Wapen Orange De Huizen van Oranje en Nassau Wapen Nassau

Graf Napoléon en de Koepel
Vlag BelgieVlag NederlandGouden KroonGouden KroonVlag LuxemburgVlag Duitsland
Bronvermelding

Napoleontische Heersers

Joséphine de Beauharnais

Keizerin van Frankrijk en Koningin van Holland

Na een heel gewone opvoeding werd Joséphine wiens jeugdnaam Yeyette was binnen de familiekring, klaar gestoomd voor het instituut huwelijk. Een 'formaliteit' die in die periode niet leek op was het hedentendage is. Uitsluitend het verwekken van nazaten stond op het programma. Al het andere deed er niet toe. Daarom wat het ook heel gewoon dat manlief er een concubine op nahield. Via haar Tante Edmée Tascher de la Pagerie, die getrouwd was met Renaudin, arrangeerde men een huwelijk met stiefzoon Alexandre de Beauharnais.Het huwelijk was bepaald niet gelukkig. Alexandre, een Generaal in het Franse leger vond Joséphine maar onderontwikkeld en ergerde zich daar dood aan.

Marie-Rose, zoals Joséphine vanaf haar trouwen werd genoemd, had nimmer die opleiding gekregen die haar man Alexandre wel werd toegekend. Daardoor was het verschil in inzicht bepaald niet onaanzienlijk. Marie-Rose voelde zich op haar beurt grondig verwaarloosd door de Generaal en zocht haar heil bij kennissen en vrienden die haar wel waardeerden. Toch werden uit dit huwelijk twee kinderen geboren. Dochter Hortense en zoon Eugène. Deze kinderen groeiden, dankzij de inspanningen van moeder Joséphine, voorspoedig op. Het huwelijke tussen Josèphine en haar man werd slechter en slechter.


Joséphine de Beauharnais en Alexandre de Beauharnais

Debet daaraan was ook de stokerij van de vriendin van Alexandre, Laure de Girardin. Zij zorgde voor het gerucht dat de Generaal twijfelde aan het feit of Hortense wel zijn dochter was en niet die van een ander. Marie-Rose nam dit hoog op en zij verliet het huis van de Beauharnais. De rechter kwam eraan te pas en haar eis voor scheiding tussen tafel en bed met alimentatie werd ingewilligd. Temeer daar Alexandre de vermeende ontrouw van zijn vrouw niet kon bewijzen. Marie-Rose mocht voortaan haar eigen financiële zaken behartigen. Zoon Eugène bleef tot zijn vijfde levensjaar bij haar en dochter Hortense werd haar toegewezen.

Het einde van Alexandre de Beauharnais was nu niet bepaald iets bijgeschreven. Op 14 juli 1794 brak de overbekende Franse Revolvutie uit. U weet wel Liberté, Egalité en Fraternité (Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap) waren woorden die in die periode te pas en te onpas door de bevolking en haar leiders werden gebruikt om tegenstanders op te ruimen. iet alleen Koning Louis XVI werd hiervan het slachtoffer maar ook talloze Edelen. Ook onder de legertop vielen slachtoffers, waaronder Generaal Alexandre de Beauharnais. Hij werd ervan beschuldigd bij de slag van Mainz (1793) zijn troepen, het zogenaamde Franse Rijnleger, opzettelijk te laten capituleren. De Nationale Conventie besloot dat daarvoor zijn kop eraf moest en alzo geschiedde dat op 23 juli 1794. In de periode 1758 tot aan zijn onthoofding - 1794- was Robèspierre een van de bekendste leiders van de Franse Revolutie. Marie-Rose werd in zijn opdracht gevangen genomen en na zijn val vrij gelaten.

Daarna werd zij de officiele maîtresse van Paul Barras, een Frans antiroyalistisch staatsman en officier in het Franse leger. Barras was waarschijnlijk homoseksueel maar hij werd zoals alle belangrijke mannen uit zijn tijd, geacht een maîtresse te hebben. Barras vocht in zijn militaire loopbaan tegen de Engelsen met wisselend succes. Tijdens de Franse Revolutie was hij een van de leden van de Nationale Conventie die verantwoordelijk waren voor de hobby 'koppen rollen' die zo sterk zijn stempel had gedrukt op deze volksopstand.

Nimmer meer werd de Guillotine - ontworpen door de Franse arts Guillotine - zo veelvuldig in werking gesteld als bij deze beruchte Franse Revolutie waarbij ook de aanvoerders uiteindelijk hun hoofd eronder kwijt raakten. Nadat Barras zorg had gedragen dat de Franse revolutionaire aanvoerder Robèspierre ten val was gebracht, leidde hij de nieuwe Franse Regering. In die periode kwam het fenomeen Napoleon in zicht. De Franse Republiek werd aan alle kanten aangevallen en ook in eigen land, met name in Parijs, was het onrustig. Barras steunde sterk op de kracht van het Franse leger om alles in goede banen te leiden. Opstanden werden de normaalste zaak van de wereld. Napoléon - inmiddels in het leger - was de man daarvoor om deze neer te slaan.Als beloning werd hij op 15-10-1795 door Barras benoemd tot opperbevelhebber over het 'leger van Italie'.

Kroning Joséphine tot Keizerin van Frankrkijk door Napoléon en Kroning Napoléon tot Keizer van Frankrijk

Na de staatsgreep van 09-11-1799, leerde Marie-Rose de Corsicaan Napoléon Bonaparte kennen. De Generaal was verrukt van de zeven jaren oudere Creoolse. Napoleon was zo onder de indruk van haar, dat hij besloot haar wederom Joséphine te noemen. Dat was volgens hem romantischer dan de naam Marie-Rose. Voortaan sprak men weer van Joséphine. Napoléon Bonaparte en Joséphine de Beauharnaistrouwden op 09-03-1796 in het geheim. Het huwelijk werd gesloten door de Franse Kardinaal Fesch. Joséphine kocht het buiten Malmaison waar de echtelieden zich konden terugtrekken na drukke dagen van arbeid. Ook woonden zij in de Tuilerieen. Hun leven kwam in een stroomversnelling terecht en op 02-12-1804 werd Joséphine door Napoléon tot Keizerin van Frankrijk gekroond.

De Keizer trok gewoon de kroon uit de handen van de Paus en kroonde eerst zichzelf tot Keizer aller Fransen en daarna drukte hij de kroon stevig op het hoofd van zijn echtgenote. Daarmee aangevende dat hij en niet de aanwezige Paus Pius VII deze ceremonie uitvoerde. Napoléon en Joséphine waren korte tijd Koning en Koningin van Holland. Zij kregen echter geen kinderen. Wel kreeg de Keizer in 1806 een buitenechtelijk kind Charles Léon Denuelle genaam maar deze kon de Franse troon niet bestijgen. Daardoor ontstond er een onverkwikkelijke situatie die meer voorkomt bij Edelen in het algemeen. Geen opvolger dan krijg je gegarandeerd problemen. Ook dat was Keizer Napoléon zich terdege bewust. Een oplossing lag voor de hand en dat was een echtscheiding. Zoals naar Corsicaanse gewoonte gebruikelijk, riep Napoléon de familieraad bijeen om hierover een besluit te nemen. Op 15-12-1809 besloot deze Raad de scheiding tussen de Keizer en Joséphine goed te keuren.

De Franse Senaat bekrachtigde dit en Joséphine mocht de titel Keizerin blijven voeren. Zij trok zich terug op het buiten Malmaison. Een goed huwelijk was ten koste van het Staatsbelang uit elkaar gehaald. Haar twee kinderen uit het huwelijk met de Generaal de Beauharnais hadden veel te lijden onder de scheiding. Vooral haar zoon Eugène trok zich dat erg aan. Toch wist hij het midden te houden tussen de liefde voor zijn moeder en de dankbaarheid jegens zijn stiefvader, de Keizer. Eugène viel niet in ongename en werd door Napoléon benoemd tot troonopvolger van Karl Theodoor von Dalberg,
Groothertog van Frankfurt.

Eugène de Beauharnais

Hij werd in Martinique, 3 september 1781 - München, 21 februari 1824) geboren en was, als zoon van Joséphine de Beauharnais, de stiefzoon van Napoléon Bonaparte. Dankzij zijn stiefvader, onder wie hij een glanzende militaire carrière had, werd hij onderkoning van Italië en was hij korte tijd Groothertog van Frankfurt. Eugène de Beauharnais voerde in de Russische veldtocht van Napoleon van 1812 grootendeels het uit Italianen bestaande 4e Korps van de Grande Armee aan. Na de roemloze terugtocht uit Rusland van Napoléon en Maarschalk Joachim Murat, werd hij opperbevelhebber van de strijdkrachten in Duitsland. De Slag bij Lutzen, besliste Eugène in Frans voordeel. Hij bleef de Keizer trouw toen diens ster na de volkerenslag bij Leipzig in 1813 begon te tanen. Na dit drama trad de Groothertog Dalberg af ten gunste van Eugène.Deze titel was erfelijk maar Eugène heeft nimmer een Dynastie kunnen vestigen in het Groothertogdom.

Het gebied werd al na twee maanden bezet door de Geallieerden. Eugène en zijn jongere zuster Hortense, de latere Koningin van Holland, waren de kinderen van Burggraaf Alexandre de Beauharnais (1760-1794), die als slachtoffer van de terreur op beschuldiging van hoogverraad onder de guillotine eindigde. Vanuit de gevangenis richtte Alexandre een brief aan Generaal Lazare Hoche waarin hij Eugène en zijn vrouw aanbeval. Onder Hoche begon dan ook Eugène's militaire carrière in Bretagne. Zijn moeder Joséphine, geboren als Marie-Josèphe-Rose Tascher de La Pagerie (1763-1814), hertrouwde in 1796 met generaal Napoleon Bonaparte. Napoleon nam zijn stiefzoon, die zijn lieveling werd, onder zijn hoede en belastte hem, ondanks zijn jonge leeftijd, met belangrijke diplomatieke en militaire opdrachten, die Eugène met succes uitvoerde. Hij diende onder Napoleon glansrijk in de Italiaanse veldtocht van 1796-1797 en de Egyptische expeditie van 1798-1799.

Ook in de staatsgreep van 18 Brumaire en gedurende het Consulaat steunde hij de Keizer, hetgeen de basis zou leggen voor zijn latere carrière. De proclamatie van het Franse Keizerrijk in 1804 bracht Eugène de titel Prins van Frankrijk en een toelage van 200.000 frank. Na Napoléons kroning tot Koning van Italië in 1805 werd de 24-jarige Beauharnais bovendien onderkoning van deze staat. Deze functie behelsde in de praktijk het op zo mild mogelijke wijze uitvoeren van Napoleons vaak zeer willekeurige besluiten, opdat het Franse regime de Italianen niet te zeer voor het hoofd zou stoten. Kort na de Slag bij Austerlitz bestemde de Keizer Eugène tot echtgenoot van Prinses Augusta Amalia van Beieren, de dochter van de kersverse Koning Maximiliaan I Jozef. In 1807 werd hij bovendien met de titel Prins van Venetië Napoléons officiële troonopvolger in Italië. Gedurende de veldtocht van 1806-1807 bleef hij in Italië.

In de veldtocht van 1809 leed hij als opperbevelhebber van het Italiaanse leger aanvankelijk een nederlaag tegen Aartshertog Johan (Slag bij Sacile), maar behaalde bij diens terugtocht in de Slag bij Raab de overwinning. Vervolgens voegde hij zich bij het hoofdleger van Napoleon, dat de Oostenrijkers andermaal versloeg in de Slag bij Wagram. Na de Vrede van Schönbrunn (1809) werd hij belast met het dempen van de opstand in Tirol; de executie van tegenstander Andreas Hofer geschiedde echter niet op zijn bevel, maar op dat van Napoleon zelf. Pas toen Napoleon officieel afstand van Italië had gedaan gaf Eugène zijn verzet op en sloot hij een verdrag met veldmaarschalk Heinrich von Bellegarde dat het bestuur van het Koninkrijk aan de geallieerden overdroeg. Ondanks enige steun van de Italiaanse bevolking trok hij zich hierna terug naar München, naar de familie van zijn vrouw.

In de zomer ging hij op verzoek van zijn moeder naar Parijs, waar Lodewijk XVIII hem eervol ontving en hij de gunst van Russische tsaar Alexander I verwierf. Aan Alexander I was het ook te danken dat Eugène op het Congres van Wenen voor zijn verloren inkomsten met 5 miljoen frank schadeloos werd gesteld. Dit geld stond hij af aan de Beierse Kroon. In ruil daarvoor kreeg hij van zijn schoonvader, Koning Maximiliaan Jozef, in 1817 het Hertogdom Leuchtenberg en het Vorstendom Eichstätt met het predicaat Koninklijke Hoogheid, erfelijk voor de eerstgeborene, en de titel Prins(es) van Leuchtenberg met het predicaat Doorluchtige Hoogheid voor zijn andere afstammelingen. Sindsdien verbleef hij afwisselend in München en Eichstätt. Hij stierf op 21 februari 1824.

Eugène en Augusta hadden de volgende kinderen:
Château de Malmaison, sterfplaats van Josephine

Het Château de Malmaison is een Frans landhuis gelegen in de buurt van Parijs in de Regio Ile de France. het is voornamelijk bekend als woning van Keizer Napoleon en zijn vrouw Joséphine de Beauharnais. Hedentendage is het een museum genaamd Musée des Château de Malmaison et de Bois-Préau en maakt deel uit van de Franse Réunion des Musées Nationaux. In de zesde eeuw stond op deze plek al een Koninklijke villa met de naam Mala-Mansio. Dat was eigendom van de zoon van de Frankische Koning Clovis I. In het begin van de zeventiende eeuw werd het huis, zoals wij dat thans kennen, gebouwd. De echtgenote van Napoleon I, de latere Keizerin Joséphine de Beauharnais woonde er in de buurt. Zij besloot het huis te kopen. Ten tijde van de aankoop in april 1799 was Napoleon nog gewoon Generaal en op veldtocht in Egypte. Joséphine kocht het huis voor 300.000 geleende francs en had daarmee de verwachte buit uit Egypte alvast uitgegeven. Napoleon was na terugkomst not amused want het pand moest ook nog dringend gerenoveerd worden.

Malmaison is Frans voor slecht huis. In december 1799 kwam Napoléon via een staatsgreep aan de macht. Hij was nu in staat om de lening af te betalen en woonde samen met Joséphine in Malmaison. Feitelijk was Napoleon nu eigenaar van de woning. Officiële zaken handelde hij af in de Tuilerieën. Bij de zeldzame gelegenheden dat Napoleon in de Nederlanden verbleef woonde hij in het Kasteel van Laken. Toen Napoleon, om politieke redenen, in 1809 van Joséphine scheidde schonk hij haar Malmaison. Zij kreeg verder een jaargeld van 5 miljoen francs en had nu voldoende financiële middelen om het huis op te knappen. Door de architecten Charles Percier en Pierre Fontaine werd het landhuis compleet herbouwd. Vooral de Rozentuin van Malmaison, De schilder Pierre-Joseph Redouté gebruikte de rozen als onderwerp voor zijn schilderijen en Joséphine verdiende er haar eretitel, de Rozenkeizerin, mee. Op Malmaison ontving ze een aantal prominenten, zoals de latere Keizers Napoleon III van Frankrijk (haar kleinzoon), Tsaren Alexander I en Nicolaas I van Rusland en Wilhelm I van Duitsland. Na haar dood in 1814 erfde haar zoon uit haar eerste huwelijk Eugène de Beauharnais Malmaison. Na de Slag bij Waterloo woonde Napoleon op Malmaison, in afwachting van zijn verbanning naar Sint-Helena. De weduwe van Eugène verkocht Malmaison in 1828 aan de Zweedse bankier Jonas Hagerman.

In 1842 kwam het huis in bezit van Koningin Christine van Spanje, weduwe van Koning Ferdinand VII, die er ging wonen om het vervolgens in 1861 aan Napoléon III, de kleinzoon van Joséphine, te verkopen. Tijdens en na de Frans-Duitse Oorlog van 1870 werd het gebouw beschadigd. Onder ander door dat er soldaten gehuisvest waren. In 1877 verkocht de staat het aan een makelaar die de grond rond om het huis verkavelde en stukjes grond verkocht. In 1896 kocht Daniel Iffla Osiris het kasteel met het dan nog maar 6 ha grote park. Sinds 1904 is Malmaison eigendom van de Franse staat en is er een museum ter nagedachtenis aan Napoleon (en Joséphine) gehuisvest.


(l) Karel Lodewijk Napoléon (Frans:) Charles-Louis-Napoléon en (r) Sterfbed Keizer Lodewijk Napoléon III

De kleinzoon van Joséphine de Beauharnais, Karel Lodewijk Napoléon (Frans: Charles-Louis-Napoléon; zijn eerste voornaam gebruikte hij niet) werd in 1808 geboren als Prins van Holland en derde zoon van Hortense de Beauharnais. De identiteit van zijn biologische vader is altijd omstreden geweest, maar hij ontleende zijn achternaam en aanspraak op de Keizerstroon aan Hortenses echtgenoot Lodewijk Napoléon Bonaparte, Koning van Holland, die officieel als zijn vader gold en dit mogelijk biologisch ook was. Hij had twee oudere broers, Napoléon Karel (1802-1807) en Napoléon Lodewijk (1804-1831). In 1836 verscheen Lodewijk Napoléon in Straatsburg voor een kazerne, waar hij proclameerde dat hij Lodewijk Filips zou afzetten. Hij werd gearresteerd, berecht en verrassend genoeg door de krijgsraad vrijgesproken, en werd hierna met 15.000 frank weggestuurd.Napoléon vertrok opnieuw naar Engeland.

Na een tweede couppoging in Boulogne – waar hij, na een landing met 65 soldaten, al gauw werd opgepakt – werd hij opgesloten in de vesting van Ham. Tijdens zijn gevangenschap ging hij verder met het schrijven van pamfletten over zijn rechten op de troon. In 1844 overleed zijn oom Jozef, waardoor er niets en niemand meer tussen hem en het keizerschap instond.

Enkele maanden daarna overleed zijn vader, waardoor hij nu ook de rechtmatige troonopvolger was voor de bonapartisten. In het revolutiejaar 1848 viel Lodewijk Filips' Julimonarchie, ontstaan uit de Julie revolutie van 1830, in de Februarirevolutie van dat jaar genoemd. Hierop volgde een roerige tijd, waarin de macht in korte tijd vaak in verschillende handen kwam. Zelfs de Hertog van Wellington – de vroegere aartsvijand van Napoléon I – zei op een gegeven moment dat Frankrijk weer een Napoléon nodig had. Uiteindelijk wist Lodewijk Napoléon zich in november – na verschillende verkiezingen – definitief te doen verkiezen als parlementslid in de Assemblée Nationale.

In oktober werd er nog een amendement ingediend door een republikein, die niet wilde dat leden van de keizerlijke familie lid konden worden van het parlement. Het had een averechtse uitwerking: wetsartikelen die deze mogelijkheid uitsloten, werden geschrapt. Na Napoléons verkiezing werd een nieuwe grondwet gemaakt (niet speciaal voor Napoléon, maar in verband met het nieuwe staatssysteem), en een maand erna volgden de presidentsverkiezingen. Napoleon won deze zeer overtuigend, mede door zijn naam, en de impopulariteit van zijn grootste tegenstander, generaal Cavaignac. Hiermee was Lodewijk Napoleon de eerste Franse president die werd verkozen door het volk. Een belangrijke campagne tijdens Napoleon's presidentschap was de ingreep tegen de Italiaanse eenheidsstrijder Giuseppe Mazzini die Rome bezet hield. Napoleon stuurde een expeditieleger van 9.000 man op een missie die slaagde. Later zou Napoleon van denkbeeld en daarbij van zijde veranderen in de Italiaanse kwestie.

In 1851 stelde Lodewijk Napoléon het parlement voor om de grondwet te veranderden, zodat de president zich herkiesbaar kon stellen. Lodewijk vond dat de vierjaarlijkse termijn niet genoeg was om zijn hele programma te voltooien. Het parlement, dat vooral nog bestond uit monarchisten die achter de Bourbon's stonden, weigerde dit. Op 2 december 1851 pleegde Napoléon hierop een staatsgreep: hij ontbond het parlement, en door middel van een meerderheid bij een volksraadpleging werd zijn presidentiële termijn alsnog verlengd. Deze coup deed veel republikeinen besluiten om Napoléon de rug toe te keren. De laatste democraten, onder wie Alexis de Tocqueville, werden opgesloten. Het keizerlijke aspect was intussen al duidelijk merkbaar geworden. Een jaar later werd in Frankrijk na een tweede volksraadpleging officieel het Keizerrijk (bekend als Tweede Keizerrijk of Second Empire) uitgeroepen. Bijna het gehele Stemgerechtigde Franse volk (7,8 van de 8,2 miljoen) stemde op Napoléon als erfelijk Keizer.

De betrouwbaarheid van beide referenda werd, en wordt nog steeds, betwist. Maar Napoléon werd Keizer, als Napoléon III. (Napoléon II was de zoon van Napoléon I, die slechts enkele dagen - na de beide abdicatie van zijn vader - regeerde). Hij liet zich, net als zijn oom, kronen op 2 december. Dit was 1 jaar na de staatsgreep, en 48 jaar na de kroning van zijn voorganger. Door zijn Keizerschap haalde Napoléon zich de woede van de bekende schrijver Victor Hugo op de hals. Hugo had hem gesteund bij zijn presidentsverkiezing, maar voelde zich nu verraden, omdat Napoleon alsnog een monarchie had gesticht. In het eerste jaar van zijn regering begon Napoléon gelijk met het verbannen van misdadigers naar strafkolonies als het beruchte Duivelseiland, en Nieuw-Caledonië. Kort hierop ging hij op zoek naar een echtgenote, en daarmee ook naar een troonopvolger. Napoléon had eerst een Duits nichtje van Koningin Victoria op het oog, maar dat plan wierp, als een van de vele, geen vruchten af. Uiteindelijk trouwde hij met de Spaanse Eugénie de Montijo, Gravin van Teba. Uit dit huwelijk werd een zoon geboren, de latere Napoléon IV, op 16 april 1856.

Tot die tijd was Napoléons neef Napoleon Jozef Karel Paul Bonaparte, de zoon van Jerôme Bonaparte, Kroonprins. Na de geboorte van zijn zoon was Napoleon III ineens veel minder geïnteresseerd in zijn echtgenote en hij ging zich te buiten aan vele buitenechtelijke escapades. In 1858 werd er door een jonge Italiaanse revolutionair, Felice Orsini, een mislukte aanslag op hem gepleegd, volgens de latere verklaring van Orsini door het optreden van Napoleon tijdens de Italiaanse vrijheidsstrijd in 1848 en 1849. De valse beloften aan de vrijheidsbeweging speelden hierbij een belangrijke rol. Napoléon en zijn vrouw raakten, op een snee in Napoléons neus na, niet gewond. Er vielen helaas enkele doden en veel gewonden tussen de omstanders, hetgeen het volk verontrustte. De aanslag deed Napoléon herinneren aan zijn tijd bij de Carbonari (de Italiaanse vrijheidsbeweging waar hij in zijn jeugd lid van was geweest), en hij begon de voordelen van een Italiaanse eenheidsstaat in te zien.

Maar dit moest dan wel een Koninkrijk zijn, en niet – zoals het denkbeeld van de Carbonari was – een republiek. Napoleon besloot in te grijpen in Italië, hetgeen resulteerde in een Oostenrijkse nederlaag – zijn doel van een Italiaanse eenheid was dat Oostenrijk zwakker werd – en de Italiaanse overgave van Savoye en Nice aan Frankrijk. Napoleons voornaamste Italiaanse bondgenoot was Graaf Camillo Benso di Cavour, de eerste minister van Sardinië-Piëmont. Door zijn medewerking aan de zaak van de Italiaanse eenheid vervreemdde hij van de reactionairen en klerikalen, die ook de Kerkelijke Staat in gevaar zagen komen. Napoléon was echter van begin af aan van plan geweest na de vestiging van zijn macht op meer democratische wijze te regeren en steunde derhalve na 1860 meer op de liberalen. Verder verliep de militaire loopbaan van de Keizer erg goed. Op zijn conto staan de gezamenlijke overwinning met Engeland in de Krimoorlog; de strafexpeditie naar Vietnam (toen nog Frans Indo-China), omdat hier katholieke missionarissen waren vermoord door de Vietnamezen; de gezamenlijke overwinning met Engeland in de Tweede Opiumoorlog.

Hieruit blijkt dat Engeland ondertussen een goede bondgenoot van Frankrijk was geworden, in tegenstelling tot het Frankrijk onder de eerste Napoleon. De Nederlandse Koning Willem III der Nederlanden en zijn vrouw Sophie waren bevriend met Napoléon III. Zij oriënteerden zich op Frankrijk en niet op Pruisen. Het Nederlandse Koningspaar bracht een officieel bezoek aan de op dat moment in Compiègne residerende Keizer. Op 13 september 1855 ontving Napoléon het Grootkruis in de Militaire Willems-Orde. In hetzelfde besluit benoemde Willem III ook Keizer Alexander II van Rusland tot Ridder-Grootkruis. De beide Keizers waren vijanden in de Krimoorlog, waar Nederland een neutraal standpunt innam. Sommige Nederlanders die de onderdrukking van de eerste Napoléon nog hadden mee gemaakt keerden zich tegen deze benoeming. Maar er was ook een grote nederlaag voor Napoleon. Dit was zijn interventie in Mexico, in een poging macht in Midden-Amerika te winnen. Het succes van die move was navenant.


(l) Kist met lichaam van de Keizer (Prins) Napoléon IV van Frankrijk, Keizer Maximilaan van Mexico en (r) Koning Willem III

Mede door hem werd Maximiliaan van Oostenrijk tot Keizer van Mexico uitgeroepen. De liberale Mexicaanse president bleek daar echter de touwtjes nog aardig in handen te hebben, en ondanks vele waarschuwingen en oproepen van Napoléon om terug te keren, werd Maximiliaan in 1867 geëxecuteerd. Intussen werd Parijs bestuurd en herbouwd (onder andere om eventuele revolutionaire activiteiten de baas te kunnen) door Baron Haussmann, door Napoléon zelf naar Parijs gehaald. Maar dit was de enige positieve zaak van de laatste jaren. De ondergang was nabij. Internationaal raakte Frankrijk in een isolement. Napoléon koos de zijde van de paus en Poolse opstandelingen. De paus was de vijand van Italië – ondertussen één Koninkrijk, maar nog zonder de Pauselijke Staat, welke later geannexeerd werd – waar Napoléon nog mee gevochten had.

De Polen waren de vijanden van Rusland, waar Frankrijk weer een goede diplomatieke relatie mee had na de Krimoorlog. Toen Pruisen Oostenrijk versloeg in de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog bleef Frankrijk neutraal. Napoléon had in het geheim bij Bismarck bedongen, dat hij de vrije hand zou krijgen in Luxemburg en België. Een jaar later kon de Pruisische kanselier - met de beste wil ter wereld - zich echter niets herinneren van deze afspraak. Terwijl de Nederlandse kroonprins Willem al in Parijs bezig was met de koopakte van het Groothertogdom, moest De Britse regering ingrijpen om een Pruisisch-Franse oorlog te voorkomen. Hiermee kromp Napoleéns macht alleen maar verder ineen. Die van Pruisen groeide echter gestaag. Toen kwam het zover dat Frankrijk Pruisen de oorlog verklaarde en de Frans-Duitse oorlog begon. Beide landen hadden al enige jaren politieke conflicten, onder andere over de opvolging van de Spaanse Koning.

Het Pruisische leger was superieur aan het Franse; het had weliswaar minder manschappen, maar een veel betere organisatie. Uiteindelijk werd Parijs belegerd, en nadat daar enkele revolutionairen de macht hadden overgenomen en de commune van Parijs hadden uitgeroepen, gaf Frankrijk zich over. Napoléon was toen al gevangen genomen door de Pruisen, na de Slag bij Sedan, in september 1870. Elzas-Lotharingen werd Duits gebied: kort na de overwinning in de zogeheten Frans-Pruisische oorlog werd Koning Wilhelm I tot eerste Keizer van het nieuwe Duitsland gekroond. Napoléon III werd op 19 maart 1871 vrijgelaten en begaf zich als balling naar Engeland. Hij stierf aldaar in 1873 en werd begraven in de Sint-Michaelsabdij te Farnborough. Zijn enige zoon Napoléon Eugène Lodewijk werd tot Napoléon IV uitgeroepen. Hij zou echter nooit regeren.