezet in het praalgraf van de Bastaarden van Nassau in Ouderkerk aan
de IJssel. De grafkelder in Loenen a.d. Vecht is simpel van uiterlijk. Men vindt daar geen enkele opsmuk die andere grafkelders der Oranje's en Nassau's zo siert. Ondanks hun welgesteldheid is deze plek eenvoudig, je zou haast zeggen somber van aanzien. Het grafmonument bestaat uit drie naast elkaar liggende stenen, die inmiddels redelijke slijtage vertonen. Op de middelste steen de tekst ''Bijl de Vroe 1922'', op de linker '
'S.E. Bijl de Vroe-Lemmers, overl. 4 febr. 1859'' en op de rechter ''J.F.H.K., Graaf van Nassau LaLecq, overl. 27 nov. 1814''.
Barbara Arnolda Flora des H.R. Rijksgravin van Nassau-Lalecq (* 1763 - + 1855) was de vrouw van Govert Bijl de Vroe (* 1763 - +1850), die eerder
(in 1765) getrouwd was met Suzanne Elisabeth Lemmers. Suzanne was een zus van Barbara die met de Graaf van het H.R. Rijksgraaf van Nassau-LaLecq
was getrouwd. Govert Bijl de Vroe was Luitenant-Kolonel en Commandant van Coevorden. Hij stamde af van een eerbiedwaardig Patriciërsgeslacht afkomstig uit Woudrichem. Later werden zij opgenomen in het Nederlands Adelregister. Zijn overgrootvader was Willem de Vroe, Burgemeester van
Woudrichem die leefde van 1649 tot 1713. De zoon van de Burgemeester Jan de Vroe, kreeg een zoon genaamd Johan de Vroe (* 1676 - + 1726)
en die kreeg een zoon (* 1717 - + 1774). Deze man was hoofdgaarder van 's Lands beschreven Middelen over stad en Land van Heusden en
hij trouwde met Anna Maria ten Hagen, dochter van Jacob ten Hagen en Neeltje Bijl.
In de grafkelder zijn de volgende 15 personen bijgezet:
Nr. | Naam | Geboren | Overleden | Bijgezet | Info |
01. | Jan Floris van Nassau-LaLecq | Utrecht 05-04-1751 |
Kortenhoef 27 november 1814 |
30 augustus 1843 | Zoon van Jan Nicolaas Floris van Nassau-LaLecq en Maria Anna Testas. Begraven in Kortenhoef op 1 december 1814 (in de kerk graf 19). Botten zijn later herbegraven in Loenen aan de Vecht op 30-08-1843. |
02. | Kist met het stoffelijk overschot van Suzanna Elisabeth Lemmers | 1763 | overleden 1839 | 30 augustus 1843 | Eerste echtgenote van Govert Bijl de Vroe. Overgebracht van Kortenhoef. Herbegraven in Loenen aan de Vecht. |
03. | Fomine Vor der Hake | Loenen aan de Vecht 27 januari 1845 |
Loenen aan de Vecht 14 augustus 1845 |
14 augustus 1845 | vijfde kind van Johan Jacob Vor der Hake en Josephine Maria de Vergne. Kleindochter van Maria Isabelle Caroline van Nassau-LaLecq (1780-1856) |
04. | Barbara Arnolda Lemmers | Utrecht 18 december 1757 |
Loenen aan de Vecht 20 januari 1846 |
24 januari 1846 | Weduwe van Jan Floris van Nassau-LaLecq |
05. | Adriana Hendrika Vor der Hake | Loenen aan de Vecht 13 maart 1846 |
Loenen aan de Vecht 23 maart 1846 |
25 maart 1846 | zesde kind van het echtpaar Vor der Hake-de Vergne. Kleindochter van Maria Isabelle Caroline van Nassau-LaLecq (1780-1856) |
06. | Govert Bijl de Vroe | Woudrichem 7 november 1763 |
Loenen aan de Vecht 28 november 1850 |
3 december 1850 | Echtgenoot van Barbara Arnolda Fleur van Nassau-Lalecq (1793-1855). Zwager, door eerste huwelijk, en schoonzoon van Jan Floris van Nassau-LaLecq (1751-1814). |
07. | Suzanna Elisabeth Vor der Hake | Loenen aan de Vecht 7 november 1852 |
Loenen aan de Vecht 24 februari 1853 |
26 februari 1853 | elfde kind van het echtpaar Vor der Hake-De Verge. Kleindochter van Maria Isabelle Caroline van Nassau-LaLecq (1780-1856) |
08. | Josephine Maria de Vergne | Kortenhoef 29 augustus 1813 |
Loenen aan de Vecht 25 april 1854 |
28 april 1854 | dochter van Maria Isabelle Caroline van Nassau-LaLecq (1780-1856) en (waarvan gezegd wordt) Joseph de Vergne |
09. | Barbara Arnolda Fleur des H.R.Rijksgravin van Nassau la Lecq |
Utrecht 1 december 1793 |
Loenen aan de Vecht 24 februari 1855 |
27 februari 1855 | Weduwe van Govert Bijl de Vroe. Dochter van Jan Floris van Nassau-LaLecq (1751-1814) en Barbara Arnolda Lemmers (1757-1846) |
10. | Maria Isabelle Caroline des H.R.Rijksgravin van Nassau la Lecq |
Engelen 17 september 1780 |
Loenen aan de Vecht 4 augustus 1856 |
8 augustus 1856 | Moeder van Josephine Maria de Vergne. Dochter van Jan Floris van Nassau-LaLecq (1751-1814) en Barbara Arnolda Lemmers (1757-1846) |
11. | Adriana Hendrika Vor der Hake | Loenen aan de Vecht 1 december 1848 |
Loenen aan de Vecht 4 maart 1857 |
9 maart 1857 | achtste kind van het echtpaar Vor der Hake-De Vergne. Kleindochter van Maria Isabelle Caroline van Nassau-LaLecq (1780-1856) |
12. | Johanna Geertruida Abrahamina
des H.R. Rijksgravin van Nassau la Lecq |
Leerdam 27 juni 1784 |
Loenen aan de Vecht 7 mei 1861 |
11 mei 1861 | Dochter van Jan Floris van Nassau-LaLecq (1751-1814) en Barbara Arnolda Lemmers (1757-1846) |
13. | Arend Hendrik Vor der Hake | Engter 15 december 1771 |
Loenen aan de Vecht 25 januari 1868 |
28 januari 1868 | Vader van Johan Jacob Vor der Hake Schoonvader van Josephine Maria de Vergne (1813-1854) |
14. | Johan Jacob Vor der Hake | Breukelen 28 april 1812 |
Loenen aan de Vecht 20 juli 1876 |
22 juli 1976 | Weduwnaar van Josephine Maria de Vergne (1813-1854) |
15. | Josephine Maria Vor der Hake | Loenen aan de Vecht 7 augustus 1875 |
Oud Over 17 november 1878 |
21 november 1878 | Dochter van Govert Vor der Hake (1851-1938) en Catharina Voorthuis (1856-1913). |
De Utrechtse Vecht of kortweg Vecht is een Nederlandse rivier die door de provincies Utrecht en Noord-Holland loopt. De rivier begint bij de Weerdsluis
in de stad Utrecht en mondt zo'n 40 kilometer verder bij Muiden uit in het IJmeer. Onderweg stroomt de Vecht onder andere langs de plaatsen Maarssen,
Breukelen, Loenen en Weesp. In 1996 is het beheer en onderhoud van de Vecht door het Rijk overgedragen aan het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht.
In de plaats Loenen aan de Vecht, idyllisch gelegen aan de eerder benoemde bekende rivier de Vecht die in
het oude IJsselmeer zijn water slijt,
liggen ook Graven van Nassau-LaLecq. Ook zij zijn bastaarden van de Graaf van Nassau, Maurits,
Prins van Oranje.


Developed and powered by: Henri, Webmaster.
Bronvermelding